Bron: www.nytimes.com |
Tuurlijk weet ik dat aardbevingen er de normaalste zaak van de wereld zijn. De Himalaya bestaan net dankzij die verplaatsingen van miljoenen tonnen gesteente. Het Indisch subcontinent dat als een bulldozer tegen Eurazie duwt, oude zeebodem en zeesedimenten die worden samengeperst en opgestuwd. Een conservenblik in een bankvijs. Soep met ballen. Jaren van enthousiasme voor de klas. Geologie voor eerstejaars.
En toch ben ik niet gelukkig, met die platentectoniek. Die verdomde klotige platentectoniek.
Tuurlijk zijn er mensen op die geologische tijdbom gaan wonen. Vruchtbare aarde, een zalig klimaat, wat wil een mens meer. Om van 't natuurschoon maar te zwijgen. Nu goed, tot honderd jaar geleden bracht dat natuurschoon geen brood op de plank. Tot er iemand ontdekte dat het hoogste punt op deze aarde net daar lag, op de grens met Tibet. 'Because it is there'. Mallory & Irvine. Norgay & Hillary. Duizenden dode klimmers later.
Toerisme hield in de bergachtige gebieden de ontvolking tegen. Integendeel, elk jaar ontspruiten meer en meer lodges op grotere hoogtes. Booming business. Wat veertig jaar terug een donker tochtig hol was waar yaks de winter doorbrachten is vandaag een bloeiend dorp met airco en internet. Namche-Bazar, Everest-regio. Google-Earth is overal.
Toerisme is de bron voor inkomsten voor het land. Annapurna, Langtang, Everest, 't zijn slechts enkele van de meest legendarische treks op deze planeet.
Ik ben altijd van Nepal blijven houden.
Dankzij de platentectoniek. Ondanks de platentectoniek.
De Langtang is verwoest. Ik mag niet denken aan wat er is over gebleven van het gebied waar ik in 1998 met m'n Nederlandse metgezel door trok. De beste bergkaas die ik ooit proefde. Spaans procédé, in een kaasmakerij gebouwd door Zwitsers. Prachtige herinneringen. Prachtige mensen. Het hart op de handen. Oprecht, eenvoudig, mooi en echt.
En nu dit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten