Pagina's

donderdag 29 december 2011

Nostalgie...

Vreemd, terug te zijn in 't land waar je - in mijn geval - zo'n kleine 35 jaar hebt geleefd. Hoe plaatsen herinneringen zijn geworden. Eén leven, vreemd genoeg samengevat in post-itjes langs één autostrade. Hoe 't toeval soms vreemde toeren kan uithalen...
'k Verklaar een en ander. Tussen Brussel en Duinkerke ligt een stuk asfalt, een stuk macadam dat ik de voorbije dagen alweer helemaal heb bereden, of toch bijna. Dit stuk asfalt vat heel komisch bijna m'n hele leven samen. Gele stickertjes langs een zwart stuk autoweg. Met witte streepjes.
Brussel, de stad waar ik studeerde, met vrienden op stap ging en met heel veel studenten heb rondgehost. Chocolade, frieten, parfum en bier. Niets is veranderd. Non, non, rien a changé, tout, tout, a continué! Alleen De Slegte is niet meer, blijkbaar.
Anderlecht, waar ik zeven jaar lang les mocht geven aan een hoop geweldige studenten. No nonsens geologie. Fantastische tijd, me gusta la volcana!
Drogenbos, met z'n AS Adventure en z'n Slechtvalken. Veel voorbereidingen voor stevige outdoor-avonturen en uren telescoopplezier naast de koeltorens van de electriciteitscentrale.
Halle, m'n jeugd, m'n roots, m'n ouders en familie, enkele Vrienden die naam waardig, m'n liefde voor de buitenlucht, m'n natuurgidsen, m'n bos-om-in-te-kakken, m'n Chiro, m'n Steenuilinventarisaties, m'n Berendries, m'n Zennevallei en de plaats waar mijn Gueuze staat. Feitelijk stoet daa guis in Lembeik, moe we goen der na gin pansj oen ange...
Frasnes, zonder betekenis op zich maar dé afslag naar de Vlaamse Ardennen. M'n madam, onze molen, m'n eerste echte eigen thuis, nachten onder de blote hemel, vuren in de tuin en zotte barbeques, ons gezamenlijk eerste project, m'n getuigenheuvels, m'n Diestiaan-ijzerzandsteen of snaptetnunogni?
Lille aka Rijsel, m'n tweede thuis, m'n geliefde Chti's...
Tenslotte Bailleul, de afslag naar de Mont Noir, het West-Vlaamse Heuvelland en de IJzerbroeken. Talloze Vierdaagses van de IJzer, m'n eerste job - 'Vaworzeddehi? Vo Halle? Allehow!' - en ontelbare folkfestivals - 'Salut Dranoutèèèèèèèèèèèèèr!!!' - Manau op z'n best.
Duinkerke tenslotte, de poort naar de Opaalkust. De stranden waar ik ooit naar de prof luisterde, ooit m'n studenten op sleeptouw nam en vaak ging uitwaaien als 't me allemaal wat teveel werd.
Vijfendertig jaar opgehangen aan één stukje autostrade, als het ware. Toeval met een grote 'T'...
Weet je wat echter nog straffer is? Dat je Radio Nostalgie over 't hele traject kan beluisteren! Zelfs in Frankrijk...

Deadly Xmas

Hoe bouw ik mijn oude kerstboom om in een dodelijke katapult?

Hilarisch, gewoon op vorige zin klikken...

Keep on rocking!

woensdag 21 december 2011

Licht

Winterzonnewende, eindelijk! 'k Zou vanavond niks liever doen dan een groot vuur op de top van de Canigou maken maar bij onmogelijkheid hiervan zal ik het maar bij een visroker op 't terras houden. 'k Kan natuurlijk ook nog altijd de halve stad platbranden om m'n gevoelens bij dit wonderbaarlijke kosmische evenement passend uit te drukken. Doen, dat ding!
2011 is dus wat mij betreft officieel voorbij, vanaf morgen worden de dagen langer. Niet dat we hier om een dosis licht verlegen zitten want donkere dagen zijn er in 't zuiden niet. Geen winterdepressies dus. We gaan een nieuw jaar in, op zich niets bijzonders maar voor ons kan het een keerpunt worden. Als 't een beetje meezit, of 't zou al wreed moeten tegenzitten, zitten we in december volgend jaar op een andere stek. Eens Célia's doctoraat achter de rug - Dr. Célia, best grappig - wenden we de steven, de boeg, de motorkap, de neus en whatever uitstekende delen van de menselijke anatomie noordwaarts. Nu goed, we zouden nog een spat meer naar 't zuiden kunnen maar de kans is heel klein dat we in de buurt van de Pyreneeën gaan belanden. 't Kan alleen maar richting poolster dus, rara wordt de grote verrassing.
Voorlopig gaan we netjes dit jaartje officieel uitbrullen. Nog circa 3.657 dingen te doen voor ons vertrek en dan eindelijk de knop op 'no more stress'.
See you on the other side, dank voor de interesse in m'n schrijfsels, en wie weet tot over enkele dagen?

zaterdag 17 december 2011

Canigoesting









Zomaar een middagpauze op een van m'n favoriete plekjes om te middagpauzeren tussen twee 'chantiers' door. De étang, de vulkaan van Agde en daarachter 't massief van de Canigou. Prachtig zichtbaar gisteren. 'k Zou er zo heen gereden zijn.
Januari. Sneeuwraketten. Zonder topambities. Gewoon er zijn.

Nogvanda


De toon is gezet, de kop is eraf, we zijn er eindelijk aan begonnen! Eindejaarsfeesten, uiteraard! Gisteravond was 't onderonsje hier huize casa felina met een handvol collega's van Célia. Thema: bier en pizza. Oh my god! Als ik zie wat we allemaal hebben meester gemaakt vraag ik me af hoe 't komt dat ik voor een keertje geen haarpijn heb. Bovendien was ik net ervoor een tandzenuw lichter gemaakt - wat is dat toch met m'n gezondheid de laatste tijd - en had ik dus nog een beetje 'la tête dans le cul' aka 'm'n hoofd in m'n gat' zoals ze 't hier formuleren. Heel mooi trouwens, die franse uitdrukkingen. De bierbroeders waren zich gaan bewapenen in de beste bierbar annex bierwinkel van Montpellier en dankzij 't lijstje waarmee Célia haar adepten op strooptocht had gestuurd kon de avond van bij 't begin al niet meer stuk. Gouden Carolus, Bornemse Tripel, Tripel Maredsous, Chimay, Westmalle, St. Bernardus, Chouffe, Karmeliet, Kwak, en een Corsicaans bier waarvan de naam me ontsnapt. Respect voor de bierwinkel, respect voor de bierkeuze, respect voor de Vlaamse en Waalse bierbrouwers en respect voor de Belgische gerstvelden. Daarvoor alleen al ben ik tegen een afscheuring van Wallonië. Bier is de cement die België samenhoudt. Vive la République!
Soit, 'k herinner me dat we de degustatie hebben afgesloten met een toertje Tequila - een van de collega's is Mexicaanse - en dat ik daarna stilletjes naar de zetel ben gemuisd want mannen-van-den-bouw vallen altijd vroeg in slaap. Moe maar voldaan en net niet over the top. En heel veel koud water gedronken. Vandaar wellicht dat zalige gevoel een keertje geen hoofdpijn te hebben...
Soit, bier en pizza, de motor is gerodeerd voor de komende weken. Nogvanda, I like!

vrijdag 9 december 2011

The Air That I Breathe

Vandaag kan ik voor 't eerst terug diep inademen, een luxe die ik de voorbije dagen niet meer had gekend. De ribbenkast gaat beter, heb ik de indruk. Volgens de arts - ben toch even langs geweest wantgeweetmaarnooit - is er enkel sprake van barsten of breuken en is wat eronder, erachter of erin zit nog steeds in uitstekende staat. Oef!
't Is anders een heel pijnlijke week geweest - work doesn't wait. Om nog maar te zwijgen van die kniestoot die Célia me tijdens een van de voorbije nachten uitdeelde - zogezegd in haar slaap, knal daar waar 't niet mocht, en die rotkat die doodleuk op mij sprong toen ik in de zetel in slaap was gesukkeld. Ook daar waar 't niet mocht, klotebeest.
Soit, 't had allemaal veel erger gekund en dus zijn we blij. We kunnen hier ook immers nog genieten van een slordige 15° en mooi zonnig weer en gisteren zag ik een zwerm van een honderdtal Kraanvogels. En de sterilisatie van onze twee 'chatongs' is goed verlopen. Wat wil een mens nog meer?

Enkele Hollies bijvoorbeeld. Klik hier!

zondag 4 december 2011

Running up that hill

Zelden zoveel pijn gehad tijdens iets doodbanaals als het snuiten van m'n reukorgaan. 'k Heb immers een paar gekneusde ribben en 'k zal dus de eerste dagen weer moeten vermijden om te lachen, te hoesten, te niezen, te ademen en dikke toeters te laten.
KloteCanigou. Klotesneeuw.
Allemaal Célia's schuld eigenlijk. Had zij niet een dagje desperate housewiven met haar vriendinnen gepland dan was ik wellicht niet naar Villers-Les-Bains getrokken om nog eens m'n Witte Vriend te gaan groeten. Big Boy Canigou. Deze zomer had ik er immers absoluut geen goesting voor want het gebied is tussen juni en september 'vergeven' van de toeristen. Hopende de eerste diepsneeuw net een spatje voor te zijn trok ik dus gisterochtend te zeven naar boven - vanaf de Col de Millères, voor de geïnteresseerden. Dat het een pijnlijke dag ging worden wist ik toen nog niet, al had ik het kunnen vermoeden mocht ik beter naar m'n omgeving hebben gelet. Voortekenen genoeg: net voor 't vertrek stootte ik m'n hoofd tegen de deur van onze koffer, zag ik zes kattenkakjes in stervorm gegroepeerd in hun bak en brak ik m'n favoriete tandenborstel. Ik had het dus allemaal kunnen voorzien.
Het eerste uurtje kwam de Petzl eraan te pas daar de zon pas tegen acht uur opkwam. Bekend terrein inmiddels, shortcut naar de Col de Voltès er vervolgens via de 4x4-piste naar de Chalet des Cortalets. Onderweg een gems gezien, op dezelfde plaats nota bene waar ik er de laatste keer ook eentje tegen 't lijf liep. Rijk gemzengebied, dat 'Forêt domaniale du Canigou'.
Eens boven had ik meteen door dat ik beter een maandje vroeger was gekomen want de sneeuw had het landschap reeds totaal in haar greep. Prachtig! Probleem: de sneeuw was totaal verijsd. Overdag is 't immers nog een spatje te warm waardoor de toplaag telkens weer ontdooit en weer bevriest. Meer dan een halve meter verijsde sneeuw lag als een immens dekbed over de zone boven de 2000m.
What to do? Toch naar boven? Zonder stijgijzers? Zonder touw? Zonder piolet of sneeuwankers? En vooral, zonder klimcompagnon? Alleen met een paar telescopische skistokken? Gewoon om niet met 't gevoel naar huis te gaan het zelfs niet te hebben geprobeerd wandelde ik dus over 't witte deken richting 'Hillary Step' - de rotsige passage die je over moet om op het topplateau van de Canigou te komen. De eerste zone was zonder ijzers goed te doen, het fijne laagje stuifsneeuw zorgde immers voor voldoende grip om net niet uit te schuiven. Net voor de Hillary Step werd het echter serieuzer. No more grip. Treden hakken dan maar. Twintig dertig keer stampen tegen het ijs om een gaatje van tien centimeter te krijgen waar net je voet in past. Voetje voor voetje klom ik richting rotsen. Honderden gaatjes op een dubbele rij in de bergflank. Gekkenwerk. Zonder fatsoenlijk materiaal was er geen doorkomen aan. Eén verkeerde stap en ik roetsjte naar beneden. Met crampons zou het een fluitje van een cent geweest zijn. En dan nog, in dit soort omstandigheden moet je met twee zijn. Eentje die voorklimt, een andere die zekert. Solo zonder adequaat materiaal is vragen voor miserie, redeneerde ik. Ik keerde terug op m'n stappen.
Alles ging vlot, tot ik op vijftig meter van vlakker terrein een misstap maakte. Ik gleed uit, BAF! languit en zoefde als een zak patatten naar beneden. Eerste reflex, draai je op je buik en probeer grip te krijgen met handen en voeten. Op ijs? Forget it, ik schuurde m'n nagels eraf. Er 't beste van maken dus. Roetsjen met stijl. M'n val remmen. Plots zag ik een boompje. Ik worstelde erheen - terwijl je tegen 50km/u naar beneden sjeest - en in plaats van tot stilstand te komen werd ik twee meter de lucht in gekatapulteerd. Een harde smak terug, nog een twintigtal meter verder geschoven over hobbelig ijs - terwijl m'n drinkbus me als een torpedo voorbijflitste - en vervolgens kwam ik eindelijk, naar adem snakkend, tot stilstand. Het rottige dennetje had immers alle lucht uit m'n longen geperst. Niks met de armen, niks met de benen, alles functionneerde nog. Ik kon tenmiste blijven rechtopstaand plassen en hoefde geen bier te drinken met een rietje. Alleen wat opengehaalde handen en een stevige pijn in m'n flank. M'n eerste reactie was: gelukkig ben ik teruggekeerd. Als zoiets je hogerop overkomt dan mogen ze je bijeen vegen. Op voorwaarde dat je gevonden wordt, überhaupt...
Ik voelde me echt opgelucht dat ik niet als een ezel was blijven doorklimmen. Goed, 't ware nog verstandiger geweest hoegenaamd niet te beginnen klimmen maar dan had ik er toch een wrang gevoel aan overgehouden 'het niet eens geprobeerd' te hebben. Eind goed al goed dus. De Canigou is geen speeltuin in de winter.
Opgelucht en blij dat ik 't er goed vanaf had gebracht installeerde ik me even later voor de - gesloten - chalet in 't zonnetje en vulde m'n reserves aan met alles waar je in lagere zones voor oplet: zout en vet. 'Rilletes de porc' aka varkensvlees in 't vet, chips en notenbrood. Alleen 't Palmke - 'van Palm wedde kalm' - ontbrak.
De terugweg verliep trager dan gewoonlijk, 'k had immers een paar gekneusde ribben en elke beweging herinnerde me hieraan. Als 't dat maar was. Onderweg kruiste ik alweer een gems en deze keer had ik de tijd m'n gloednieuw fotoapparaatje boven te halen en het zoompje eens vol te gebruiken. Onvoorstelbaar wat je met dat piepkleine toestel kan doen!
In de lagere zone wachtte me nog een verrassing. 'k Had immers een andere terugweg genomen dan gewoonlijk - verandering van spijs doet eten niewaar. Reeds maanden ben ik immers op zoek naar Struikheide. Deze plant komt voor op zure gronden en telkens ik naar de Pyreneeën kom speur ik de vegetatie af. Pyreneeën is gelijk aan zure grond is gelijk aan Struikheide. De plant moest hier gewoon voorkomen. Maar niet vinden miljaarde. Tot gisteravond. Waarom ik die plant wil? Wist je dat van de wortelkluiten aka ribozomen pijpekoppen worden gedraaid? Het wortelhout is immers bijzonder hard, vuurbestendig en prachtig van tekening. Ideaal voor pijpekoppen dus. En mesheften! Yak-proof stuff!
Weg was de vermoeidheid, weg was de ribstukpijn. Ik begon de graven aan de voet van een klein struikje. Kleine struikheides hebben echter enorme wortelkluiten, leerde ik. Aan het equivalent van een doorsnee hortensia zit een compacte kluit die niet eens in een emmer past en meer dan tien kilo weegt, leerde ik ook. Onvoorstelbaar!
Soit, 'k ben er met m'n licht overlevingsmes niet in geslaagd de kluit vrij te krijgen - de C4 was ik thuis vergeten, nog een restant van ANB trouwens. Of beter, ik zou er wel in geslaagd zijn maar 'k had me voorgenomen om klokslag zes weer te vertrekken. Er wachtte immers nog een pittige afdaling. Die kluit kom ik over enkele weken wel ophalen, no problem.
Een uurtje later kwam ik in Petzl-licht terug bij de wagen aan. Opgelucht, blij en voldaan na een dag 'full of real adventure'.
De eindbestemming is niet belangrijk, alleen de weg erheen telt...






zondag 27 november 2011

Sweet krizmez...

Terwijl in 't Brusselse de kerstmarkt 'pas' nu van start gaat worden we hier in 't Frankrijkse al meer dan een maand (!) om de oren geslagen met dat alcoholieke - of was't katholieke? - feest. De fransozen kennen immers geen sperperiode voor Sinterklaas - ze kennen geen Sinterklaas tout court - en dus worden eind oktober de kerstbomen en -ballen en slingers en toeters en bellen al bovengehaald. Moeilijk echter je in kerstsfeer te wanen terwijl je buiten nog in t-shirt kan rondhossen. Tenminste als je nordist bent want les Sètois lopen al sinds eind september in Damart-ondergoed rond.
Hoe ik dat weet? Omdat ik als multiservisser bij heel wat mensen over de vloer kom en m'n ogen soms meer te verduren krijgen dan m'n geest zou willen, daarom. Nooit vergeet ik bijvoorbeeld die twee brunettes die me, slechts gehuld in een nauwelijks gesloten nachthemdje en een minuscuul slipje, alle hoeken van hun studio lieten zien. Letterlijk dan: hier een stopcontact dat niet meer werkt, daar eentje dat gewoon ontbreekt, ginds een schakelaar, hier een verstopte lavabo, daar een loshangend luik, 'koffie?' 'croissant?', 'wil je asjeblieft nog eens naar m'n venster kijken dat we niet meer openkrijgen?', 'en dat licht in de slaapkamer?' etc. Veel langer gebleven dan de bedoeling was. Parkeerboete op de koop toe, maar daar heb ik voor één keertje niet eens voor gevloekt. Uiteraard ben ik braaf gebleven. Uiteraard is er niks onschuldigs gebeurd 'tu vois la bague?' maar als je leuk ontvangen wordt geniet je dubbel en dwars, geloof me. Door de norm word je immers door een hardhorende gepensionneerde binnengelaten die elke seconde over je schouder meekijkt en er niet eens aan denkt je wat te drinken te presenteren... 'Heb je nog lang werk?' 'Je gaat toch tussen twaalf en twee niet beginnen boren zeker?' 'Kan je morgen niet terugkomen?' Soms zou je ze met plezier en toewijding naar de maan schieten, zeker weten.
Doe mij maar die donkerogige brunettes, dus. Zucht, als ik eraan terugdenk...
Soit, kerstmis. 'k Zal 't er nog wel eens over hebben...

zaterdag 26 november 2011

Een film die je gewoon moet zien...

Van een avonturier die het plan opvat om met een kayak een van de ruigste zeeën ter wereld over te steken: van Australië naar Nieuw Zeeland.
Om kippenvel van te krijgen...

Solo - Andrew McAuley - Part 1
Solo - Andrew McAuley - Part 2

donderdag 24 november 2011

Moe haal de was binnen




Gisterochtend rond deze tijd zat ik op een ordinair dak van een ordinaire 'résidence' in het ordinaire Balaruc-Les-Bains. In een hoogst ongewone buurt. De 'quartier', of tenminste z'n parkje met een paar dozijn dennen, is immers uitverkoren tot slaapplaats van een enorme Spreeuwenkolonie - als ik zeg tussen de vijf- à tienduizend dan zal ik er echt niet ver naastzitten. Per toeval ontdekt daar ik in 't gebouw in kwestie een heel appartement aan 't renoveren ben en rond zonsondergang m'n aandacht werd getrokken door 't gekwetter van grote groepen vogels die in 't parkje neerstreken.
's Anderendaags was ik uiteraard extra vroeg ter plaatse om 't uitvliegen mee te maken. Onbeschrijflijk mooi. Spectaculair.
Om 't fimpje te bekijken klik hier. 
Geniet ervan.

dinsdag 22 november 2011

Zie ginds komt de stoomboot

... uit Sète weer aan. Zomaar een - ontzettend prachtige - wolkenhemel boven Sète. Les Sètois worden er moedeloos van, 'tu es vremang le seul qui est contang avec ce tang!' zeggen ze me overal. 'En 't zou gerust nog tien graden minder mogen zijn, puteng!' antwoord ik dan altijd, wat hen nog bleker doet worden.
Groot voordeel: dit volkje zal nooit noordwaarts migreren.
Houwen zo.

zondag 20 november 2011

Jolly Jumper

Zuidoostenwind
Zes Beaufort
Verlaten straten
Steeds kaler wordende platanen
Te water die kayak
Hartje Sète
Richting rotspuntje Rocqueroll
Vervolgens naar Bouzigues
Surfen op de golven
Gat in de golf
Neus uit het water
Dolle pret
Peddelen om de juiste koers te houden
Regenvlagen over de étang
Lekker warm in m'n cocoon
Kayak, 'juppe' en regenjas
Minder dan een halfuurtje
Good vibrations
Vervolgens terug
Tegen de golven in
Een halfuur roeien om
Vijftig meter vooruit te komen
Roeien op een rolband
Zigzaggen dan maar
En bam en bam en bam
Slaat de neus van de kayak in 't water
Amper vooruit komen
Armen die verzuren
Sakkeren op de golven
Op mezelf
Op iedereen
En vooral op les Sètois
Zomaar
Tenslotte
Eindelijk
Anderhalf uur later
't Zal gaan tijd worden
In de luwte van dirty ol' town
Volledig leeggeroeid
Amper nog kracht over om
Jolly Jumper uit 't kanaal te sleuren
Hete douche
Hete koffie
Tien eieren
Een halve kilo spek
Een brood of twee
En we kunnen er weer tegen

zaterdag 19 november 2011

Youplace

Meteofrance heeft - weer eens - gelijk. De vorige dagen hadden ze een 'weekend pluvieux' aangekondigd met 'vigilance rouge pour tout le département' en 't ziet er vanmorgen naar uit dat ze'r allesbehalve naast zitten. Moesson is back, stevige zuid-zuidoostenwind en vlagen waarvan je broek afzakt mocht je zo debiel zijn in jeans een frisse neus te gaan halen en je bretellen te vergeten.
Geen Canigou dus - en dat begint miljaarde stevig m'n 'bonbons te casser' zoals ze 't hier kleurrijk uitdrukken. In plaats van de dag dus te beginnen met een tgv-tempo richting top zit ik hier met een kleine spinner op mijn schoot de redactietips te overlopen om te achterhalen wat ik de voorbije week weer heb gemist.
Nadat gedurende màànden de politiek zowat het enige gespreksonderwerp was, dat en de zeges van Gilbert, heeft Vlaanderenland nu een nieuw konijn gevonden om op te schieten, blijkbaar. Youplace aka 'Uplace' heet dat ding. Eerst was iedereen er voor - of stak iedereen z'n kop in de grond, leerde ik, en nu alle termijnen zowat verstreken zijn is iedereen ertegen. Er hoeft maar één wolf op de grond te liggen of al z'n soortgenoten bijten op hem in. Zo werkt onze maatschappij blijkbaar, dat heb ik indertijd zelfs bij de Vlaamse overheid aan den lijve moge ondervinden.
Soit, een megalomaan winkelcomplex neerpoten op een braakliggend terrein temidden van een hypergeurbaniseerd gebied. Inderdaad een echte schande, niewaar? Waar halen ze't in godsnaam in hun hoofd?
Ik ga me hier niet amuseren om het thema uit te pluizen want in wezen gaat het me geen knijt aan en lig ik er allerminst wakker van, maar weet je hoe 't er in Frankrijk aan toe gaat?
In dit land zijn grote shoppingdingen de gewoonste zaak van de wereld. Ze beslaan tientallen hectaren en alle ketens zijn er vertegenwoordigd: complexamalgamen met kleinere 'boutiques' en errond supermarkten, tuincentra, bricozaken, decoreerwinkels etc. De eerste keer dat je in zo'n omgeving verloren rijdt kijk je je ogen uit en haal je de meest onmogelijke rijmanoeuvers uit. Intussen ben ik als 'urban crocodile dundee' in 't stadium beland waarin ik dat soort gebieden 'braa gemakkelijk' vind want op een hip en een wip zijn je boodschappen gedaan, en heb je niet de helft van je tijd verloren om een geschikte parkeerplaats te vinden want die zijn immers vaak diep in de grond uitgehakt. Braa gemakkelijk dus. Groot minpunt: vermits de fransen nog de luxe hebben om niet om een lapje grond verlegen te zijn worden vaak grote stukken 'semi-natuur' opgeofferd om deze shoppingwalhalla's neer te poten. Voordeel dan weer: ze liggen naast de grote verkeerswegen en ruim buiten de stad. En eens ze'r zijn blijven ze'r en breiden niet uit, of toch niet veel.
In Vlaanderen wil men zo'n gelijkaardig ding neerpoten IN een geurbaniseerd gebied. Geen extra aanslag op de open ruimte dus, in een gebied waar 't sowieso onmogelijk is huisvestingsprojecten te starten want niemand wil wonen onder dat Vilvoords viaduct. En dan maar zagen over 'de aanslag op de kleinhandel' terwijl er voor die andere projecten, om bijvoorbeeld Deinze shoppingcenter en dat ding in Wijnegem niet bij naam te noemen geen haan z'n nek heeft uitgestoken om een potje te kraaien. Wat een hypocriete rommelbak alweer.
Sorry, maar tegen hypocrisie heb ik nooit gekund. Ik kan er niet tegen en 't maakt we witheet van koleire. In zoverre dat ik het zelfs opneem voor een shoppingcenter, stel je voor...

zaterdag 12 november 2011

Country Roads

Je zal 't niet geloven, maar twee dagen terug was de buitentemperatuur hier nog 20°. Twintig celciussers! Half november, hard to believe no? Met al die regen die we de laatste tijd over ons heen krijgen is de lucht bovendien zo schoongespoeld dat de Pyreneeën elke dag dichter lijken te komen. Jammer dat ik m'n fototoestel niet bij had maar vorige donderdag leek het alsof je de Canigou wel kon aanraken, wat m'n koorts om er heen te gaan uiteraard niet ten goede komt maar beloofd: die foto komt er een van de dagen aan. Die van de top ook. Samen met wat beelden van de Spreeuwendans waar we elke avond bij zonsondergang weer van kunnen genieten. Duizenden Spreeuwen die als sardienen in een school de meest zotte capriolen boven de stad maken. Als een escader stuntvliegtuigen zoiets uithaalt zeggen we nog 'waaw' of zoiets, als een groep van vijfduizend Sturnussen dat doet blijven we sprakeloos aan de grond genageld. Buitengewoon. Majestueus. Adembenemend. Miljaardedju.
De Sètois houden echter niet van de diertjes. Ze zouden verantwoordelijk zijn voor wat bombardementjes links en rechts en daarom worden er elke avond 'pétards' afgeschoten om de vogeltjes naar andere oorden te sturen, weg van de platanendreven. Soit, ik heb liever twintig Spreeuwendingesen op onze wagen dan één duivenstront. Of één hondendrol voor de voordeur want zoals ik al vaak heb opgemerkt: hondendrollen zijn in de Franse steden onlosmakelijk verbonden met de trottoirs. Heel smakelijk.
Los van de klassieke ongemakjes is de stad op heel korte tijd geweldig verkalmd. De toeristen zijn de pijp uit, het verkeer weer circuleerbaar, de stad weer leefbaar. Sommige ochtenden lijkt het wel alsof een nucleaire ramp het leven uit de stad heeft gezogen. Heb je 'I'm A Legend' gezien? Met Will Smiz - de Fransen krijgen de 'th' maar niet over hun lippen - wel, op zo'n soort stad lijkt Sète soms. De bomen en de herten uitgezonderd. Hoewel, vorige week waren er wat zoogdieren die je'r anders niet vaak tegenkomt. Tijgers enzo, en buffels, en lama's en olifanten en giraffen en poedels en dat soort dingen. Oktober en november zijn immers niet alleen de maanden van de 'champiniongs' maar ook van de circussen. Telkens er zo'n mobiele zoo in de stad neerstrijkt - op vijftig meter van onze voordeur uiteraard, waar moet ik me weer gaan parkeren gij stelletje verklede klootzakken - waan ik me terug een klein beetje 'op den buiten in mijn gat van pluto'. Rond circussen hangt immers steevast een stevige mestgeur. Vèrse mest uiteraard, niet zo van die oude ultraontvlambare waar je maag drie keer van ronddraait om zich vervolgens door je slokdarm een weg naar je stembanden te worstelen. Nieuwe mest dus, vers van de kontpers. Awel, ik hou van die materie. Verse mest is voor mij Horebeke, de Vlaamsche Ardennen, oude boerenschuren, blozende boerinnekes met diepe decolletés, dobbel flippen, grote pinten, Steenuilkes en Witte Kwikstaarten. Mest is de Vlaamsche boerenbuiten, met z'n mals gras en akkers als wiegende zeeën en dat soort dingen. Mest is mijn heimat, home sweet home. Mest is pure melancholie. Country Roads, where I belong youknoo...
Ik hou dus een beetje van circussen. Circussen brengen Vlaanderen dichterbij, hoe raar 't ook mag klinken. Laat ze dus maar hun tent neerpoten en hun camion met zwembad op mijn plaats parkeren. En mochten ze hun Afrikaanse rommelbeesten vervangen door echte gedomesticeerde merken dan zou ik pas helemaal tevreden zijn...

dinsdag 8 november 2011

Wegdromer 15

Who Can It Be Now - Men At Work
80's FOREVER!!!

Cat At Work

Célia nog niet thuis
Bart al lang
Bart huis vol bakken gezet
Met hout en ijzer en lijm enzo
Bart 'trucs' maken
Ikke Bart meehelpen altijd
Piratenpistool maken
En bier drinken
En met vijsjes spelen
En buskruit enzo
Ikke al uitkijken naar morgen
Morgen Bart vis roken
Ikke extra vroeg opstaan
Visjes vangen in Célia's visbak
Lekker lekker!

zaterdag 5 november 2011

Technology won't save us


Gisteren kondigde Meteofrance de 'Alerte Rouge'-toestand af voor bijna de hele Languedoc-Roussillon, wat zeggen wil: als je niet echt buiten hoeft te zijn blijf je beter binnen. Hevige windstoten en slagregens afgewisseld met bijna windstille periodes zijn de laatste dagen gewone kost geworden. Voor de puristen: uiteraard is dit geen moesson, niets te maken met het fenomeen dat zich rond de Indische Oceaan afspeelt maar de effecten op de grond zijn nagenoeg dezelfde. Op minder dan een minuut is je jeansbroek straal doorweekt en staat het water in je schoenen. I did it, gewoon heel impressionnant! En zalig, want 't is hier nog steeds behoorlijk warm en dus voelt dat beetje regen aan als een verkwikkende Tahiti-douche. Alleen jammer dat al de andere regiobewoners dit soort weerfenomenen hoogst onaangenaam vinden en zich de pijpen van hun broek klagen over die 'temps de merde'. Iedereen depressief. Geen bikinidames dus die zich spontaan douchen in de straat maar Material Girls die hopeloos worstelen met hun paraplu.
Zucht, waar is die 'adventure-spirit' toch heen? De mensen leven niet meer mee met het weer, de aardbevingen, de vulkaanuitbarstingen en de sprinkhanenplagen. We zijn een bende materialistische klagers geworden die in paniek slaat als 't regent en een stukje van ons huis instort, als een stuifmeeltapijt onze wagen geel kleurt, als Boerenzwaluwen onze vensterbank beschilderen, als er mos groeit in ons gazon, of distels en brandnetels, als onze gsm het laat afweten, als er niemand reageert op onze Facebook-pagina, als ons virtueel Gallisch dorp door de Romeinen wordt platgebrand - hoezo nooit van 'Travian' gehoord? - als er bruin water uit de kraan komt, als er eenden in ons zwembad landen of als er enkele duizenden Spreeuwen de platanen in de avenues tot slaapplaats bombarderen. We zijn zo ontzettend afhankelijk geworden van alle materiële rommel dat we ons overlevingsinstinct en dat laatste restje link met de natuur stukje bij beetje aan 't verliezen zijn.
Jammer, maar mij niet gelaten, iedereen doet of laat wat hij wil. Zolang ze maar niet klagen als ik sardienen rook op ons terras, of slangen ontvel, of everzwijnhespen pekel, of met volle teugen geniet van vulkaanuitbarstingen op IJsland en Alertes-Rouge in de Languedoc...
Keep on rocking!

dinsdag 1 november 2011

De Boskakker

Een man stapt binnen in een café en gaat naar de toog. 'Verdorie' zegt hij tegen de cafébaas, 'het ruikt hier alsof er iemand een drol heeft gedraaid!'. De cafébaas schrikt en geeft de man een pint.
De volgende dag komt een nieuwe klant binnen en bestelt een glas. 'Dju man' zegt hij tegen de cafébaas 'hier heeft precies iemand een stevig postpak afgeleverd!'.
De cafébaas zegt bij zichzelf 'nu is 't genoeg, ik moet er echt iets aan doen of ik raak al m'n klanten kwijt...'.
Hij gaat naar de winkel, koopt wat dennengeurverspreiders en 's avonds ledigt hij drie bussen in z'n café.
's Anderendaags komt een klant binnen, bestelt een Palmke en de cafébaas vraagt 'ruik je niets bijzonders?'.
'Ben blij dat je 't opmerkt' zegt de man, 'het ruikt hier alsof er iemand in 't bos heeft gescheten!'

Kronenbourger Bloempot

Weet je wat ik gisteren voor een gemeenschappelijke afvalcontainer vond? Restafval gaat in de franse steden in gemeenschappelijke containers die dagelijks worden leeggemaakt, in Frankrijk betaalt de vervuiler niet... Drie kratten Kronenbourg verdorie! Met september 2006 als vervaldatum, weliswaar. Los van 't gegeven dat het bier vijf jaar na datum misschien eindelijk te drinken is geworden, deed de vondst me meteen denken aan een anecdote uit de tijd dat ik nog 'op 't ministerie zat' aka bij de Vlaamse Overheid werkte als eindverantwoordelijke van de denktank die zich bezighield met de implementatie van het gebruik van beukenbosgeurverspreiders in de damestoiletten van ANB, maar ook dit volledig terzijde. 
Op een dag was een collega het archief aan ’t uitmesten. Na drie weken hoorden we hem plots roepen. Toen we nieuwsgierig een kijkje gingen nemen wees hij ons op z'n nieuwste ontdekking - daags ervoor had hij immers twintig dozen afwasmiddel gevonden: vijf volle bakken bier, Maes en Dobbele Palm en dat soort dingen. Vervaldatum: februari 2004. We waren juli 2007. ’t Zaakje was dus volgens de meesten niet meer drinkbaar en bijgevolg bleven de bakken wekenlang onaangeroerd in de gang staan. Tot er plots flesjes begonnen te verdwijnen. En nog meer. En nog meer. Bovendien begon er een eigenaardige geur in de gangen te waren. Wat was er toch aan de hand? Was er verband tussen beide fenomenen? Zat er een biermol in onze de rangen? Wie zoop er stiekem al dat bier op? De schuldige moest echter niet ver worden gezocht daar deze niet eens de moeite deed de lege flesjes te verbergen.
‘Bart, scheelt er iets?’ vroeg collega Kimmy me toen ze bij ’t nemen van een kopietje - de enige kopieermachine van onze afdeling stond in mijn bureau - alle lege flesjes op mijn vensterbank zag staan. ‘Neen, waarom meiske?’ vroeg ik. ‘Jij zit hier toch niet al dat oud bier op te zuipen?’ vroeg ze onzeker. Ik barstte in lachen uit. ‘Maar neen, ik geef dat aan mijn gember!’ stelde ik haar gerust terwijl ik naar m’n plant wees. 'Je wat?!' Jaren ervoor had ik uit Madeira een gemberknol meegebracht. Dat ding was beginnen groeien maar echt gezond had hij er nooit uitgezien. Ik redeneerde dus als volgt: bier bestaat uit koolhydraten en koolhydraten zijn 'dikmakers'. Van teveel word je dus moddervet. Als zoiets werkt bij mensen moet dat toch ook bij planten werken, niet? Bier was misschien een prima meststof? Het idee leek me geloofwaardig en ik waagde het experiment, met m’n eigen gember als proefkonijn. 
Na één week therapie – a rato van vijf flesjes of één liter bier per dag – gebeurde er niets. De tweede week explodeerde de plant. Gemiddeld maakte hij om de twee dagen een nieuwe scheut! Het resultaat was ronduit spectaculair. Natuurlijk rook ons bureau naar een fuifzaal de dag nadat die Lustige Tiroler Bierfreunde er de intro hadden gegeven van het concert van de Brakelse metalgroep Motörfaust. Natuurlijk was dat slecht voor het imago van ANB, van de minister en van de Vlaamse overheid in het algemeen. Wat gingen de bezoekers immers niet denken? Was ik wel goed bij m'n hoofd? Soit, zoals zovaak hadden m'n superieuren hun apriori's bij m'n experiment maar zoals evensteeds konden ze doodleuk 't beukenbos in. Wat zou het immers, mijn gember floreerde als nooit tevoren en wat goed was voor mijn gember was goed voor iedereen, redeneerde ik. Van heinde en verre kwamen m'n collega's ’t Biermirakel bewonderen. Ons bureau werd een bierversie van de Grot van Lourdes. M'n gember werd een hype, zowaar. 
Back to reality. Toen ik gisteren dus die vracht 'Kro' vond aarzelde ik geen seconde en sleepte de hoeveelheid naar m'n spelonk. We hebben immers een Loquatboom of Japanse Wolmispel op ons terras - ooit als pit meegebracht uit Lissabon, waar hij 'njesjpresj' wordt genoemd - die sinds hij in 't zuiden staat er stukken beter aan toe is dan in de tuin in Horebeke. Hij kan echter wat extra's gebruiken en wat goed was voor mijn gember is goed voor mijn njesjpresj. 
Voilà, sinds gisteren is onze boom dus aan z'n bierkuur begonnen. 'Kro' is zoals Heineken, de enigen die je'r plezier mee doet zijn de planten...

maandag 31 oktober 2011

Bhai 3.0


Een vriend zei me onlangs dat hij zichzelf een 'messenromanticus' noemde - een woord dat ik niet kende maar een dat de lading volledig dekt. Ook ik ben zo'n soort romanticus, immers. Ik hou van messen, reeds m'n hele leven lang. Zoiets heb je of zoiets heb je niet. Heb je't dan begrijp je't, heb je't niet dan doe je best geen moeite. Net zoals Célia een hele avond op een schoenensite kan surfen zonder ook maar één paar te kopen - of toch bijna - kan ik hetzelfde doen met messenlectuur. Het verschil tussen ons is echter dat zij haar laarzen niet zelf maakt...
Weet je wat een ongelooflijk fijn gevoel geeft - naast een nieuw exemplaar uit z'n verpakking halen en voor 't eerst in de hand houden? Een nieuw, handgemaakt exemplaar loslaten. Alweer een project gefinaliseerd, alweer een stukje ervaring meer opgebouwd, alweer een idee omgezet naar iets materieels.
De nieuwe 'Bhai' is er, en hij voelt geweldig aan Louis. Het ultieme outdoor-mes, en daar hoef ik niet eens rood voor te worden...
Ideaal om everzwijnen uit te benen, shelters te construeren en vlotten te bouwen. En droge saucisson in fijne plakjes te snijden, bijvoorbeeld.
Hier klikken voor meer moois!

zondag 30 oktober 2011

Camenbert Vulcanisé

Wat denken jullie van een soort nieuwe rubriek in deze blog? Ons mentaal welzijn verzorgen is immers één zaak, wat om handen hebben een tweede - daar dient Yak-Proof voor - maar een en ander in de buik hebben is toch een geneugte waar we in Frankrijkland moeilijk om heen kunnen, niet? De Fransen hebben een enorme diversiteit op knabbelgebied, een cliché dat zo oud is als 't Centraal Massief maar zo waar als de waardeloosheid van de Franse rockmuziek, maar dit geheel terzijde.
Zoveel geologische en geomorfologische variatie in één land, zoveel 'terroirs' - van de ruigheid van de Pyreneeën over de vochtige zachtheid van Bretagne tot de goudgele akkers van 'Le Nord' - zoveel streken met een eigen entiteit, zoveel lokale cultuurverschillen, zoveel nuances op culinair gebied. De rijkdom van de Franse keuken is de logica zelve. Daarom ga ik dus af en toe eens een onnozelheidje neerkrabbelen dat je in een wip kan klaarmaken en je echt eens moet proberen.

Het gerecht van de dag dus: 'Camenbert Vulcanisé' aka gevulkaniseerde Camenbert.
Nodig: een niet gepasteuriseerde Camenbert, een oven of kampvuur en een 'baguette' alias 'Frans bruut'. Het merk maakt geen knijt uit, zolang hij maar uit Normandië komt en niet gepasteuriseerd is. Mijn voorkeur? Die van Isigny uiteraard, zonder nadenken.
To do: haal de kaas uit z'n verpakking, verwijder z'n inpakpapier, steek hem terug in z'n houten kribbeke, rol het geheel - 'het geheel', heb ik gezegd - in alufolie en steek hem tussen de sintels of in de oven. Als hij begint te sissen, te roken en te stinken is hij gaar en haal je'm uit z'n warme omgeving. Verwijder z'n cocon, dompel er schaamteloos een stuk brood in en vlam het geheel in je mond - oppassen want een gesmolten Camenbert is gloeiend heet. Geen slecht idee dus om eerst wat te blazen of tenminste de Flamazine bij de hand te houden. You'll see, na tien minuten blijft er van je kaas geen kruimel meer over. Snel, stevig en onweerstaanbaar!
Dranktip: appelcider, évidemment. En daarna een Calva'ke of twee.
Smakelijk!

zaterdag 29 oktober 2011

Onze Moesson

Onze Moesson, die uit de hemel komt
Geen dag ben je te vroeg
Ga vooral nog niet weg
Uw wil geschiede op aarde als in de hemel
Geef ons heden onze dagelijkse dosis
En zie vooral niet op een liter
Zoals ook wij niet op een glas zien
Wat die bekoring betreft
Go for it
En verlos ons van die droogte
Amen

vrijdag 28 oktober 2011

Through The Monsoon

Het regenseizoen is begonnen. Eindelijk! Niet zomaar wat mierengezeik maar echte 'drasj national', met echt water en rukwinden enzo en overstromingen en natte broek en verfrommelde ledematen en dat soort dingen. Eindelijk! En of ik er van genoten heb! Gisteren was ik toevallig eens op verplaatsing in 't bergachtige binnenland van Béziers en uiteraard stond er net die dag wat buitenwerk op 't menu.
't Begon met hevige wind en mist. Daarna de eerste druppels en in plaats van een lekkebekkend voorspel kregen we meteen de zware kalibers op ons hoofd. Of beter, op mijn hoofd want de schildersploeg hield het nog voor dat voorspel voor bekeken. Onder het mom van 'de verf wil niet drogen' - niet moeilijk met 95% luchtvochtigheid - sloegen ze 't - in hun ogen toch - verbluffende schouwspel gade van een nordist die al maanden geen druppel regen meer had gezien - Bretagne uitgezonderd. Bàkken vielen er uit de hemel. In een mum van tijd veranderden de straatjes van 't bergdorp in woeste bergbeekjes, geholpen door 't gegeven dat ondergetekende aardig wat snoeisel op de straat had gekeild, plantenafval dat meteen door 't wassende water werd meegesleurd en zich voor de ingang van een collector propte. Miljààrdeuh! Gevolg: collector kaputt. Gevolg: tonnen water die in ware Niagarastijl de straat op spoten. Prachtig! Het enige wat ontbrak was een muzikale omlijsting genre 'Ride of the Valkyries' van Wagner uit 'Apocalyps Now', een gebrek dat ik maar heb gecompenseerd door zelf m'n begeleiding te verzorgen. Singin' in the Rain. Only Happy When It Rains. Who'll Stop The Rain. Rain Down On Me. Rainig Men. M'n collega's snapten er geen ballen van. 'La Force De La Nature' is m'n nieuwe bijnaam. I like!
De hele dag door heeft het geregend. Geen droge vezel had ik 's avonds nog aan m'n lijf en weet je wat? Vanmorgen was 't wéér van dat! Is er iets mooiers dan 's ochtenstonds in 't donker naar 't werk fietsen terwijl de regen op je high-tech-waterproof-megadure-gore-texjas tokkelt? 't Zal het foetuscomplex zijn, wellicht. 'k Heb het bijvoorbeeld ook altijd 'vree wijs' gevonden in een tent te zitten terwijl 't buiten hondeweer is. Weten dat jij lekker in je yakproof cocon zit die zo vakkundig en liefdevol en met kennis van zaken is gezekerd dat er een orkaan voor nodig is om haar van haar plaats te krijgen. Tramontane die beukt tegen je schelpje van aluminium en textiel. Metaal dat buigt maar niet breekt. Textiel dat knarst maar niet scheurt. Touwen die fluiten maar niet worden losgerukt. En daar lig jij dan, soep met ballen te smikkelen met tucskes en chips en droge 'saucisse du terroir' en pastis enzo. Zàlig is dat! Remember Bart?
Soit, 'k vind dat een regenjack zo'n beetje 't zelfde effect geeft. Een heel klein beetje. Alleen had ik dat kledingstuk gisteren een beetje vergeten. Oeps, maar zalig was 't zeker.
Weet je wat ik dit weekend zeker ga doen? Kayakken! Met m'n kayakrok 'la jupe' en m'n regenjas. En m'n doradeharpoen, bij gebrek aan walvissen weetjewel.
Het water komt me nu reeds in de mond, al heeft dat misschien eerder te maken met een tand die zonet is ontzenuwd. 'Quelles racines balèzes!' complimenteerde de 'tubib' me. En BAF!! daar vloog de bazookaspuit in m'n onderkaak. De klootzak...

donderdag 20 oktober 2011

Big Wheel Keep On Turning...

De laatste week, of beter wekén, samengevat - op een rappeke:
  • hopen werk - 'k ga meer en meer de pure schrijnwerkerijtoer op, I like, buildin' boatz I will! 
  • sinds gisteren een pittige tramontane die hier de boel stevig aan 't afkoelen is en die rottige dorades uit hun al even rottige étang zal jagen
  • flessen Patch' die maar al te snel leeg zijn - 'k ga uit pure noodzaak efkes over-en-weer naar Organby moeten
  • hopen creativiteit waar ik uit tijdsgebrek veel te weinig mee kan doen - en uit respect voor de buren en m'n madam probeer ik zo weinig mogelijk 's nachts te bricoleren. Daarvoor was onze molen met m'n atelier ideaal: als 'k het 's nachts 'in m'n ster' kreeg hoefde ik me niet voor de halve stad te verontschuldigen...
  • eergisteren een groepje Kraanvogels dat toeterend over de stad trok - een mirakel dat m'n cirkelzaag even stil stond
  • dit weekend een geweldige deining op zee. Hoe ik dat weet? Omdat ook ik op die zee zat. In m'n kayak, even een collega gaan goeiedag zeggen die met z'n boot nogal ver uit de kust - niks aan de hand ma, 'k kon Sète nog net boven de horizon zien uitsteken, vanop een golftop tenminste - aan 't vissen was. Op de terugweg werd deze skipper echter zo mottig dat 't geen haar heeft gescheeld of ik was braakhalzend als een dronken Aalscholver de haven terug ingevaren. Doe ik niet meer, bij hevige zee uitvaren...
  • en tot slot een geweldige goesting om een dezer dagen nog eens naar de Canigou te trekken....
  • Rollin' On A River

woensdag 12 oktober 2011

Wegdromer 14

The Tragically Hip - Ahead By A Century

Nini

Gisteren namen we me een bijzonder zwaar hartje afscheid van onze ouwe getrouwe Nini. Niertumor. Gevorderd stadium. Op heel korte tijd was hij geweldig acheruitgegaan en we hebben hem een triest einde bespaard...
Nini was een mensenvriend. De grootste die ik ooit heb gekend. Hij hield van iedereen en iedereen hield van hem. 'Adorable' is 't woord dat 't beste bij hem paste. 's Avonds wachtte hij steevast bovenaan de trap toen we thuiskwamen van 't werk, om nadat we hem riepen blij miauwend de trap af te stormen...
Geen zin om verder te pennen eigenlijk...
't Huis is leeg zonder jou beste vriend 'mon grand guerrier'. We missen je verschrikkelijk. Wie gaat nu alle vliegen vangen in huis? Daarin was hij onklopbaar. Ook daarin...

zaterdag 8 oktober 2011

The Very Good Trip

Fijn om weer in de ether te zijn - Célia was er immers voor een weekje met de laptop vandoor. No internet, no tv. Gevolg was dat het hele kot in één ruk getransformeerd werd in een soort artistieke psychedelische bouwwerf. Stilzitten kan ik blijkbaar niet. 'Me reposer' is iets waar ik niet toe in staat ben. Geen wonder dat ik op vakantie vaak tot een kot in de dag slaap...
Er hing deze week dus een reukje aan alles wat ik uitstak. De douche moest dringend worden hertegeld - eigenlijk was 't een stuk ingewikkelder maar kom - in de badkamer walmde met van de lijm, 'mousse expansive' en 'glycero'-verf. Op de huis-tuin-en-keukentafel lag een stuk van Mr. Bluesky - de glasvezel-telegeleide-anti-groc 'gros con de chasseur' minibommenwerper waar ik bij vrouwelijke afwezigheid aan voortbouw - uit te harden na een zoveelste epoxybeurt en een 'Bhai 2.0' - very very yak-proof - die een finale antiroestlaag had gekregen en in 't salon stond de salontafel te glimmen na een frisse oliebeurt. En dan had ik het nog niet eens over de kattenbakken die 'fin de parcours' waren, de camenbert die te pruttelen zat in de oven - hoezo gekentani? - en de sardienes die te roken hingen op 't terras. De minste vonk en 't hele appartement zou de lucht in gevlogen zijn - mits niet genoeg geventileerd.
Best eens fijn, eigenlijk. Zorgeloos thuis bricoleren in een delirium van K's Choice en de Foo Fighters, Patcharan en Red Bull en epoxy-glycero-sikaflex-olie-camenbert-sardiene-olijf-en-steeneikenrookgeur.
Moet kunnen. Very Good Trip, I made...
En denk vooral niet dat ik niet blij ben dat de madam terug is.
Zo wordt die stinkende afwas tenminste weggewerkt.
Whaaaaaaaaaaahahaaaaaaaaaaaaa!!!!

zaterdag 1 oktober 2011

On Celtic Ground

Een single malt, Altan op de achtergrond, reeds nacht buiten, en m'n gedachten waaien meteen zo'n 1200 km verder. Minstens. Bretagne, Ierland of Schotland. Mocht ik ooit de kans krijgen om echt opnieuw te beginnen en een Vaste Stek op te bouwen dan zou ik voor 't eerste kiezen. On Celtic Ground. Daar ga ik me wellicht 't meest op m'n gemak voelen. Schrap 'wellicht' maar. Leven op 't ritme van 't tij, vis en bier, patatten en boter, mist en prachtige hemels, een houten bootje op 't slijk - of dobberend op de golven een paar uur later, een stel schapen en een Bordercollie - wat zeg ik, twéé Borders!, een buurman op 10 km, harten van goud, 't gekrijs van de meeuwen...
'What the fuck' zit ik hier in 't zuiden te doen? Hardcore nordisten als ik hebben hier geen zak te zoeken. Een ervaring is 't, niet meer dan dat. Een rijke, dat wel. Met wat ik nu in handen heb zet ik een huis recht. On Celtic Ground. Verankerd in een of ander Hercynische massief. Geologie is belangrijk. Geen molen meer, tenzij ik een echtscheiding wil riskeren, maar een opgekalefaterd huizeken in graniet of zandsteen 'Ol' Red Sandstone youknoo'. Met een grooooooooooooooooote hangar in dezelfde stijl...
Nog een jaartje.
We kunnen alleen maar noordelijker.

Brid Og Ni Mhaille  - Altan

Viskoorts

Ergens in de Etang de Thau zit een vis die een dezer dagen in mijn buik zal belanden. Misschien morgen, misschien volgende week, langer zal 't wellicht niet duren want er heerst Viskoorts in de streek. Of je 't nu wilt of niet, je raakt erdoor bevangen. Iedereen praat plots over vissen, vissen is een 'buzz'. Vorige week heb ik me herhaaldelijk vervloekt toen ik bij valavond het binnenmeer op kayakte en overal rond me het spiegelgladde wateroppervlak zag wriemelen en de vissen uit het water zag springen. De vissers aan 'La plaguette' en 'La Pointe Courte' zitten er al een maand werkloos bij. Van 's morgens tot 's avonds zitten ze als apen naar hun lijn te koekeloeren zonder dat er ook maar één Dorade of Zeebaars in hun koelbox belandt.
Te warm, dat is 't. Vorige week circuleerden de middagtemperaturen tussen de 26° en 29°C. We zijn begin oktober, komaan zeg. Normaliter zou het vanaf half september merkbaar koeler moeten worden. Zouden enkele Tramontanestoten de watertemperatuur van de Etang sterk moeten doen zakken, zouden de miljoenen Dorades die zich een hele zomer hebben volgevreten aan de oesterbanken massaal naar zee moeten trekken en zouden de vissers op de twee spots de ene na de andere joekel moeten bovenhalen. Niets dus, nada, noppes de ballen. De temperaturen blijven hoog, dit is zelfs geen nazomer meer. Dit is bakken.
Intussen wachten de vissen af. En de vissers. Iedereen voelt dat er iets groots staat te gebeuren. De Viskoorts heeft ons te pakken. Eén koudestoot hebben we nodig om de stop uit de étang te halen. Eén koeltepush en een heel visvolk zal als een wervelstorm naar zee trekken. It will be big. En daartussen zit ergens de mijne, of zitten de mijn.
Ik ben intussen voorbereid. De volgende keer dat ik 't water opga ga ik eens doodleuk een lijn achter m'n kayak trekken met een paar siliconegarnalen 'leurres souples'. Ben benieuwd of zo'n vorm van passief vissen werkelijk iets kan opleveren. Veel moeite kost het alvast niet. En als dat niet lukt proberen we 't via de kant met kunstaas, lepel, cannabisextract, een spartelende cavia of dynamiet. Vissen is geen sport. Vissen is oorlog.
In de pan, jij rotvis.

dinsdag 27 september 2011

Spreuk van vandaag

Hoe meer ik de mensen leer kennen, hoe liever ik m'n poezen zie...

Auteur onbekend, maar hij of zij verdient een standbeeld...

maandag 26 september 2011

Wegdromer 12

Linger - The Cranberries

102 km later...

Zeggen dat het pas gisterochtend was dat ik opgelucht, en gedeeltelijk verwoest, over de eindstreep donderde. Niet mankend, niet huilend, niet euforisch. Gewoon blij dat het eindelijk gedaan was. En blij dat je aan dat geteisterde lijf kon zeggen ' 't is gedaan jong, good job, het énige wat ik je nu nog vraag is of je zo lief wil zijn om me naar de wagen te brengen die zowat twee kilometer verder geparkeerd staat'. Twéé kilometer, miljààrde. Van in 't begin wist ik dat dat de zwaarste gingen worden van de hele tocht. Niet meteen stimulerend voor de moraal...
Soit, m'n verstijfde benen brachten me naar de wagen en ik denk niet dat het langer dan een paar minuten heeft geduurd eer ik in slaap viel. Om twee uur later wakker te schieten van een hels kabaal op 't dak van de wagen. Paardekastanjes. Eind september. Uiteraard had ik me net onder zo'n schijtboom geparkeerd. Gelukkig heeft de boom in kwestie het bij één bombardement gehouden - of heb ik de andere niet eens gehoord...
Zo eindigde dus m'n 100 km van Millau. Een mars zoals ik er nog nooit een had meegemaakt. Anders, uniek eigenlijk, in een hoop opzichten van de 100's die ik ooit heb gestapt in België. Het concept 'Millau' is simpel: je beschrijft twee lussen met Millau als knooppunt. Twee lussen doorheen een ongelooflijk mooi landschap, de Gorges du Tarn. De eerste lus, een marathon, voert je stroomopwaarts de vallei van de Tarn in, de eerste helft via de rechteroever, de tweede via de linkeroever. Het héle parcours is volledig autovrij en je loopt de hele tijd op asfalt - een ware verademing vergeleken met de Nacht van Vlaanderen, bijvoorbeeld. Juist ja, de Nacht van Wést-Vlaanderen - waar ik trouwens een van de grootste fans van blijf... De marathon is wat golvend 'mais c'est après Millau que ça se complique...' zei een medestapper me aan de start. De tweede lus, eigenlijk is 't niet eens een lus, voert je over één weg - onder 't viaduct van Millau door, kiekevel! - stroomafwaarts van de Tarn naar St.-Affrique - 'the point of return', vlakbij Roquefort-sur-Soulzon trouwens. Over één en dezelfde weg. Volledig autovrij. Maar wel over dezelfde weg miljaarde. Met andere woorden: toen ik aan 45 km zat zag ik de eerste lopers me in de andere richting voorbijsnellen - de winnaar deed er trouwens iets meer dan 7 uur over om terug aan de meet te zijn, een onvoorstelbaar resultaat. Tot St.-Affrique komen lopers en medestappers je dus tegemoet - een vrij deprimerende situatie daar je met je eigen ogen ziet hoeveel volk er voor je zit. Of hoever je wel aan de staart zit, ook. Je mag jezelf dan wel wijsmaken 'dat het geen wedstrijd is' en dat 'ze uitstappen' het enige is wat telt. Dikke zever, als je aan 't stappen bent wil je zo ver mogelijk vooraan eindigen, basta.
De tweede lus was inderdaad een stuk 'gecomplikeerder'. Bergop en bergaf. Lànge bergoppen en lànge bergaffen. Slopend, zeker als je niet weet hoeveel er nog komen moet. 'Duurt die klotehelling nog lang? Zijn we'r nu nog niet? Etc.' Tijdens een 100 is 't altijd te lang of te breed. Hoe verder je stapt hoe meer je binnensmonds klaagt. Tot je op zeker moment stopt met denken en alleen nog maar de ene voet voor de andere zet. De eerste helft van de tweede lus heeft me geen plezier gedaan. Dat blééf maar duren tot St.-Affrique: 55, 60, 65, 70, 'waar is dat ... lokaal p..d..m..??? En dan op 71 de deklik, toch. Wat eten, veel drinken, niet te lang blijven zitten en rap weer op weg, 'we zijn op de terugweg!!!'.
Ik beging de fout om tijdens de marathon een paar 'kartouchen' te verschieten die ik beter achter de hand had gehouden. Komt ervan als je 't parcours niet kent. 't Was niet nodig 'om die benen eens te testen', nodeloze energieverspilling. Volgend jaar overnacht ik ook ter plaatse. Om 5.00 opstaan om pas 5 uur later te starten is geen goede voorbereiding. Bijna alle stappers die ik heb ontmoet overnachtten ter plaatse. Niets boven een goede nachtrust. Volgend jaar zou 't misschien ook verstandiger zijn toch wat meer te gaan trainen. Waarom bijvoorbeeld geen weekendje ter plaatse gaan doorbrengen? 's Ochtends trainen, 's namiddags kayakken of met de gieren spelen? Soit, 'k Had gehoopt er 15 uur over te doen, 't zijn er twee meer geworden. Je zou kunnen stellen dat ik dus twee uur langer van m'n 55 euro inschrijvingsgeld heb kunnen genieten. Juist ja. De prijs voor de parcourskennis dus. Goed, maar niet uitstekend.
En toch prijs ik me gelukkig bij het zootje te horen dat de eindstreep haalde het hoofd rechtop. Zonder 'accompagnateur', zonder massages op de hulpposten, zonder m'n maag uit m'n lijf te hebben gebraakt, zonder al te vaak de grasbermen te hebben ondergeschreven, zonder dat het bloed uit m'n schoenen liep - een 100 is en blijft rauw afzien. Velen geven op, je vindt hen doelloos voor zich uitkijkend op de hulpposten of gewoon langs de kant. Soit, vandaag sputtert het lijf nog nauwelijks tegen. Een goeie pint straks en de recuperatie is rond.
Op volgend jaar, in 2012 zal 't alleen maar beter gaan.
En sneller, zeker weten.

vrijdag 23 september 2011

Wegdromer 11

Mixed Emotions - Rolling Stones

Millau Malström

Net nu ik miljaarde elk uur slaap goed zou kunnen gebruiken doe ik weer geen oog dicht. Net voor ik naar Organby vertrok was dat net zo: na anderhalf uur slaap game over. Geen wonder dat ik om twee uur 's nachts al achter 't stuur zat...
Nu dus weer, zij het dan wel een dag te vroeg want wat me hartgeklop geeft is pas morgen: Millau! Morgenochtend om 10.00 (!) wordt het startschot gegeven van een van de meest bekende lange-afstandsmarsen in Frankrijk, die bovendien toevallig z'n 40e verjaardag viert. 'En Millau, klaar voor?' vroeg m'n collega me begin deze week. 'Zeker weten, on va les bouffer!'. Eerst ze nog stappen uiteraard, 't blijft tenslotte nog steeds een 100 km en zulke dingen behandel je met respect. 'Le truc' is echter dat ik totaal niet weet waaraan ik me kan verwachten. Dat ik het parcours enkel ken van kaartjes en van 'horen zeggen' en dat ik dus niet goed kan inschatten hoe ik m'n koers moet indelen. Doseren dus. Beter teveel dan te weinig. De rem erop tot 80 km en als er dan nog fuel in de tank zit 't gaspedaal diep indrukken. Zoiets. Daardoor raak ik dus niet meer in slaap. Douchka vindt het trouwens geweldig. Dat pluizig poezebeestje zit op 20cm van m'n hoofd in haar rieten vulkaan - of hoe heet zo'n ikeameubel - haar toilet te maken. Likken op de pootjes en vervolgens met de pootjes over de oortjes. Methodiek zoals alleen poezen dat kunnen. Kleine pruts.
Soit, vanmiddag gaat de riem eraf op 't werk. En vanochtend alleen offertes maken en 't werk van volgende week voorbereiden. Lichte dienst dus, 't is deze week goed geweest. Gisteren tot een kot in de avond zitten lassen en slijpen met één doel: 't programma voor de week erdoor malen. 'Waarom werk je zo laat?' vroeg m'n patron. 'Millau'. 'Waarom doe je dit en doe je dat?'. 'Millau'. Een 100 wordt de week ervoor een obsessie. Je komt in een maalstroom terecht - denk aan dit, doe dat, vergeet vooral dàt niet etc. Millau. 'Ben je nu ook al lasser?' vroeg een andere collega me. 'Vandaag lasser jong, morgen carreleerder, overmorgen loodgieter, daags erna schrijnwerker en de dag dààrna huurdoder. Of gynecoloog-aan-huis. Whatever, dat noemen ze 'multiservice'. M'n 'kooi' moest dus af gisteren. Sommigen zien er een meubel in dat je in discotheken ziet waarop schaars geklede bomba's zich in alle bochten kronkelen. Een ander noemde het een 'haaienkooi', zo'n kooi waarin je de haaien ongestoord en risicoloos kan observeren. In feite is 't een, een stalen kooi eigenlijk, die de motor van een airco moet beschermen tegen vandalisme. 'Yak-proof' dus. Een twintigtal slijpschijven, een vijftigtal 'bagetten' alias electroden, een tiental lopende meter 30/30 stalen buis, evenveel 25/25 stalen hoekprofiel, vier zware scharnieren direct gelast op de kader, twee vierkante meter geperforeerde staalplaat en een veiligheidsslot. Ze mogen op hun beide oren slapen, hun airco is veilig. Zeker nadat we de haaienkooi volgende week met chemische ankers zullen vastgezet hebben aan de muur en de vloer...
't Contrast met Organby kon niet groter zijn. Nog geen seconde stilgezeten heb ik. En morgen Millau. Laten we eerst nog wat proberen te slapen...

zaterdag 17 september 2011

Black Saturday

Net zoals vorige week kan ik alweer de slaap niet vatten. Vandaag omdat er wat bricoleerwerk op 't programma staat, vorige week omdat de ontruiming van ons arendsnest zich aankondigde - iets waar we alle vijf enorm 'tegen op' zagen. Elkeen deed z'n werk in stilte, aan de ontbijttafel werd nauwelijks een woord gezegd, om 10.00 waren alle fysieke sporen uitgewist van een dolle week. De nog rokende jagerchalets uitgezonderd...
Na nog wat stevig handengeschud op de col reden we in microkonvooi - two is a crowd - richting St.-Jean-Pied-de-Port, onderweg nog even stoppend om wat 'Ossau-Iraty' in te slaan, de beste schapenkaas van de hele wereld, gemaakt van het sap van de schaapjes die ons vaak 's ochtends gezelschap hielden op de col.
Vervolgens gingen we definitief uit elkaar, het vervolg is bekend... 's Avonds bevond ik me alweer tussen 't volk in Montpellier. Het contrast met de vorige dagen kon niet groter zijn. Geen wonder dat ik de hele avond bijna m'n bek niet heb opengedaan, tenzij om er wat koud bier in te gieten. Slecht idee om net die avond een avondje uit met kennissen te plannen, m'n vrienden had ik achtergelaten in de bergen...

Organby 2011 was een onvergetelijke belevenis, al heb ik dat al gezegd. 't Deed me enorm deugd jullie allen nog eens terug te zien, 't leek wel alsof al die jaren dat we elkaar niet meer hadden gezien in één veeg waren uitgewist. Er ging trouwens geen dag voorbij zonder dat er wel iemand over 'onze Johan' begon. Onze Falsterbo-man zou dit geweldig hebben gevonden...
Vriendschap is een product dat de jaren goed verteert, blijkbaar. Daarmee wil ik niet gezegd hebben dat ik jullie zootje ongeregeld graag meteen wil terugzien - binnen een jaar is meer dan vroeg genoeg - maar laten we stellen dat jullie er allemaal nog mee door kunnen. 't Kan zijn dat 't volgend jaar misschien ook plezant zou kunnen worden. Hebben jullie nog contact met die twee Parisiennes trouwens? De blonde - hoe ze heette ben ik vergeten maar haar scheten vergeet ik nooit meer - mailde me nog dat ze graag eens naar Halle zou komen. René, hopelijk vind je 't niet erg dat ik jouw adres heb doorgegeven...
't Ga jullie goed, bende smeerlapkes. Hopelijk genoten jullie van 't overzicht. Pas goed op jullie zelf... Enne, Never Stop Birding!

vrijdag 16 september 2011

Stinky Friday

Vorige vrijdag draaiden de weergoden het roer radicaal om. Ze veranderden het geweer van schouder, gooiden het over een andere boeg en schoeiden het over een andere leest. 'Het weer in de bergen is zoals 't humeur van een vrouw', zei m'n ex me steeds. En zij kon 't verdorie goed weten...
Met andere woorden: vergeet nooit de naam te vragen van het individu waarmee je in de koffer duikt want je weet nooit naast wie je zal wakker worden. Indrukken zijn bedrieglijk, zeker in de bergen. Dit alles om te zeggen dat we donderdag in slaap waren gesukkeld met een vochtige noordoostenwind en vrijdagochtend wakker werden - de Alpenhoorn weetjewel, 'No Woman No Cry' deze keer - met een droge en warme zuidenwind. En een droge keel, ook. 's Ochtends was 't op 1.300m exact 22.7°C! Niet dat het van 't kaliber 'du jamais vu was', maar 't was toch even verschieten om in T-shirt naar de col te gaan terwijl ik vorig jaar op hetzelfde moment met ijsbloemen op de ramen van de wagen wakker werd. Juist ja, 'k sliep in de koffer van onze blauwe geschelpte, datzelfde vehikel dat een paar dagen later rokend langs de kant van de weg stond. Van Mazda naar 'Wazda'...
Zuidenwind dus. Warm en droog. En enorm sterk, zo sterk zelfs dat je'r zelfs niet aan denken moest om je driepoot van je scoop volledig uit te schuiven. Of tegen de wind in te ... geeuwen...
Stevige zuidenwind geeft in Organby drie scenario's: ofwel vliegen de vogels heel laag over de col, profiterend van elke beschutting die 't landschap hen bieden kan. Ofwel vliegen ze kilometers hoog boven je hoofd omdat er in hogere sferen een noordenwind staat - ooit meegemaakt, tellen is onmogelijk. Ofwel trekt er geen bal over. Niets hoog niets laag, noppes.
Het werd scenario drie: tot 's middags zagen we welgeteld één Bruine Kiek, twee Wespendieven, een Visarend en een Slangenarend. En spotten we in de verte eindelijk een Lammergier.
Daarmee help je uiteraard de honger de wereld niet uit. We besloten dus maar om de col - ook al was 't onze laatste dag - voor bekeken te houden en nog eens een kijkje rond Orhy te gaan nemen in de hoop de 'Gyp' wat beter te zien. Uit pure ongezonde interesse wilden we ook eens de sfeer gaan opsnuiven rond het paardenkadaver dat de Valen daags ervoor hadden ontdekt. Het karkas - voor de gelegnheid 'Johnny' gedoopt, van 'Rotten' van de Sex Pistols - lag er nog steeds, de gieren waren echter reeds lang de pijp uit. Een hoop platgetrapte kruiden, spetterpoepstrepen en een hoop pluimen waren de enige sporen van hun aanwezigheid. En enkele grote gaten Johnny's buik, ook. De flanken van het Orhy-massief liggen bezaaid met beenderen. Schapen, koeien, paarden, elke week gaat er wel eentje dood, dondert van een flank of drinkt zich een ongeluk. Geen wonder dat de gieren 't er zo goed doen...
Goed, ik weet nog dat we onze laatste dag afsloten met, hoe heet dat ook weer, juist ja, tàndpasta op een tàndenborsjtel. Féél tandpasjta.
En dat we met een frisse bek de nacht in gingen...

donderdag 15 september 2011

Smoky Thursday


Een week geleden maakte ik me voor de zoveelste keer bijzonder onpopulair. Niet omdat ik meer prehistorische ochtendgeluiden produceerde dan gewoonlijk, daaraan waren de maten intussen alweer reeds gewoon geraakt, wel omdat ik exact om 5.55 m'n alpenhoorn tevoorschijn toverde om een eigen variant van 'Knockin' on Heaven's Door' te burlen. Ben er zeker van dat men in Nieuw-Zeeland dacht dat de Dwergen alweer te diep hadden gegraven en op het monster 'Balrock' waren gestoten. Niet dus. Hoe maak je anders een hoop gepensioneerde dronkelappen wakker die daags voordien nog stellig hadden beloofd om halfzes op te staan 'we goen wel geried stoen!'?
Soit, tegen de zevenen zaten we met z'n vijfjes gedouchd en volgepropt en blij gezind in de wagen richting Spanje. Er was immers kloteweer aangekondigd en dus vonden we 't een uitgelezen moment om de ochtend vanop de Pic d'Orhy te beleven.
Vanop 'Port Larrau' was't voor afgetrainde Chasseurs Ardennais als wij maar een peulschil om in een wipje op Baskenlands hoogste te staan. Rond tien uur zaten we dan ook te genieten van een zicht van 360°, een 'koemeke vougeleite' en een 'goei zjat kaffei'. Levenskwaliteit meet zich aan de hand van kleine dingen...
De vorming van kleine cumulusjes wees er echter op dat het weer inderdaad aan 't veranderen was. Vanuit het noordoosten werd een resem vochtige lucht uit een noordelijker gelegen storing aangevoerd - 'zwanger van vocht' zou de VUBiaanse klimaprof 'den Decleir' zeggen... Die lucht werd tegen de bergen gedwongen te stijgen, koelde af en de waterdamp ging over in water. De eerste vezels sponnen zich van het enorme tapijt dat zich later op de avond voor onze ogen zou ontrollen. We besloten dus de pic te ontruimen en nog een keertje ons geluk te beproeven op Spanish Soil. Dat geluk was zoals steeds aan onze zijde - Bart Goemaere genaamd. Dwerg- en Slangenarend, een hoop Vale Gieren die net een kadaver hadden ontdekt, een metalen koffer vol wit poeder verscholen onder een hoop graszoden en twee Parijse liftsters die we in badpak van de weg plukten waren zowat de meest vermeldenswaardige zaken. De gewone dingen alweer, dus. 
Toen we 's avonds witbeneusd terug op Port Larrau stonden zat de boel zoals verwacht potdicht. Dikke wolkensluiers doken over de bergkammen Spanje binnen. Gezien hun temperatuur echter lager was dan die van de omgeving doken ze neer zodat het erop leek dat mistige tongen de Spaanse flanken aflikten. Hoe erotisch kan weerkunde toch zijn, niet? Veel stijgen hoefden we niet om boven de tongdingen uit te komen en het wonderlijke schouwspel met open mond gade te slaan. Toen plots een Slechtvalk boven het Franse rookgordijn kwam aangevlogen gingen we helemaal uit ons dak. 't Werd zelfs nog mooier toen zich bij 't afdalen naar de wagen de vreemdste optische effecten voordeden. Door de mist werden de zonnestralen zodanig getransformeerd dat we onze schaduwen in de mist geprojecteerd zagen. Het was alsof we onszelf konden bekijken in een andere dimensie. Ik weet dus nu reeds dat ik later als spook nog steeds m'n Indiana Jones-hoed zal aanhebben. Wreed neig!
De beelden spreken voor zich, als er iemand weet hoe ik Bob Dylan's klassieker erop kan plakken dan mag die mij altijd iets laten weten...

woensdag 14 september 2011

Lazy Wednesday

Van woensdag herinner ik me prachtig zomerweer, een hoop gebabbel, een siësta'ke, de gewone dingen in de lucht, een dikke honderd Wespendieven - hun maximum was nu echt wel voorbij, enkele prachtige lokale Duinpiepers die zich op een paar meter van ons hadden geposteerd, een Draaihals die wat verder naar mieren zocht, een uitgeputte weerballon, een prachtige ochtenddrol en nog wat uitstervend gekerm van een van de jagers die nog steeds onder z'n 4x4 lag. Een prachtige dag zonder pretenties, dus. Ik had het eigenlijk bijna hierbij kunnen laten ware het niet dat er in de late namiddag, alweer, een grote groep Ooievaars kwam aangevlogen. Plots was iedereen wakker, aan de jager werd zelfs geen aandacht meer besteed. Niet dat de Ooievaars ons zo erg interesseerden, we hadden er tenslotte al zoveel gezien en welke man ziet tenslotte graag een Ooievaar komen - komaan zeg, wat ons werkelijk bezighield klonk luidkeels uit onze spotterstrotten 'Les Aigles! Les Aigles! Les Aigles!'. Vogelaars hebben een kwade inborst. 'Le Côté Obscure de la Force' aka 'The Dark Side Of The Force'. Mannen houden van roofdieren, en echte mannen weten waarom. We wilden bloed zien. Liters bloed. Spetters op onze scoop, pluimen verspreid over half Frankrijk, en een verzadigd arendboerke na de maaltijd. 'Feel The Force!!!'
We wilden het, we kregen het! Of toch bijna. Toen de groep van drieënzeventig ooien en vaarzen op nog geen kilometer afstand was doken plots twee jonge Steenarenden op. 'Bouffez-les! Bouffez-les! Bouffez-les!' werd de nieuwste mantra. De arenden wilden niets liever, maar ze bakten er geen ballen van. Hun coördinatie ontbrak, evenals - daar leek het tenminste op - de wil om 't af te maken. Geen enkele Ooievaar liet zich afzonderen, integendeel, sommigen gingen zelfs in de tegenaanval. Na een kat-en-muis-spelletje van een kwartiertje - 'Star Wars' - hielden de twee 'Padawans' het voor bekeken en dropen af. Niet geheel teleurgesteld volgden we ze nog een tijdje, tot ze uit het zicht of in een andere vallei verdwenen. Ooievaars vs Steenarenden: 2-0!
De avond begon en eindigde zoals alle andere: drank, rock'n roll, veel vrouwen en de gebruikelijke vechtpartijen. We hadden 't weeral eens gehad, plasten het kampvuur uit en gingen op tijd naar bed, 's anderendaags stond er immers Orhy op 't menu.
'Leavin' Early, You Will!'

dinsdag 13 september 2011

Crazy Tuesday

Exact een week geleden waren we opnieuw present op de col. Een vuurzee boven de vallei van de Aspe kleurde de laatste slierten van de bloccage in alle mogelijke tinten rood, oranje en geel - niets gaat er boven de zonsopgangen in de Pyreneeën...
Terwijl de zon langzaam boven de kammen uitkroop en de mist in de valleien in een zachte gloed zette genoten we - door de scoop weliswaar - van de eerste vogels die in actieve vlucht hun koers naar 't zuiden hadden aangevat. Enkele Bruine Kiekendieven en een formatie Aalscholvers kleurden onze ochtend.
Het werd een dag die zich op gang trok als een dieselmotor: de eerste uren zoetjesaan met wat ditjes en wat datjes, wat Visarenden, wat Dwergarend, wat Slangenarend, wat Kiekendief Bruin & Blauw, aardig wat Wespendief en dat soort dingen. De gewone Organby-mix in deze periode van 't jaar, dus. Iets na de middag barstte de hel echter los. Door onze scopen zagen we hoe zich in de verte massale zwermen opbouwden van Wespendieven en Zwarte Wouwen. Zwermen die zich bij 't dichter komen splitsten, zich hergroepeerden, versmolten met andere zwermen, door de zon vlogen en de administratieve afhandeling - Transpyr blijft immers een wetenschappelijk telproject - tot een zware klus transformeerden. Het pluimvee leek van alle kanten tegelijk te komen, tellen werd 'une grosse merde'. Wie volgt wat, wat passeeert waar en hoeveel, wat is er met die groep of die vogel gebeurd, 'ga miljaarde uit mijn weg gij kieken ge staat voor mijn scoop!', 'domme visarend ga je nu eens eindelijk oversteken want dat is nu bijna twintig minuten dat ik je volg en 't wordt nu echt wel eens tijd dat je uit m'n leven verdwijnt etc.' Trektelpost Organby draaide op volle toeren. Meer dan 700 Wespendieven trokken over, meer dan 500 Zwarte Wouwen, 65 Zwarte Ooievaars en nog een resem andere grut. Hiervoor hadden we onze reunie georganiseerd, dit was 'good birding'.
Later op de middag kwam opeens een groep van 48 gewone Ooievaars aangevlogen. Ooievaars zetten de col altijd in beroering. 't Zijn prachtige beesten, ze zijn talrijk en ze nemen er hun tijd voor. Ze zijn enkel moeilijk te tellen daar ze constant door elkaar wriemelen in hun thermiekspel. Plots verscheen echter een Steenarend ten tonele. Een hongerige Steenarend, blijkbaar. Hij kwam, zag, dacht niet te lang na en dook in de groep. Consternatie alom, niemand had immers ooit al een Steenarend een Ooievaar zien aanvallen. Wij ineens wel, dus. De Ooievaarsgroep intplofte als een stuk vuurwerk temidden van een groep reisduiven - hoezo nog nooit geprobeerd? Na een paar forse duiken slaagde de arend erin een kindjesbrenger te isoleren en er even op in te hakken, en vervolgens de achtervolging in te zetten. Vergeefse moeite, echter. De ietwat gehavende Ooievaar zette de sprint van z'n leven in en gaf de arend na enkele minuten het nakijken. Arend versus Ooievaar: 0-1! De arend droop af en de Ooievaar wist, met wat moeite want vermoedelijk stevig in 't rood, de groep weer te bereiken. Het was de eerste keer voor ons allen om zulk uniek schouwspel mee te maken. Het zou echter niet bij die ene keer blijven...
Dinsdag was een dag om in te kaderen. Bij gebrek aan kaders hebben we'r dus 'ne goeie' op gedronken. Zo'n rode uit de glazen fles met sleepruimkes erin die goed naar binnen gaat. En aten we 'van-dat-raar-maar-lekker-spul-uit-de-rode-marmit'. Ook dat zou niet de eerste en de laatste keer zijn...

maandag 12 september 2011

Hot monday

Even een moment van rust na een klassieke multiservice-ochtend: een keukenblad uitgebroken en wat getaterd met de Lotharingse - 'complètement different des Alsaciens!' - bewoonster van 't appartement - de niet-Sètoise contacten zijn altijd de beste, een tralierooster gelast en gespoten ter beveiliging van een raam, orde op zaken gesteld in de paperassen die zich de voorbije week hadden opgestapeld en tenslotte de planning voor de week georganiseerd. We zijn weer bezig, 'la tête dans le guidon'.
En toch zit ik met m'n gedachten nog in Baskenland, uiteraard. Vorige week rond deze tijd zaten we te picknicken in het Spaanse deel. Zaterdag, zondag en maandag zat de col immers stevig ingeduffeld in een dik wolkendek en viel er droevig weinig te beleven. Het ene moment zit je in de mist, het andere weer niet, dan wel dan niet enzoverder. De telresultaten waren er naar, op wat Visarenden aka 'Balbu's' en een handvol bijzonder laag overscherende Wespendieven aka 'Bondrées' was 'Bloody Sunday' niet om een erectie van te krijgen... Een 'bloccage' dus - slecht weer houdt de vogels tegen. Ten noorden van de Pyreneeën begonnen de bomen door te buigen onder 't gewicht van de honderden roofvogels die net als wij op beter weer hoopten. Wij dus richting Spanje, het klassieke scenario. Op de plaats waar ik de voorbije jaren mooi Aasgier aka 'Percno' had gespot duurde 't geen twee minuten op het individu in kwestie kwam overgevlogen met wat lekkers in z'n bek. Recht naar z'n hol in de rotsen, zàààlig. Ik steeg meteen steilrecht in de achting van de maten. Alweer. In de 'Val de Salazar' bleven we op dezelfde toonhoogte en stapelden de 'oh's' en de 'ah's' op: nog meer Aasgier, een Vale Gier aka 'Fauve' op plasafstand, een Slechtvalk 'Pélérin' die z'n verenpak poetste, Dwergarend 'Booté', Slangenarend 'Circa', nestelende Vale Gieren in de 'Foz de Arbayun' en als apoteose laag over ons hoofd vliegende en als 't ware rond onze kop zwermende Aasgieren in de 'Foz de Lumbier', donkere en lichte fase van Dwergarend, nog meer Slangenarend en Vale Gieren die zo laag overvlogen dat je 't suizen van de lucht over hun vleugels zelfs kon horen. Een dag om niet te vergeten, ook al hadden we niet eens Lammergier 'Gyp' gezien.
's Avonds keerden we onder een prachtige avondzon terug colwaarts, om over de grens opnieuw de wolkenzee in te duiken. Ik herinner me nog dat ik tussen de derde en de vierde 'Patch' even naar Célia belde en te horen kreeg dat er vanaf 's anderendaags stralend weer werd voorspeld. De bloccage ging zich oplossen, een reden dus voor ons winning team om nog een paar Patch's achterover te slaan en vervolgens in een winning mood enkele jagershutten plat te branden. En een half dozijn olijfgroene 4x4's de vallei in te duwen - na de eigenaars met powertape aan hun eigen bull-bar te hebben vastgesjord, uiteraard.
Het beloofde een zware dinsdag te worden...

zondag 11 september 2011

The day after...

Terug thuis dus... Te zeggen in Sète, de plaats waar tot nader order m'n trappist staat maar daarmee stopt dan ook alle conotatie met 'thuis'. Terug bij Célia en de poezen, zullen we dus maar beter zeggen.
Negentien uur, vierdendertig minuten en twintig seconden is 't geleden dat we de heilige grond verlieten om koers te zetten naar de twee windstreken. De maten naar 't noorden en ik naar 't oosten. Organby verlaten is altijd moeilijk, dit jaar was het echter bijna niet te doen. Een week lang deel je 't gezelschap van een stel jeugdvrienden en aanverwante gelijkgestemde gekken en dan gaat plots elkeen terug z'n eigen weg. Zij terug naar Vlaanderen en ik naar Sète. Een week lang plezier maken en samen genieten van een van de mooiste spektakels die de natuur te bieden heeft, en dat alles in een ongelooflijk decor bovendien, is gewoon het einde.
'k Verliet Organby met een mengeling van spijt, eenzaamheid, voldoening, tranen in de ogen en een hoop andere emoties. Spijt omdat 't alweer gedaan is en we terugkeren naar 't aardse bestaan. Eenzaamheid omdat ik de maten, de col en de vogels reeds miste van zodra ik in de wagen stapte. Voldoening omdat de week alle verwachtingen honderdvoudig had ingelost. Tranen omdat ik dacht aan alle 'straffe stuten' die we hadden beleefd.
Over de vogels en een hoop andere zaken heb ik 't een andere keer nog wel. Eerst nog wat bekomen en laten bezinken.
Enne, merci maten. We zien elkaar met Kerstmis...

dinsdag 30 augustus 2011

Pauv' bête

Célia zit een paar dagen op een congres in Toulouse en terwijl zij wellicht in een lekker warme aula naar een of andere boeiende bioloog zit te luisteren moet ik hier thuis ijskoud bier sifoneren en me kwijten van een aantal herstellingen aan 't kot die ik reeds zolang aan de eigenaars heb beloofd. Klotebestaan! Tijd dus om eerst wat stoom af te blazen en een goeie mop te vertellen die niet voor gevoelige zielen is bestemd. Aan alle profvoetballers: gelieve dus NU uit te loggen. Aan de anderen: zeg niet dat ik jullie niet heb verwittigd...
‘t Begon allemaal met een meute kiekens die een collega zich had aangeschaft. Daartoe had hij een deel van z’n tuin afgebakend en een stal gebouwd met legbakken, voedertorens, een haan en klassieke muziek en dat soort dingen. Met andere woorden: Michel's kiekens kwamen niets tekort.
En toch bleven die rotbeesten niet binnen hun omheining. En toch trokken sommigen eropuit daar ’t gras nog altijd groener is aan de andere kant van de draad. En de wormen wellicht vetter, weetikveel.
Michel is echter ook een klein beetje jager. Hij heeft dus honden. Getrainde Engelse setters ‘pourre la bécasseu!’, meerbepaald. Ik ga z’n commentaar fonetisch schrijven want ’t is het mooiste stukje ‘seitwaas’ dat ik ooit heb gehoord, ‘k schrijf de vertaling er wel achter.
'Tu vois ce chieng? Hierre ce coujong m’a attrapeeh unne poulle qui s’était échappeeh! Il l’a plumeeh vivànte, tu te rang compte? Ce batard l'a coingceeh avecce sa patte gauche surre l’aile gauche et sa patte droite sur l’aille droite! Ang suite il l’a arracheeh touttes ses plummes ce pauv’ bête ! J'éteeh obligeeh de la tueeh, cette espesse d'abrutie!' Michel houdt zielsveel van z'n kiekens, weet je. En Snoopy is een prima kippenvanger, maar als jachthond is hij geen rotte cent waard...
'Zie je die hond? Die klootzak heeft gisteren een kip gevangen die was ontsnapt! Hij heeft ze levend geplukt, stel je voor! Die bastaard heeft haar eerst vastgezet met z'n linkerpoot op haar linkervleugel en met z'n rechterpoot op haar rechtervleugel! Vervolgens heeft hij al haar pluimen uitgetrokken dat arme beest! Ik moest haar wel doden, de verdomde klootzak!'
Geloof me, ik moest me inhouden om me ter plaatse niet te beplassen, zo'n geestig verhaal had ik nog nooit gehoord!
En de hond? Hij leefde nog lang en gelukkig, of wat dacht je?

Wegdromer 10

Barts playlist 010

Hot legs

Pijn aan m'n benen heb ik. Geen wonder eigenlijk want 'k heb gisteren zo'n 65km gestapt als voorbereiding op de 40e 100km van Millau eind volgende maand. Millau is dichterbij dan Torhout, en er zijn veel minder West-Vlamingen allehow... Hraptjeuh! Een stevige lus op iets meer dan 9 uur tijd en dat in een loden hitte - m'n conditie is er, op dat front tenminste nog geen sleet op de motor.
Maar pijn aan de benen, dat wel uiteraard. Niet wegens de spieren. Niet wegens de blaren. Niet wegens de knoken. Niks ni spierpijn nie niks ni voetpijn niks geen gewrichtspijn. Wel wat verbrand zo'n klein beetje op bepaalde delen van m'n anatomie die in doordeweekse omstandigheden zelden met de straling van dat rottige hemellichaam in aanraking komen. 'k Zie er uit als een kermiscoureur, en belàchelijk dat dat is. Als een Westvlààmse kermiscoureur nog wel. Hraptjeuh! Vooral met de gloeiendhete computer op m'n schoot is 't bloggen voor een keertje een pijnlijke aangelegenheid. Sporten is afzien. Ervoor, tijdens en in mijn geval vooral erna. Soit, 't was eigenlijk best een fijne tocht door la Languedocienne, met druiven die barstensrijp zijn en die er gewoon om smeken om afgerukt te worden en - 'k zoek het juiste woord - 'gedevoreerd' zouden ze hier zeggen, verscheurd, verzwolgen, verslonden - dàt zocht ik! - door een hongerige stapper. En hàp een halve tros in de mond, een explosie van sappen en smaken en hàp, nog een en nog een en nog een. Tot de honger gestild, de kin bedruipt en de handen aan elkaar geplakt. Like in the ol' days, toen we hier in de buurt de druivenpluk deden, la 'vendange', een activiteit die trouwens overal reeds in volle gang is. Een gevolg uiteraard van het vrij natte voorjaar en de hoge temperaturen van de laatste weken. Regen en zon, meer heb je niet nodig om een sappige druif te kweken. Piece of cake. Nog nooit zo'n zwaar gesuikerde druiven in m'n mond gehad. Goe spul. En nog gratis ook, maar dat blijft onder ons.
't Viel me gisteren trouwens op dat tal van bomen reeds vol hun blad beginnen te verliezen, sommige platanen en populieren zien er uit als een gefrustreerde papegaai of een kip die net niet lang genoeg in de poten van de vos is gebleven. Dat doet me trouwens aan een zalige anecdote denken die dateert van vorig jaar en die om een of andere reden niet in de blog is geraakt. Wegewa? Ik verpak ze in een volgende blog, beloofd!
't Is duidelijk dat de zon over haar hoogtepunt heen is, ook al heeft die teef me een stel knalrode jarretelles bezorgd. 's Middags mat m'n schaduw nog een goede 2m, enorm lang eigenlijk want ikzelf meet bijna 20cm minder. De zon beschrijft een lagere baan, het licht wordt anders, de kleuren voller, de mooiste dagen komen eraan. September is mijn periode, september is de periode van 't mooiste licht. In Vlaanderen, hier en in Organby, ook. Nog een paar dagen en we volgen de Lammergier met onze kijker boven de zonbeschenen flanken van de Pic d'Orhy, Baskenlands' hoogste.
Nog vijf keer slapen...