Pagina's

maandag 21 december 2009

Go North

De wind is vannacht gedraaid. Gisterochtend nog minus 0,5°C - jawel 't kan vriezen hier, vanmorgen zowat 10°C. Het hele weekend nog steeds die bijtend koude en keiharde noordwestenwind alias 'tramomtane', sinds vanochtend een forse zuidenwind die massa's water vanuit de Middellandse Zee de Bassin de Thau in stuwt. Gisteren was de hemel nog stralend blauw, vanochtend grijsgrauw. Het weer kan hier razend snel omslaan, blijkbaar. Terwijl thuis, in 't noorden, tenten en daken bezwijken onder 't gewicht van tonnen heerlijke sneeuw, de langlaufpistes in de Oostkantons zijn geopend en onze (ex-)buurman met moeite onze (ex-)straat op raakt loop ik hier alweer in T-shirt rond. Wat een miserie.
Nochtans, dit weekend was ik niet te houden. Zo'n krakendkoude wind, daar kikkert een bart goemaere van op. Célia had dus ook alle moeite van de wereld om me 't zwijgen op te leggen en m'n 'YIEHAA'S' binnenskamers te houden. Zelfs in de ultieme anonimiteit van een Auchanparking zijn er blijkbaar conventies te respecteren. Overal zure, blauwaangelopen gezichten, tranende ogen, blèrende kinderen, openscheurende winkelzakken, rondvliegende ledematen, afgerukte autodeuren en noem maar op en middenin die kerstchaos een halfgek geworden noorderling die loopt te roepen hoe gek hij wel is op 't zuiden. Born to be alive!
't Is tijd dat we eindelijk terug naar huis gaan. Met een warme wind in de kont rijden we binnen een paar dagen noordwaarts, door een hopelijk feeëriek ondergesneeuwd Centraal Massief richting wat ouwegetrouwe winterse omstandigheden. Zet de jenever maar koud, gooi wat blokken op het haardvuur en rijg dat jonge zwijn aan de braadspies. 'k Heb winterhonger!

woensdag 16 december 2009

Washed away with Christmass

Koude bergwind
Hier aan zee
IJsblauwe hemel
Witte sternen
Rode neuzen
Onzichtbare oortjes
Groengrijze ogen
Prachtig
Vind ik dat

Plots
Geen wind meer
Terrasjes uit de wind
"Lonely Christmass without you"
"Riding home for Christmass"
"Divorce before Christmass"
't Is weer wat anders dan
"Sex on the beach" en
"Vamos a la playa"
Witgeverfde kerstbomen
Getinte zonnebrillen
Rode kerstmutsen
Zwarte nylons
Witte pastis
Rare jongens
Die Romeinen
Waar blijft hij
Die tsunami

Straks
Gaan we weer roeien
Klieven door het water
Verstand op nul
Ruggen gekromd
Spieren
Onder spanning
Lachen zal ik
Met dat briesje

maandag 14 december 2009

Geen vuiltje aan de lucht

"Bart, jij vult zeker je dagen met koken?!" vroeg m'n buurman me vorige week. "Huh? Zolang ik zonder werk zit is dat inderdaad één van m'n voornaamste bezigheden ja." beaamde ik vriendelijk. Buurman Nasser is immers zo'n 120 kilo spierenbrok droog aan de haak en tegen zo'n stier blijf je dus best ten allen tijde vriendelijk. Naast fervent bodybuilder is hij ook uitbater van een winkel met allerlei producten voor lui die niet koken maar zware gewichten heffen in hun vrije tijd. "Waarom, heb je daar soms problemen mee?" vroeg ik, nog steeds even vriendelijk. "Wel, telkens ik 's morgens m'n winkel binnenkom ruikt het hier naar eten, net een restaurant! Ik ben echt verplicht m'n deur open te laten om de boel hier te verluchten. Elke morgen sta ik hier dus maar te bevriezen want de stank is niet te harden!" verduidelijkte hij z'n vraag. "Hoe komt mijn geur echter bij jou terecht?" vroeg ik, want bij mijn weten staat ons appartement niet in verbinding met zijn winkel. "Zie je die afzuiger daar? Daar komt al die geur vandaan." wees hij me op een ventilatortje in z'n muur.
Na een kort technisch onderzoek in ons appartement heb ik uitgevist dat de afzuigers in ons appartement én de zijne aan een en dezelfde leiding zijn gekoppeld. Wanneer wij dus onze ventilatoren in werking zetten dan pompen we àl onze geuren rechtstreeks in zijn winkel. Nu heb ik zo'n aantal favoriete gerechten waar look een prominente rol in speelt - we leven op z'n frans, we koken op z'n frans - en in een gratin à la bart kruipen algauw enkele tientallen teentjes look - I like the real stuff. Voeg hierbij 't gegeven dat we nog geen dampkap hebben, 't feit dat de filter die de gemeenschappelijke afvoerbuis scheidt van de buitenlucht wellicht verstopt zit en 't wonder dat Nasser z'n winkel 's avonds afsluit, en je krijgt een regelrechte straalstroom van look, of gebraden makreel, naar 't walhalla van de lokale bodybuilder. Geen wonder dat zelfs een zware jongen als Nasser achterover stuikt als hij 's morgens z'n winkeldeur opent. Moraal van 't verhaal: niet alleen de watergebonden afvoerbuizen zijn hier een puinhoop, ook van ventileren hebben ze hier in 't zuiden zeer weinig kaas gevreten. Nasser is dus wel verplicht z'n deur open te laten want een winkel die vetvrij eten en een gezonde levensstijl promoot die tegelijkertijd walmt als een refter in een legerkazerne verliest uiteraard alle credibiliteit naar z'n klanten...
Wat er vandaag op 't menu staat? Bloemkool, bloemkool en nog eens bloemkool. We gaan lachen morgenochtend...

donderdag 3 december 2009

No man's land

'Le sud' wordt bevolkt door jagers en vissers. De laatste zijn in Sète wat talrijker dan de eerste, uiteraard, daar vuurwapens dragen in stedelijke omgevingen alleen voorbehouden is aan de ordediensten. Met een vislijn duiven vangen is dus theoretisch mogelijk, praktisch wellicht ook, al loop je wel kans de lokale 'GAIA' aan je deur te krijgen. Jagen maakt in 't zuiden traditioneel deel uit van de lokale cultuur. Zijn de 'sudisten' dan minder geëvolueerd en bijgevolg minder geciviliseerd dan in 't noorden? Staat hun genetisch paspoort dan dichter bij de modale Cro-magnon dan het onze? Bij mijn weten niet, 't is immers geen publiek geheim meer dat ook de Noren, Zweden en Finnen meer jagen en vissen dan wij. Wat is er dan met die europese geografische extremiteiten aan de hand?
Ze hebben plaats. Je vindt hier nog ruige terreinen waar de natuur nog min of meer z'n gang kan gaan - een occasionele bosbrand uitgezonderd - en waar de mensen zich nauwelijks om bekommeren. Er vàlt ook niets te bekommeren want het beftreft ofwel moerassen ofwel stenige terreinen. Deze 'no man's lands' zijn een wijdverspreid gegeven hier en het mag geen wonder heten dat ik er regelmatig in dat soort terreinen op uit trek. In ons overgereglementeerde Vlaanderen is dit soort terreinen nagenoeg onbestaande. We leven er nu eenmaal met een hoop op een klein stukje grond en 't is vechten voor elke morzel. Grond is macht, in Vlaanderen. Hier niet, nog niet. Op een paar minuutjes rijden zit je in de volle natuur. Ofwel in de moerassen en wetlands die de Middellandse-Zee flankeren, ofwel in de ruige struikvegetatie alias macquis als je een tikkeltje noordwaarts gaat. Gisteren was ik wellicht de enige wandelaar in een straal van tien kilometer. De lage zon wierp een gouden licht op de kleine wijnveldjes wat verderop en de oranjerode kalksteenflanken staken akelig mooi af tegen een staalblauwe hemel. Kleine zwartkoppen tetterden wat in de lage steeneikjes en een blauwe kiekendief scheerde laag over de struiken. Ik ving hem in de telescoop en volgde hem minutenlang, tot hij halsoverkop het struikgewas in dook en wellicht z'n avondmaal te pakken kreeg. Als de natuur jaagt dan kan je alleen maar ademloos toekijken. Wordt zeker vervolgd...

donderdag 26 november 2009

Waterworld

'Bart, kang jedi plangtee ifo plangtee!' raasde kapitein François gisteren. Huh? Plangtee? Daar had nu nog nooit van gehoord. Snel begreep ik dat hij 't had over het werkwoord 'planter' waarmee hij bedoelde dat ik m'n roeispaan in 't water moest steken in plaats van ermee in de lucht te zwaaien. Vaar je voor het eerst dan sla je inderdaad een flater. Voor een landrot als ik die z'n hele leven op 't Vlaamse platteland heeft gewoond is 't stevig wennen, hier in Sète. 't Stadje is aan alle kanten omgeven door water - aan de noordzijde de Bassin de Thau, aan de zuidzijde de Middellandse Zee - en alsof dat nog niet genoeg is wordt de stad ook nog eens doorkruist door een paar dozijn kanalen. Venetië in 't klein dus. Water is ook een constante in 't leven van alledag. Er zijn meerdere viswinkels waar de vis rechtstreeks van de boot komt en zelden ouder is dan een dag. We eten dus wekelijks minstens een keer vis en dat kan onze gezondheid alleen maar ten goede komen. 'De kop laat ik eraan hé?' vraagt de visboerin me steeds. Ze begint me te kennen, dat blozende ding. 't Venijn zit meestal in de staart maar de smaak zit in de kop.
Om zo snel mogelijk gewend te raken aan al dat water heb ik me ingeschreven in de lokale roeiclub die wereldbefaamd is binnen haar discipline, de zn. 'barque laguedocienne' - een houten sloep die meestal wordt gemotoriseerd door zes roeiers en een stuurman. 'Les Sètois' zijn naar verluidt nogal bedreven in deze discipline en het is dan ook een hele eer om sinds gisteren in hun rangen te mogen dienen. Voorlopig zit ik helemaal achteraan omdat het zo makkelijker is het ritme te volgen. Een houten sloep en een half dozijn zingende gekken, 'Pirates of the Caribbean' meets 'le Sud'. In een stevig tempo vaarden we even de haven uit waar we kennismaakten met een stevige deining. Sète by night, gezien vanop zee is best mooi. De Mont St.-Clair stak donker af tegen de heldere hemel waar het licht van de sterren het helaas moest afleggen tegen de ontelbare lichtjes van de stad - meer heeft een zeeman niet nodig om z'n hart te voelen bonken in z'n ribbenkast.
Voorlopig houden we 't bij een wekelijks uurtje training. Daar komt wel verandering in eens 't competitieseizoen eraan komt. 'Dan trainen we zeker tweemaal per week!' vertelde een collegaroeier me. Ik dacht dat hij ging zeggen 'tweemaal per dag'. 'k Denk dat ik toch eens met de trainer ga praten...

donderdag 19 november 2009

Gemurmel in de douche

Er worden hier toch wel straffe stoten uitgehaald, hier in 'le sud'. Een dag nadat we waren verhuisd draaide ik 's ochtends de kraan open voor de obligate koffie. Die keurig nette verslaving wordt in dit land trouwens heel sterk gedronken. Sterk, maar in kleine tasjes. Wij zijn echter noorderlingen met magen uit onverwoestbaar gietijzer, dus drinken we dat spul in grote tassen. Soit, de kraan in kwestie liet het afweten. Toen we de buurman vroegen wat er scheelde antwoordde hij dat hij had horen zeggen dat het om een onderhoud van de waterleiding ging, een onderhoud dat normaliter op een halve dag ging geregeld zijn. Twee volle dagen hebben ze ons droog gezet. Gevolg, toen we eindelijk konden douchen, koffie maken en op de pot gaan rees het water ten hemel in alle reservoirs: algemene staking van de afvoerbuizen. De oplossing? Plan a: biologische ontstopper en een rubberen zuignap. Na drie bussen en een hoop gesakker schakelden we over op plan b: niet-biologische ontstopper 'turbo' en zowaar nog meer spierkracht. Ook dit bleef zonder resultaat en daar onze buurman met dezelfde problemen kampte haalde die er een firma bij die de stop in kwestie met zware artillerie aan stukken schoot. Gevolg: reeds meerdere dagen ruikt het huis naar het product dat ze gebruikten om de leidingen vrij te maken - chemische aardbeiengeur de hele dag. Nog een detail, we hebben ontdekt dat de afvoer van toilet én van sanitair water op hetzelfde circuit zijn gekoppeld. Spoel je na het potbezoek door dan hoor je 't murmelen uit het douchegaatje. Gescheiden afvoercircuits zijn hier blijkbaar nog de norm niet. 'Le sud' blijft ons verbazen.

dinsdag 17 november 2009

Ze zijn zo lief meneer

Wat me aangenaam heeft verrast hier in 't zuiden is de aard van de mensen. Ze zijn hier verdorie best sympathiek! Als je de mensen één maal hebt ontmoet word je herkend en zeggen ze je goeiedag. Ze praten heel gemakkelijk en ze lijken echt wel tijd voor elkaar te nemen. De temperaturen zullen er ook wel veel mee te maken hebben - zo'n 20 graden overdag en nauwelijks frisser 's nachts. Mensen blijven dus langer op straat en gesocialised gebeurt tijdens een partijtje petanque op het dorpsplein. 'k Ging gisteren bijvoorbeeld met m'n plooifietske naar de lokale bricozaak en net toen ik het ding aan 't opplooien was om 't mee naar binnen te nemen kwamen er twee jongeren naar buiten. 'Keitof meneer in hoeveel stukken kan u dat fietske plooien?'. 'Meneer' en 'u'. Beleefd en spraakzaam. 'Woon je op een boot? Hoeveel weegt dat?'. 'k Moet eerlijk toegeven dat wanneer ik dezelfde jongeren in 't brusselse was tegengekomen ik misschien wel van straatkant zou veranderd zijn. M'n vooroordelen krijgen hier stevige klappen en da's alleen maar verrijkend. Steek je zonder te kijken 't straat over - overkomt me heel vaak - dan stoppen zo'n jongeren met de wagen en laten je rustig oversteken. Zonder je eerst een paar peren op je bakkes te hebben gegeven. Ze zijn zowaar hoffelijker hier dan in 't noorden. En dat is alleen maar hartverwarmend...

Aan 't franse brood is 't nog even wennen...

Er zijn hier een hoop zaken die me enorm bevallen en die me nog veel schrijfstof zullen geven, maar er zijn er ook die me minder bekken. Reeds een paar dagen loop ik met een constant hongergevoel rond. 'n Namiddags geen energie meer en lichte hoofdpijn: honger als een wolf. Nu is dat een gevoel dat ik wel vaak heb maar in die mate is het me toch niet bekend. De oorzaak ligt niet zozeer in te hard werken - nog niet - maar wel in de langzame verandering in eetgewoonten. Stevig boerenbrood kennen ze hier niet in Zuid-frankrijk. Je ziet hier iedereen met langwerpige in papier verpakte toestanden over 't straat lopen en met één zo'n exemplaar voeden ze wellicht hun hele familie gedurende één dag.
Franse broden heb je in alle soorten. De meest populaire zijn de 'baguette' met haar lokale variant de 'banette' en de ficelle, een heel dunne baguette. Je kan kiezen tussen gebakken op steen of op plaat. 'k Heb dat intussen ook eens geprobeerd, zo'n baguette, en 'k heb ondervonden dat ik er twee van moet opeten om me een zeker gevuld gevoel te geven. Probleem: na een paar uur heb ik laaiende honger. Dat spul verteert gewoon veel te snel in mijn vlaamsche maag. Vier broden eten per maaltijd is geen oplossing daar m'n maagvolume groot is maar toch ook z'n beperkingen heeft. Ook voor de portemonnee zou het geen goede zaak zijn, trouwens, want om vier broden te besmeren heb je al snel twee potten confituur of twee grote camenberts nodig. Neen, ik ga zelf terug brood bakken. Echt vlaams boerenbrood op grootmoeders wijze. Drie boterhammen en je kan er een halve dag tegen. Bakkers zijn er hier trouwens met dozijnen. Thierry zit bijvoorbeeld een paar huizen verder - een kort manneke met zwart haar en een echt frans muilke. Toen hij vernam dat ik een flamand was zei hij 'het enige woord vlaams dat ik ken is ROTVERDOMME'. 'k Heb hem dus prompt een tweede geleerd - 'klootzak' - en morgen ga ik hem wat smeuiige zinnen leren. Tot zover, hou jullie haaks daar in 't noorden!