De laatste rechte lijn bij de opstart van een eigen zaak wordt traditioneel gedomineerd door 'de centen'. Eens je de juiste sponsor beet hebt behoef je enkel nog een handvol administratieve krabbels en dan kan je de boer op.
Wie centen zegt zegt banken, meestal. Of steenrijke tantes. Ik - als aanstaande zaakvoerder en ook enige werknemer - dus vanochtend naar een van de grotere kantoren die ons dorp rijk is voor een tweede onderhoud, reeds. Afgezien van de toon van 't gesprek, de inhoud en de vooruitzichten viel me echter iets op, daar in die keurig afgesloten - privacy - glazen kantoorruimte.
De reuk, of beter, een reuk.
Een stank, eigenlijk. Een ongelooflijk beklijvende - en vreemd genoeg herkenbare - walm die m'n neusgaten terroriseerde vanaf 't moment dat de glazen deur achter me dichtging.
Een geur die bovendien in kracht toenam toen ik m'n benen kruiste.
'Ik heb toch niet...' begon ik te denken terwijl m'n mond het over de toekomstige strategie van Bricobart had. Verdomd moeilijk, multitasken op dat niveau. Ik dénk tenminste dat ik het over de stategie had...
Soit, toen de kantoordirectrice er even vanonder muisde om een nieuw pak papier te gaan halen - of te gaan kotsen - profiteerde ik ervan om snel de staat van m'n schoenzolen te controleren. Ja hoor, onder m'n rechterzool zat een gelige verstekeling geplakt.
'Oef' dacht ik 'tenminste geen hondenstront.'
'Maar wat is dat...' en toen viel m'n frank, ineens. Gisteravond had ik immers buiten nog een forse snee brood met nog forsere lappen 'Vieux Lille' verorberd, en wellicht was een van die belegsels eraf gedonderd zonder dat ik het gemerkt had - om één uur 's nachts is 't hier ook donker, weet je.
En daar had ik toch wel in getrapt zeker...
Ken je de geur van 'Vieux Lille'? Wel, zoals hondenstront, maar véél erger. Eerder uitgekotste hondenstront - onze Rusty deed dat vroeger, andermans drollen snel binnensmikkelen, en dan weer uitkotsen. Gewoon ver-schrik-ke-lijk. Krijg dat maar eens van je autozetels geschuurd.
Soit, tijdens de rest van 't gesprek hield ik m'n voeten keihard op de grond geklemd - een mens behelpt zich zoals hij kan - en na een joviaal 'à bientôt' werd ik uit de glazen cel bevrijd.
Zelden zo blij geweest om opnieuw frisse buitenlucht op te kunnen snuiven...
'k Ben er zeker van dat de dame moet gedacht hebben 'Zo sexy, die vent. Maar zo stinken!'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten