Pagina's

maandag 26 juli 2010

Joedonoo

Reeds twee weken niet meer geblogd zie ik, oeps! Komt ervan als je collega met vakantie is en je dus dubbele shiften kan kloppen om 't werk gedaan te krijgen. Soit, dat extraatje op 't eind van de maand is mooi meegenomen. Minder tijd om te bloggen dus, sorrykes! Voor de rest weinig nieuws onder de zuiderzon. 't Is hier net zoals in 't noorden warm en gelukkig brengt een stevige noorderwind de laatste dagen wat aangename verfrissing. De dertien spiksplinternieuwe windmolens in de Montagne de la Moure staal pal noord gekeerd en zo zie ik ze het liefst.
't Wemelt hier sinds een week of twee trouwens van de Vlamingen. Je hoort opvallend veel Westvlaams in de straten - of misschien is deze soort gewoon wat praatzieker dan haar soortgenoten uit de andere provincies - en het krioelt hier van Belgische nummerplaten. 't Is wachten op het moment dat er zo eentje eens heel erg de aap uithangt om hem of haar eens lekker in zijn of haar taal zijn of haar vet te kunnen geven. Waar een mens al niet naar uitkijkt. 'k Weet niet hoe 't in Vlaanderen zit maar hier is de graanoogst reeds binnen en zijn de akkers reeds geploegd, wat prachtige taferelen oplevert van tientallen Zwarte Wouwen die op de versgeploegde akkers op zoek gaan naar wormen, insecten en muizen. Prachtig!
Nog een Vlaamse noot om deze fragmentatieblog positief af te sluiten. Wisten jullie dat onze eigenste Milow razend populair is in Frankrijk? Daar Nostalgie hier niet te krijgen is - tenzij je echt de lokale oersmeuïge en van het Franse chançonkwijl druipende versie wilt - ben ik immers genoodzaakt om m'n telefoon alias radio hier op Franse zenders af te stemmen. Awel, op de meest populaire pop-rock-zenders wordt Milow zeer frekwent in de ether gesmeten, én door de modale Franse werkmensch nog meegezongen ook. Joedonoo, joedonoo, joedonoo, joedono anythin' 'boumie, is dan ook wonderwel wellicht een van de meest beklijvende werkdeuntjes aller tijden. Populairder dan Johnny Hallyday, zelfs. Al zal dit wellicht niemand verbazen...

zaterdag 10 juli 2010

Summer in the Sèty

't Is vreemd, in Sète wonen. Als je'r woont en er je boterham - of 'tielle' (een lokale specialiteit die eruit ziet als een rijsttaartje en bestaat uit een hoopje vermalen inktvissen, tomaten en tuinkruiden met een samengevouwen dun stuk brooddeeg errond - heel heel lekker, trouwens) - verdient (ja 'k weet het t'is soms moeilijk lezen met al die gedachtenstreepjes en haakjes maar na drie keer lezen - of herlezen, dus - heb je de zinsconstructie wel beet) rijg je de dagen aan een recordtempo aan elkaar en voor je 't goed en wel beseft is er weer een maand voorbij. Daarnaast, in dezelfde stad, krioelt het van toeristen die de stad en omgeving op hun manier ervaren en beleven. Heel vreemd soms, die dualiteit. Je stapt uit je bestelwagen, botst tegen een koppel nederlanders dat naar de prijzen in een etalage zit te zoeken, duikt je koffer in om er je gereedschap uit te halen en moet vervolgens een kwartier wurmen om je door de massa een weg te banen naar de plaats des onheils aka de plek waar je aan de slag kan. Aan de ene kant de gestresseerde werkmens, aan de andere een gedecontracteerde aardbewoner die gewoon niets beters te doen heeft dan je voor de voeten lopen en zoeken naar een plek waar hij z'n zuurverdiende centen kan uitgeven, en aan de derde kant een stad die er alles aan doet om die centen binnen te slokken en die alles uit de kast haalt om dit fiscaal debiet te verhogen: via lokale specialiteiten, evenementen, attracties etc.: zomer in 't zuiden is big business. Van mei tot september moet de middenstand z'n jaar maken, geen sinecure in een streek die het grotendeels van het toerisme moet hebben. Gelukkig willen de mensen willen entertained worden en Sète doet er alles aan om te maken dat ze in de consumtiemaalstroom van haar buik blijven en vooral geen goesting krijgen om hun honger naar entertainment elders te gaan stillen. Sète in de zomer is eten, drinken en water. Eten en drinken kan in de lokale horeca - in sommige etablissementen kan je trouwens heel heel lekker je voetjes onder tafel schuiven - en via boottochtjes kan je de étang aan den lijve ondervinden, je kan bootjes en jetski's huren en voor wie dat allemaal veel te actief is is er plezier (nou ja) voor het oog. Zo zijn er 'les joutes', de lokale variant van wat wij Middeleeuwse steekspelen zouden noemen. Niet met paarden hier, uiteraard, maar met roeiboten. 't spel bestaat erin dat je je tegenspeler met een houten lans het water in duwt. Je paard bestaat uit een roeiboot waarin een dozijn roeiers voor de juiste snelheid zorgt en twee muzikanten (een trommelaar en een soort slangbezweerder, maar dan dan zonder slang noch bezwering) het adrenalineniveau op peil houden. Parallellen met oude krijgersgebruiken zijn legio. De toeristen vinden het geweldig als de minst gelukkige van op z'n platform het water in dondert. Soms vallen ze alletwee in 't water. En plezant dat dat is... Soit, het houdt de mensen zoet en de commercie vaart er wel bij. Nog meer lust voor het oog vormen de schaarsgeklede schoonheden die zich gracieus door het straatbeeld bewegen. Eigenlijk wou ik schrijven: de boten die van heinde en minder heinde de haven van Sète als tussendoortje op hun programma hebben staan. Zo zagen we hier reeds de 'Vinland' een trouwe replica van een Noorse drakkar - die trouwens een dag na z'n vertek kapseisde en zonk, de 'Banque Populaire II' - de grootste wedstrijdtrimaran ter wereld, en twee weken terug nog een immens cruiseschip. Je kan niet zeggen dat er hier niets te beleven valt, maar los van die drukte mag je mij gerust m'n halfuurtje lopen op de kustpromenade geven. Ruim voor turistus ordinarus van z'n ontbijttafel opstaat...

donderdag 1 juli 2010

Magnificent

Soms kan 't leven gewoon echt de moeite zijn. Negen uur nonstop gewerkt, nadien een Leffe'tje met de collega's in onze atelier - of hoe een bende Sudisten hun nieuwe Vlaamse collega met open armen heeft ontvangen, zometeen Célia gaan oppikken en regelrecht naar 't strand wat zeewater gaan laten opspatten. Zalig!