Pagina's

dinsdag 27 september 2011

Spreuk van vandaag

Hoe meer ik de mensen leer kennen, hoe liever ik m'n poezen zie...

Auteur onbekend, maar hij of zij verdient een standbeeld...

maandag 26 september 2011

Wegdromer 12

Linger - The Cranberries

102 km later...

Zeggen dat het pas gisterochtend was dat ik opgelucht, en gedeeltelijk verwoest, over de eindstreep donderde. Niet mankend, niet huilend, niet euforisch. Gewoon blij dat het eindelijk gedaan was. En blij dat je aan dat geteisterde lijf kon zeggen ' 't is gedaan jong, good job, het énige wat ik je nu nog vraag is of je zo lief wil zijn om me naar de wagen te brengen die zowat twee kilometer verder geparkeerd staat'. Twéé kilometer, miljààrde. Van in 't begin wist ik dat dat de zwaarste gingen worden van de hele tocht. Niet meteen stimulerend voor de moraal...
Soit, m'n verstijfde benen brachten me naar de wagen en ik denk niet dat het langer dan een paar minuten heeft geduurd eer ik in slaap viel. Om twee uur later wakker te schieten van een hels kabaal op 't dak van de wagen. Paardekastanjes. Eind september. Uiteraard had ik me net onder zo'n schijtboom geparkeerd. Gelukkig heeft de boom in kwestie het bij één bombardement gehouden - of heb ik de andere niet eens gehoord...
Zo eindigde dus m'n 100 km van Millau. Een mars zoals ik er nog nooit een had meegemaakt. Anders, uniek eigenlijk, in een hoop opzichten van de 100's die ik ooit heb gestapt in België. Het concept 'Millau' is simpel: je beschrijft twee lussen met Millau als knooppunt. Twee lussen doorheen een ongelooflijk mooi landschap, de Gorges du Tarn. De eerste lus, een marathon, voert je stroomopwaarts de vallei van de Tarn in, de eerste helft via de rechteroever, de tweede via de linkeroever. Het héle parcours is volledig autovrij en je loopt de hele tijd op asfalt - een ware verademing vergeleken met de Nacht van Vlaanderen, bijvoorbeeld. Juist ja, de Nacht van Wést-Vlaanderen - waar ik trouwens een van de grootste fans van blijf... De marathon is wat golvend 'mais c'est après Millau que ça se complique...' zei een medestapper me aan de start. De tweede lus, eigenlijk is 't niet eens een lus, voert je over één weg - onder 't viaduct van Millau door, kiekevel! - stroomafwaarts van de Tarn naar St.-Affrique - 'the point of return', vlakbij Roquefort-sur-Soulzon trouwens. Over één en dezelfde weg. Volledig autovrij. Maar wel over dezelfde weg miljaarde. Met andere woorden: toen ik aan 45 km zat zag ik de eerste lopers me in de andere richting voorbijsnellen - de winnaar deed er trouwens iets meer dan 7 uur over om terug aan de meet te zijn, een onvoorstelbaar resultaat. Tot St.-Affrique komen lopers en medestappers je dus tegemoet - een vrij deprimerende situatie daar je met je eigen ogen ziet hoeveel volk er voor je zit. Of hoever je wel aan de staart zit, ook. Je mag jezelf dan wel wijsmaken 'dat het geen wedstrijd is' en dat 'ze uitstappen' het enige is wat telt. Dikke zever, als je aan 't stappen bent wil je zo ver mogelijk vooraan eindigen, basta.
De tweede lus was inderdaad een stuk 'gecomplikeerder'. Bergop en bergaf. Lànge bergoppen en lànge bergaffen. Slopend, zeker als je niet weet hoeveel er nog komen moet. 'Duurt die klotehelling nog lang? Zijn we'r nu nog niet? Etc.' Tijdens een 100 is 't altijd te lang of te breed. Hoe verder je stapt hoe meer je binnensmonds klaagt. Tot je op zeker moment stopt met denken en alleen nog maar de ene voet voor de andere zet. De eerste helft van de tweede lus heeft me geen plezier gedaan. Dat blééf maar duren tot St.-Affrique: 55, 60, 65, 70, 'waar is dat ... lokaal p..d..m..??? En dan op 71 de deklik, toch. Wat eten, veel drinken, niet te lang blijven zitten en rap weer op weg, 'we zijn op de terugweg!!!'.
Ik beging de fout om tijdens de marathon een paar 'kartouchen' te verschieten die ik beter achter de hand had gehouden. Komt ervan als je 't parcours niet kent. 't Was niet nodig 'om die benen eens te testen', nodeloze energieverspilling. Volgend jaar overnacht ik ook ter plaatse. Om 5.00 opstaan om pas 5 uur later te starten is geen goede voorbereiding. Bijna alle stappers die ik heb ontmoet overnachtten ter plaatse. Niets boven een goede nachtrust. Volgend jaar zou 't misschien ook verstandiger zijn toch wat meer te gaan trainen. Waarom bijvoorbeeld geen weekendje ter plaatse gaan doorbrengen? 's Ochtends trainen, 's namiddags kayakken of met de gieren spelen? Soit, 'k Had gehoopt er 15 uur over te doen, 't zijn er twee meer geworden. Je zou kunnen stellen dat ik dus twee uur langer van m'n 55 euro inschrijvingsgeld heb kunnen genieten. Juist ja. De prijs voor de parcourskennis dus. Goed, maar niet uitstekend.
En toch prijs ik me gelukkig bij het zootje te horen dat de eindstreep haalde het hoofd rechtop. Zonder 'accompagnateur', zonder massages op de hulpposten, zonder m'n maag uit m'n lijf te hebben gebraakt, zonder al te vaak de grasbermen te hebben ondergeschreven, zonder dat het bloed uit m'n schoenen liep - een 100 is en blijft rauw afzien. Velen geven op, je vindt hen doelloos voor zich uitkijkend op de hulpposten of gewoon langs de kant. Soit, vandaag sputtert het lijf nog nauwelijks tegen. Een goeie pint straks en de recuperatie is rond.
Op volgend jaar, in 2012 zal 't alleen maar beter gaan.
En sneller, zeker weten.

vrijdag 23 september 2011

Wegdromer 11

Mixed Emotions - Rolling Stones

Millau Malström

Net nu ik miljaarde elk uur slaap goed zou kunnen gebruiken doe ik weer geen oog dicht. Net voor ik naar Organby vertrok was dat net zo: na anderhalf uur slaap game over. Geen wonder dat ik om twee uur 's nachts al achter 't stuur zat...
Nu dus weer, zij het dan wel een dag te vroeg want wat me hartgeklop geeft is pas morgen: Millau! Morgenochtend om 10.00 (!) wordt het startschot gegeven van een van de meest bekende lange-afstandsmarsen in Frankrijk, die bovendien toevallig z'n 40e verjaardag viert. 'En Millau, klaar voor?' vroeg m'n collega me begin deze week. 'Zeker weten, on va les bouffer!'. Eerst ze nog stappen uiteraard, 't blijft tenslotte nog steeds een 100 km en zulke dingen behandel je met respect. 'Le truc' is echter dat ik totaal niet weet waaraan ik me kan verwachten. Dat ik het parcours enkel ken van kaartjes en van 'horen zeggen' en dat ik dus niet goed kan inschatten hoe ik m'n koers moet indelen. Doseren dus. Beter teveel dan te weinig. De rem erop tot 80 km en als er dan nog fuel in de tank zit 't gaspedaal diep indrukken. Zoiets. Daardoor raak ik dus niet meer in slaap. Douchka vindt het trouwens geweldig. Dat pluizig poezebeestje zit op 20cm van m'n hoofd in haar rieten vulkaan - of hoe heet zo'n ikeameubel - haar toilet te maken. Likken op de pootjes en vervolgens met de pootjes over de oortjes. Methodiek zoals alleen poezen dat kunnen. Kleine pruts.
Soit, vanmiddag gaat de riem eraf op 't werk. En vanochtend alleen offertes maken en 't werk van volgende week voorbereiden. Lichte dienst dus, 't is deze week goed geweest. Gisteren tot een kot in de avond zitten lassen en slijpen met één doel: 't programma voor de week erdoor malen. 'Waarom werk je zo laat?' vroeg m'n patron. 'Millau'. 'Waarom doe je dit en doe je dat?'. 'Millau'. Een 100 wordt de week ervoor een obsessie. Je komt in een maalstroom terecht - denk aan dit, doe dat, vergeet vooral dàt niet etc. Millau. 'Ben je nu ook al lasser?' vroeg een andere collega me. 'Vandaag lasser jong, morgen carreleerder, overmorgen loodgieter, daags erna schrijnwerker en de dag dààrna huurdoder. Of gynecoloog-aan-huis. Whatever, dat noemen ze 'multiservice'. M'n 'kooi' moest dus af gisteren. Sommigen zien er een meubel in dat je in discotheken ziet waarop schaars geklede bomba's zich in alle bochten kronkelen. Een ander noemde het een 'haaienkooi', zo'n kooi waarin je de haaien ongestoord en risicoloos kan observeren. In feite is 't een, een stalen kooi eigenlijk, die de motor van een airco moet beschermen tegen vandalisme. 'Yak-proof' dus. Een twintigtal slijpschijven, een vijftigtal 'bagetten' alias electroden, een tiental lopende meter 30/30 stalen buis, evenveel 25/25 stalen hoekprofiel, vier zware scharnieren direct gelast op de kader, twee vierkante meter geperforeerde staalplaat en een veiligheidsslot. Ze mogen op hun beide oren slapen, hun airco is veilig. Zeker nadat we de haaienkooi volgende week met chemische ankers zullen vastgezet hebben aan de muur en de vloer...
't Contrast met Organby kon niet groter zijn. Nog geen seconde stilgezeten heb ik. En morgen Millau. Laten we eerst nog wat proberen te slapen...

zaterdag 17 september 2011

Black Saturday

Net zoals vorige week kan ik alweer de slaap niet vatten. Vandaag omdat er wat bricoleerwerk op 't programma staat, vorige week omdat de ontruiming van ons arendsnest zich aankondigde - iets waar we alle vijf enorm 'tegen op' zagen. Elkeen deed z'n werk in stilte, aan de ontbijttafel werd nauwelijks een woord gezegd, om 10.00 waren alle fysieke sporen uitgewist van een dolle week. De nog rokende jagerchalets uitgezonderd...
Na nog wat stevig handengeschud op de col reden we in microkonvooi - two is a crowd - richting St.-Jean-Pied-de-Port, onderweg nog even stoppend om wat 'Ossau-Iraty' in te slaan, de beste schapenkaas van de hele wereld, gemaakt van het sap van de schaapjes die ons vaak 's ochtends gezelschap hielden op de col.
Vervolgens gingen we definitief uit elkaar, het vervolg is bekend... 's Avonds bevond ik me alweer tussen 't volk in Montpellier. Het contrast met de vorige dagen kon niet groter zijn. Geen wonder dat ik de hele avond bijna m'n bek niet heb opengedaan, tenzij om er wat koud bier in te gieten. Slecht idee om net die avond een avondje uit met kennissen te plannen, m'n vrienden had ik achtergelaten in de bergen...

Organby 2011 was een onvergetelijke belevenis, al heb ik dat al gezegd. 't Deed me enorm deugd jullie allen nog eens terug te zien, 't leek wel alsof al die jaren dat we elkaar niet meer hadden gezien in één veeg waren uitgewist. Er ging trouwens geen dag voorbij zonder dat er wel iemand over 'onze Johan' begon. Onze Falsterbo-man zou dit geweldig hebben gevonden...
Vriendschap is een product dat de jaren goed verteert, blijkbaar. Daarmee wil ik niet gezegd hebben dat ik jullie zootje ongeregeld graag meteen wil terugzien - binnen een jaar is meer dan vroeg genoeg - maar laten we stellen dat jullie er allemaal nog mee door kunnen. 't Kan zijn dat 't volgend jaar misschien ook plezant zou kunnen worden. Hebben jullie nog contact met die twee Parisiennes trouwens? De blonde - hoe ze heette ben ik vergeten maar haar scheten vergeet ik nooit meer - mailde me nog dat ze graag eens naar Halle zou komen. René, hopelijk vind je 't niet erg dat ik jouw adres heb doorgegeven...
't Ga jullie goed, bende smeerlapkes. Hopelijk genoten jullie van 't overzicht. Pas goed op jullie zelf... Enne, Never Stop Birding!

vrijdag 16 september 2011

Stinky Friday

Vorige vrijdag draaiden de weergoden het roer radicaal om. Ze veranderden het geweer van schouder, gooiden het over een andere boeg en schoeiden het over een andere leest. 'Het weer in de bergen is zoals 't humeur van een vrouw', zei m'n ex me steeds. En zij kon 't verdorie goed weten...
Met andere woorden: vergeet nooit de naam te vragen van het individu waarmee je in de koffer duikt want je weet nooit naast wie je zal wakker worden. Indrukken zijn bedrieglijk, zeker in de bergen. Dit alles om te zeggen dat we donderdag in slaap waren gesukkeld met een vochtige noordoostenwind en vrijdagochtend wakker werden - de Alpenhoorn weetjewel, 'No Woman No Cry' deze keer - met een droge en warme zuidenwind. En een droge keel, ook. 's Ochtends was 't op 1.300m exact 22.7°C! Niet dat het van 't kaliber 'du jamais vu was', maar 't was toch even verschieten om in T-shirt naar de col te gaan terwijl ik vorig jaar op hetzelfde moment met ijsbloemen op de ramen van de wagen wakker werd. Juist ja, 'k sliep in de koffer van onze blauwe geschelpte, datzelfde vehikel dat een paar dagen later rokend langs de kant van de weg stond. Van Mazda naar 'Wazda'...
Zuidenwind dus. Warm en droog. En enorm sterk, zo sterk zelfs dat je'r zelfs niet aan denken moest om je driepoot van je scoop volledig uit te schuiven. Of tegen de wind in te ... geeuwen...
Stevige zuidenwind geeft in Organby drie scenario's: ofwel vliegen de vogels heel laag over de col, profiterend van elke beschutting die 't landschap hen bieden kan. Ofwel vliegen ze kilometers hoog boven je hoofd omdat er in hogere sferen een noordenwind staat - ooit meegemaakt, tellen is onmogelijk. Ofwel trekt er geen bal over. Niets hoog niets laag, noppes.
Het werd scenario drie: tot 's middags zagen we welgeteld één Bruine Kiek, twee Wespendieven, een Visarend en een Slangenarend. En spotten we in de verte eindelijk een Lammergier.
Daarmee help je uiteraard de honger de wereld niet uit. We besloten dus maar om de col - ook al was 't onze laatste dag - voor bekeken te houden en nog eens een kijkje rond Orhy te gaan nemen in de hoop de 'Gyp' wat beter te zien. Uit pure ongezonde interesse wilden we ook eens de sfeer gaan opsnuiven rond het paardenkadaver dat de Valen daags ervoor hadden ontdekt. Het karkas - voor de gelegnheid 'Johnny' gedoopt, van 'Rotten' van de Sex Pistols - lag er nog steeds, de gieren waren echter reeds lang de pijp uit. Een hoop platgetrapte kruiden, spetterpoepstrepen en een hoop pluimen waren de enige sporen van hun aanwezigheid. En enkele grote gaten Johnny's buik, ook. De flanken van het Orhy-massief liggen bezaaid met beenderen. Schapen, koeien, paarden, elke week gaat er wel eentje dood, dondert van een flank of drinkt zich een ongeluk. Geen wonder dat de gieren 't er zo goed doen...
Goed, ik weet nog dat we onze laatste dag afsloten met, hoe heet dat ook weer, juist ja, tàndpasta op een tàndenborsjtel. Féél tandpasjta.
En dat we met een frisse bek de nacht in gingen...

donderdag 15 september 2011

Smoky Thursday


Een week geleden maakte ik me voor de zoveelste keer bijzonder onpopulair. Niet omdat ik meer prehistorische ochtendgeluiden produceerde dan gewoonlijk, daaraan waren de maten intussen alweer reeds gewoon geraakt, wel omdat ik exact om 5.55 m'n alpenhoorn tevoorschijn toverde om een eigen variant van 'Knockin' on Heaven's Door' te burlen. Ben er zeker van dat men in Nieuw-Zeeland dacht dat de Dwergen alweer te diep hadden gegraven en op het monster 'Balrock' waren gestoten. Niet dus. Hoe maak je anders een hoop gepensioneerde dronkelappen wakker die daags voordien nog stellig hadden beloofd om halfzes op te staan 'we goen wel geried stoen!'?
Soit, tegen de zevenen zaten we met z'n vijfjes gedouchd en volgepropt en blij gezind in de wagen richting Spanje. Er was immers kloteweer aangekondigd en dus vonden we 't een uitgelezen moment om de ochtend vanop de Pic d'Orhy te beleven.
Vanop 'Port Larrau' was't voor afgetrainde Chasseurs Ardennais als wij maar een peulschil om in een wipje op Baskenlands hoogste te staan. Rond tien uur zaten we dan ook te genieten van een zicht van 360°, een 'koemeke vougeleite' en een 'goei zjat kaffei'. Levenskwaliteit meet zich aan de hand van kleine dingen...
De vorming van kleine cumulusjes wees er echter op dat het weer inderdaad aan 't veranderen was. Vanuit het noordoosten werd een resem vochtige lucht uit een noordelijker gelegen storing aangevoerd - 'zwanger van vocht' zou de VUBiaanse klimaprof 'den Decleir' zeggen... Die lucht werd tegen de bergen gedwongen te stijgen, koelde af en de waterdamp ging over in water. De eerste vezels sponnen zich van het enorme tapijt dat zich later op de avond voor onze ogen zou ontrollen. We besloten dus de pic te ontruimen en nog een keertje ons geluk te beproeven op Spanish Soil. Dat geluk was zoals steeds aan onze zijde - Bart Goemaere genaamd. Dwerg- en Slangenarend, een hoop Vale Gieren die net een kadaver hadden ontdekt, een metalen koffer vol wit poeder verscholen onder een hoop graszoden en twee Parijse liftsters die we in badpak van de weg plukten waren zowat de meest vermeldenswaardige zaken. De gewone dingen alweer, dus. 
Toen we 's avonds witbeneusd terug op Port Larrau stonden zat de boel zoals verwacht potdicht. Dikke wolkensluiers doken over de bergkammen Spanje binnen. Gezien hun temperatuur echter lager was dan die van de omgeving doken ze neer zodat het erop leek dat mistige tongen de Spaanse flanken aflikten. Hoe erotisch kan weerkunde toch zijn, niet? Veel stijgen hoefden we niet om boven de tongdingen uit te komen en het wonderlijke schouwspel met open mond gade te slaan. Toen plots een Slechtvalk boven het Franse rookgordijn kwam aangevlogen gingen we helemaal uit ons dak. 't Werd zelfs nog mooier toen zich bij 't afdalen naar de wagen de vreemdste optische effecten voordeden. Door de mist werden de zonnestralen zodanig getransformeerd dat we onze schaduwen in de mist geprojecteerd zagen. Het was alsof we onszelf konden bekijken in een andere dimensie. Ik weet dus nu reeds dat ik later als spook nog steeds m'n Indiana Jones-hoed zal aanhebben. Wreed neig!
De beelden spreken voor zich, als er iemand weet hoe ik Bob Dylan's klassieker erop kan plakken dan mag die mij altijd iets laten weten...

woensdag 14 september 2011

Lazy Wednesday

Van woensdag herinner ik me prachtig zomerweer, een hoop gebabbel, een siësta'ke, de gewone dingen in de lucht, een dikke honderd Wespendieven - hun maximum was nu echt wel voorbij, enkele prachtige lokale Duinpiepers die zich op een paar meter van ons hadden geposteerd, een Draaihals die wat verder naar mieren zocht, een uitgeputte weerballon, een prachtige ochtenddrol en nog wat uitstervend gekerm van een van de jagers die nog steeds onder z'n 4x4 lag. Een prachtige dag zonder pretenties, dus. Ik had het eigenlijk bijna hierbij kunnen laten ware het niet dat er in de late namiddag, alweer, een grote groep Ooievaars kwam aangevlogen. Plots was iedereen wakker, aan de jager werd zelfs geen aandacht meer besteed. Niet dat de Ooievaars ons zo erg interesseerden, we hadden er tenslotte al zoveel gezien en welke man ziet tenslotte graag een Ooievaar komen - komaan zeg, wat ons werkelijk bezighield klonk luidkeels uit onze spotterstrotten 'Les Aigles! Les Aigles! Les Aigles!'. Vogelaars hebben een kwade inborst. 'Le Côté Obscure de la Force' aka 'The Dark Side Of The Force'. Mannen houden van roofdieren, en echte mannen weten waarom. We wilden bloed zien. Liters bloed. Spetters op onze scoop, pluimen verspreid over half Frankrijk, en een verzadigd arendboerke na de maaltijd. 'Feel The Force!!!'
We wilden het, we kregen het! Of toch bijna. Toen de groep van drieënzeventig ooien en vaarzen op nog geen kilometer afstand was doken plots twee jonge Steenarenden op. 'Bouffez-les! Bouffez-les! Bouffez-les!' werd de nieuwste mantra. De arenden wilden niets liever, maar ze bakten er geen ballen van. Hun coördinatie ontbrak, evenals - daar leek het tenminste op - de wil om 't af te maken. Geen enkele Ooievaar liet zich afzonderen, integendeel, sommigen gingen zelfs in de tegenaanval. Na een kat-en-muis-spelletje van een kwartiertje - 'Star Wars' - hielden de twee 'Padawans' het voor bekeken en dropen af. Niet geheel teleurgesteld volgden we ze nog een tijdje, tot ze uit het zicht of in een andere vallei verdwenen. Ooievaars vs Steenarenden: 2-0!
De avond begon en eindigde zoals alle andere: drank, rock'n roll, veel vrouwen en de gebruikelijke vechtpartijen. We hadden 't weeral eens gehad, plasten het kampvuur uit en gingen op tijd naar bed, 's anderendaags stond er immers Orhy op 't menu.
'Leavin' Early, You Will!'

dinsdag 13 september 2011

Crazy Tuesday

Exact een week geleden waren we opnieuw present op de col. Een vuurzee boven de vallei van de Aspe kleurde de laatste slierten van de bloccage in alle mogelijke tinten rood, oranje en geel - niets gaat er boven de zonsopgangen in de Pyreneeën...
Terwijl de zon langzaam boven de kammen uitkroop en de mist in de valleien in een zachte gloed zette genoten we - door de scoop weliswaar - van de eerste vogels die in actieve vlucht hun koers naar 't zuiden hadden aangevat. Enkele Bruine Kiekendieven en een formatie Aalscholvers kleurden onze ochtend.
Het werd een dag die zich op gang trok als een dieselmotor: de eerste uren zoetjesaan met wat ditjes en wat datjes, wat Visarenden, wat Dwergarend, wat Slangenarend, wat Kiekendief Bruin & Blauw, aardig wat Wespendief en dat soort dingen. De gewone Organby-mix in deze periode van 't jaar, dus. Iets na de middag barstte de hel echter los. Door onze scopen zagen we hoe zich in de verte massale zwermen opbouwden van Wespendieven en Zwarte Wouwen. Zwermen die zich bij 't dichter komen splitsten, zich hergroepeerden, versmolten met andere zwermen, door de zon vlogen en de administratieve afhandeling - Transpyr blijft immers een wetenschappelijk telproject - tot een zware klus transformeerden. Het pluimvee leek van alle kanten tegelijk te komen, tellen werd 'une grosse merde'. Wie volgt wat, wat passeeert waar en hoeveel, wat is er met die groep of die vogel gebeurd, 'ga miljaarde uit mijn weg gij kieken ge staat voor mijn scoop!', 'domme visarend ga je nu eens eindelijk oversteken want dat is nu bijna twintig minuten dat ik je volg en 't wordt nu echt wel eens tijd dat je uit m'n leven verdwijnt etc.' Trektelpost Organby draaide op volle toeren. Meer dan 700 Wespendieven trokken over, meer dan 500 Zwarte Wouwen, 65 Zwarte Ooievaars en nog een resem andere grut. Hiervoor hadden we onze reunie georganiseerd, dit was 'good birding'.
Later op de middag kwam opeens een groep van 48 gewone Ooievaars aangevlogen. Ooievaars zetten de col altijd in beroering. 't Zijn prachtige beesten, ze zijn talrijk en ze nemen er hun tijd voor. Ze zijn enkel moeilijk te tellen daar ze constant door elkaar wriemelen in hun thermiekspel. Plots verscheen echter een Steenarend ten tonele. Een hongerige Steenarend, blijkbaar. Hij kwam, zag, dacht niet te lang na en dook in de groep. Consternatie alom, niemand had immers ooit al een Steenarend een Ooievaar zien aanvallen. Wij ineens wel, dus. De Ooievaarsgroep intplofte als een stuk vuurwerk temidden van een groep reisduiven - hoezo nog nooit geprobeerd? Na een paar forse duiken slaagde de arend erin een kindjesbrenger te isoleren en er even op in te hakken, en vervolgens de achtervolging in te zetten. Vergeefse moeite, echter. De ietwat gehavende Ooievaar zette de sprint van z'n leven in en gaf de arend na enkele minuten het nakijken. Arend versus Ooievaar: 0-1! De arend droop af en de Ooievaar wist, met wat moeite want vermoedelijk stevig in 't rood, de groep weer te bereiken. Het was de eerste keer voor ons allen om zulk uniek schouwspel mee te maken. Het zou echter niet bij die ene keer blijven...
Dinsdag was een dag om in te kaderen. Bij gebrek aan kaders hebben we'r dus 'ne goeie' op gedronken. Zo'n rode uit de glazen fles met sleepruimkes erin die goed naar binnen gaat. En aten we 'van-dat-raar-maar-lekker-spul-uit-de-rode-marmit'. Ook dat zou niet de eerste en de laatste keer zijn...

maandag 12 september 2011

Hot monday

Even een moment van rust na een klassieke multiservice-ochtend: een keukenblad uitgebroken en wat getaterd met de Lotharingse - 'complètement different des Alsaciens!' - bewoonster van 't appartement - de niet-Sètoise contacten zijn altijd de beste, een tralierooster gelast en gespoten ter beveiliging van een raam, orde op zaken gesteld in de paperassen die zich de voorbije week hadden opgestapeld en tenslotte de planning voor de week georganiseerd. We zijn weer bezig, 'la tête dans le guidon'.
En toch zit ik met m'n gedachten nog in Baskenland, uiteraard. Vorige week rond deze tijd zaten we te picknicken in het Spaanse deel. Zaterdag, zondag en maandag zat de col immers stevig ingeduffeld in een dik wolkendek en viel er droevig weinig te beleven. Het ene moment zit je in de mist, het andere weer niet, dan wel dan niet enzoverder. De telresultaten waren er naar, op wat Visarenden aka 'Balbu's' en een handvol bijzonder laag overscherende Wespendieven aka 'Bondrées' was 'Bloody Sunday' niet om een erectie van te krijgen... Een 'bloccage' dus - slecht weer houdt de vogels tegen. Ten noorden van de Pyreneeën begonnen de bomen door te buigen onder 't gewicht van de honderden roofvogels die net als wij op beter weer hoopten. Wij dus richting Spanje, het klassieke scenario. Op de plaats waar ik de voorbije jaren mooi Aasgier aka 'Percno' had gespot duurde 't geen twee minuten op het individu in kwestie kwam overgevlogen met wat lekkers in z'n bek. Recht naar z'n hol in de rotsen, zàààlig. Ik steeg meteen steilrecht in de achting van de maten. Alweer. In de 'Val de Salazar' bleven we op dezelfde toonhoogte en stapelden de 'oh's' en de 'ah's' op: nog meer Aasgier, een Vale Gier aka 'Fauve' op plasafstand, een Slechtvalk 'Pélérin' die z'n verenpak poetste, Dwergarend 'Booté', Slangenarend 'Circa', nestelende Vale Gieren in de 'Foz de Arbayun' en als apoteose laag over ons hoofd vliegende en als 't ware rond onze kop zwermende Aasgieren in de 'Foz de Lumbier', donkere en lichte fase van Dwergarend, nog meer Slangenarend en Vale Gieren die zo laag overvlogen dat je 't suizen van de lucht over hun vleugels zelfs kon horen. Een dag om niet te vergeten, ook al hadden we niet eens Lammergier 'Gyp' gezien.
's Avonds keerden we onder een prachtige avondzon terug colwaarts, om over de grens opnieuw de wolkenzee in te duiken. Ik herinner me nog dat ik tussen de derde en de vierde 'Patch' even naar Célia belde en te horen kreeg dat er vanaf 's anderendaags stralend weer werd voorspeld. De bloccage ging zich oplossen, een reden dus voor ons winning team om nog een paar Patch's achterover te slaan en vervolgens in een winning mood enkele jagershutten plat te branden. En een half dozijn olijfgroene 4x4's de vallei in te duwen - na de eigenaars met powertape aan hun eigen bull-bar te hebben vastgesjord, uiteraard.
Het beloofde een zware dinsdag te worden...

zondag 11 september 2011

The day after...

Terug thuis dus... Te zeggen in Sète, de plaats waar tot nader order m'n trappist staat maar daarmee stopt dan ook alle conotatie met 'thuis'. Terug bij Célia en de poezen, zullen we dus maar beter zeggen.
Negentien uur, vierdendertig minuten en twintig seconden is 't geleden dat we de heilige grond verlieten om koers te zetten naar de twee windstreken. De maten naar 't noorden en ik naar 't oosten. Organby verlaten is altijd moeilijk, dit jaar was het echter bijna niet te doen. Een week lang deel je 't gezelschap van een stel jeugdvrienden en aanverwante gelijkgestemde gekken en dan gaat plots elkeen terug z'n eigen weg. Zij terug naar Vlaanderen en ik naar Sète. Een week lang plezier maken en samen genieten van een van de mooiste spektakels die de natuur te bieden heeft, en dat alles in een ongelooflijk decor bovendien, is gewoon het einde.
'k Verliet Organby met een mengeling van spijt, eenzaamheid, voldoening, tranen in de ogen en een hoop andere emoties. Spijt omdat 't alweer gedaan is en we terugkeren naar 't aardse bestaan. Eenzaamheid omdat ik de maten, de col en de vogels reeds miste van zodra ik in de wagen stapte. Voldoening omdat de week alle verwachtingen honderdvoudig had ingelost. Tranen omdat ik dacht aan alle 'straffe stuten' die we hadden beleefd.
Over de vogels en een hoop andere zaken heb ik 't een andere keer nog wel. Eerst nog wat bekomen en laten bezinken.
Enne, merci maten. We zien elkaar met Kerstmis...