Pagina's

zaterdag 12 november 2011

Country Roads

Je zal 't niet geloven, maar twee dagen terug was de buitentemperatuur hier nog 20°. Twintig celciussers! Half november, hard to believe no? Met al die regen die we de laatste tijd over ons heen krijgen is de lucht bovendien zo schoongespoeld dat de Pyreneeën elke dag dichter lijken te komen. Jammer dat ik m'n fototoestel niet bij had maar vorige donderdag leek het alsof je de Canigou wel kon aanraken, wat m'n koorts om er heen te gaan uiteraard niet ten goede komt maar beloofd: die foto komt er een van de dagen aan. Die van de top ook. Samen met wat beelden van de Spreeuwendans waar we elke avond bij zonsondergang weer van kunnen genieten. Duizenden Spreeuwen die als sardienen in een school de meest zotte capriolen boven de stad maken. Als een escader stuntvliegtuigen zoiets uithaalt zeggen we nog 'waaw' of zoiets, als een groep van vijfduizend Sturnussen dat doet blijven we sprakeloos aan de grond genageld. Buitengewoon. Majestueus. Adembenemend. Miljaardedju.
De Sètois houden echter niet van de diertjes. Ze zouden verantwoordelijk zijn voor wat bombardementjes links en rechts en daarom worden er elke avond 'pétards' afgeschoten om de vogeltjes naar andere oorden te sturen, weg van de platanendreven. Soit, ik heb liever twintig Spreeuwendingesen op onze wagen dan één duivenstront. Of één hondendrol voor de voordeur want zoals ik al vaak heb opgemerkt: hondendrollen zijn in de Franse steden onlosmakelijk verbonden met de trottoirs. Heel smakelijk.
Los van de klassieke ongemakjes is de stad op heel korte tijd geweldig verkalmd. De toeristen zijn de pijp uit, het verkeer weer circuleerbaar, de stad weer leefbaar. Sommige ochtenden lijkt het wel alsof een nucleaire ramp het leven uit de stad heeft gezogen. Heb je 'I'm A Legend' gezien? Met Will Smiz - de Fransen krijgen de 'th' maar niet over hun lippen - wel, op zo'n soort stad lijkt Sète soms. De bomen en de herten uitgezonderd. Hoewel, vorige week waren er wat zoogdieren die je'r anders niet vaak tegenkomt. Tijgers enzo, en buffels, en lama's en olifanten en giraffen en poedels en dat soort dingen. Oktober en november zijn immers niet alleen de maanden van de 'champiniongs' maar ook van de circussen. Telkens er zo'n mobiele zoo in de stad neerstrijkt - op vijftig meter van onze voordeur uiteraard, waar moet ik me weer gaan parkeren gij stelletje verklede klootzakken - waan ik me terug een klein beetje 'op den buiten in mijn gat van pluto'. Rond circussen hangt immers steevast een stevige mestgeur. Vèrse mest uiteraard, niet zo van die oude ultraontvlambare waar je maag drie keer van ronddraait om zich vervolgens door je slokdarm een weg naar je stembanden te worstelen. Nieuwe mest dus, vers van de kontpers. Awel, ik hou van die materie. Verse mest is voor mij Horebeke, de Vlaamsche Ardennen, oude boerenschuren, blozende boerinnekes met diepe decolletés, dobbel flippen, grote pinten, Steenuilkes en Witte Kwikstaarten. Mest is de Vlaamsche boerenbuiten, met z'n mals gras en akkers als wiegende zeeën en dat soort dingen. Mest is mijn heimat, home sweet home. Mest is pure melancholie. Country Roads, where I belong youknoo...
Ik hou dus een beetje van circussen. Circussen brengen Vlaanderen dichterbij, hoe raar 't ook mag klinken. Laat ze dus maar hun tent neerpoten en hun camion met zwembad op mijn plaats parkeren. En mochten ze hun Afrikaanse rommelbeesten vervangen door echte gedomesticeerde merken dan zou ik pas helemaal tevreden zijn...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten