Pagina's

zaterdag 29 januari 2011

A-day

Gisteravond was A(alevin aka vissenlarf)-day. Mama en papa Sajica zaten niet meer in hun spelonk en dus wist ik meteen dat Het gebeurd was. Een honderdtal 'alevengs', de grootte van een muggenlarf, bevolkten de aquarium. Mam en pap zijn pikzwart, zo gestresseerd als maar kan zijn, om hun kroost bij elkaar te houden en te bewaken. Plak je je neus tegen 't glas dan duurt het geen twee seconden of een Sajica plakt zich aan de andere zijde, de rugvin breed rechtop. En wee de kleine die zich wat te ver van de troep waagt, hij wordt zonder pardon ingeslikt door ma of pa en tussen z'n broertjes en zusjes weer uitgespuwd.
No need no bordercollie...

donderdag 27 januari 2011

Passchendaele


't Is nagelbijtend afwachten, de laatste dagen. Wachten op 't uitkomen van Célia's eerste 'Sajica's' en 't verschijnen van de eerste larfjes, bijvoorbeeld. Haar koppel cycliden heeft de aquarium immers in een waar slagveld veranderd en in een van hun kraters wat eitjes gedropt. Ze hebben zo erg zitten graven dat ze beiden schaafwonden aan hun domme kop hebben en zo zwaar zitten wroeten dat een zwaar stuk Centraal Massief aka schist zowaar is gaan verzakken - hun hol nog attractiever makend. They called it Passchendaele...
Hoe vissen zand verplaatsen? Opzuigen en elders uitspuwen uiteraard, honderden keren per dag... Sinds het voltooien van hun spelonk verlaat vrouwlief slechts zelden het oord en houdt manlief alert de wacht voor de ingang. 't Is waar wat Célia voorspelde: aquariofilie is inderdaad een boeiende hobby. En ik die dacht dat aquariumvissen niets anders deden dan rondjes zwemmen...
't Is ook wachten op de eindelijke start van de 'Allum Cup' - een transatlantische bootrace. Voor roeiboten. Huh?! You kidding?! Sinds het lezen van het boek 'De Grote Oversteek' ben ik mateloos geïnteresseerd geraakt in dit evenement en stilletjes droom ik ervan om ... laat maar vallen! En toch ga ik dit jaar m'n vaarbewijs halen - één van de drieduizend minimumvereisten om te mogen deelnemen. Apropos hombre Bart, wat doe je tussen januari en april 2013? Als jij voor de sponsoring zorgt zorg ik voor de navigatie. En 't roeiwerk. Deal?
Gekken die in een roeiboot van de Canarische Eilanden naar de Caraïben varen, er zijn nog durvers in deze wereld... De Allums - twee neven, zie foto - waren het eerste duo dat de ovesteek succesvol afrondde. In 1971. In 73 dagen. Ter ere van de veertigste verjaardag van hun memorabele oversteek werd de jaarlijkse 'Atlantic Rowing Race' dit jaar voor even omgedoopt in de 'Allum Cup'. Vandaar. Afwachten dus. Sinds 12 januari wachten twee boten het goede moment van vertrek af. Van wedstrijd is er dit jaar geen sprake daar er, op die twee boten na, nauwelijks deelnemers zijn. Soit, 'k ben toch brandend benieuwd hoe het duo van de 'Amigo' en de vijftienkoppige bemanning van de 'Britannia III' het er vanaf zullen brengen...
Rustig slapen doe ik nog nauwelijks, de laatste dagen...

maandag 24 januari 2011

Ochtendrood

Vanmorgen vroor het -4°C in 't platteland rond Sète. Kleine meertjes aka étangs waren bedekt met een laag ijs en de zon kwam oranjerood op boven de zee. De heuvels van La Gardiole baadden in een gouden licht en ook de wijngaarden profiteerden van deze eerste warmteflitsen. Snoeiers waren reeds present voor een nieuwe werkweek. Voor weinig centen. Nu ja, 'k heb alleen maar goeie herinneringen aan de winter van vorig jaar, toen ik erbij hoorde. De stilte in de wijnvelden, enkel 't geknip van de snoeischaar en af en toe een korte babbel bij een dampende tas koffie met m'n toenmalige collega Gérard...
Vanmorgen zag ik geen Gérards of Juliens, maar Ishams, Ibrahims en Mokhtars. In de muscat-terroirs van Frontignan knielden twee snoeiers neer richting opkomende zon. Net als duizenden anderen elders in de wereld op deze meridiaan. Surrealistisch, niet?

zaterdag 22 januari 2011

Little Boy

Toeval bestààt niet! Je gelooft het nooit, maar amper een kwartiertje nadat ik m'n schrijfsel over de vrijdagmarkt had gepubliceerd moest ik tot m'n afgrijzen vaststellen dat onze wagen, alweer, niet meer op z'n plaats stond. Ook al is het allang niet meer de eerste keer, het gevoel dat je op zo'n moment bekruipt blijft hetzelfde. Ongeloof ''t is toch niet waar hé?'. Twijfel 'Ik stond toch hier? Nietwaar?'. Afgrijzen 'Holy Shit!!!, Miljààrde!'. Woede 'De sméérlappen'. Nog meer woede 'De kl...zakken!'. Nog nog meer meer woede ' Die angkulees!'. Onbegrip 'Waarom hebben ze me nu weer weggesleept?'. Frustratie 'Nu moet ik godvernonde wéér naar 't politiebureau, wéér naar de fourrière, wéér betalen!'. Nog meer woede, dus 'En dat just voor 't weekend!'.
Ik was buiten mezelf, ik was een atoombom de eerste dertig seconden na haar ontploffing. Little Boy, that was me.
Nu goed, ik ken 't liedje intussen wel. Dat heb ik de eerste keer met harde hand geleerd. Heb ik dat niet verteld?

't Was een donderdag, vorig voorjaar. 'k Had twaalf uur aan één stuk op m'n knieën druiven gesnoeid en was dus een beetje stikkapot. Te afgemat om elders een parkeerplaats te zoeken parkeerde ik m'n wagen pal voor de deur, mezelf zeggende dat ik die later op de avond wel ging verplaatsen daar 't immers vrijdag markt was en 't verboden is je wagen daar te laten staan. Na één blauwe Chimay viel bibi echter als een blok in slaap in z'n zetel, om acht uur later verschrikt wakker te worden. 'k Was immers van plan 's anderendaags nogmaals twaalf uur te kloppen en 'k wou om zeven uur reeds in de wijnvelden zijn. Om vijf uur 's morgens dus, wekker gaat af en m'n eerste reactie 'miljaarde mijn otto!!!'. Zeven seconden later stond ik buiten en zag dat Mr Mazda er niet meer stond. 'Wat is er met mijn wagen gebeurd?' vroeg ik aan een eenzame marktkramer. 'Wellicht weggesleept, voor de markt' was het antwoord. 'De màrkt?' riep ik. 'Die begint toch maar om zeven uur?!'. De antwoorder haalde z'n schouders op. 'En nu?' vroeg ik. 'Je gaat best naar 't politiebureau om te gaan vragen waar ze je wagen heen hebben gebracht.' voegde hij eraan toe.
Ik dus naar 't politiekantoor, om zes uur 's ochtends. Uiteraard gesloten, dat gebouw. Gebeld 'Inderdaad meneer uw wagen is weggesleept.' antwoordde de blauwjas van wacht via z'n luidspreker. 'Huh? En dat voor zo'n onnozele markt die pas om zeven uur begint? Jullie zijn niet goed bij jullie hoofd zeker? 't Zou ook de eerste keer zijn dat jullie pro-actief optreden!'. Ik was om te ontploffen. 'Meneer,' antwoordde de Stem Uit De Muur, 'Als je klachten hebt raad ik je aan om een aangetekende brief te schrijven.' Ik had hem kunnen wurgen met m'n schoenveter.
Ik dus naar huis, vastbesloten m'n wagen stormenderhand terug te veroveren. Kijken op internet, adres opsnorren van 'la fourrière' en op m'n fietske springen richting industriezone, enkele kilometer verder. Daar aangekomen, zeven uur 's ochtends. Geen kat. Gesloten. 'Open van maandag tot vrijdag van 9.00 tot 19.00' las ik. Ik kreeg bijna een hartstilstand, huilen van woede kon ik. Terug naar huis dus. Douchen, eten, vanalles kapot smijten etc. Te negenen stond ik er terug. 'Jamaar meneer we kunnen uw wagen pas vrijgeven als je bij de politie een bewijs van bevrijding, of whatever, hebt opgehaald.' Ik terug naar Sète city, met 't fietske. Bij de politie, wachten, 'Voor wat is 't?'. 't Hele verhaal opnieuw gedaan, geprobeerd om zo kalm mogelijk te blijven. 'Papieren van de wagen graag.'
Die zaten toch wel in 't handschoenkastje zeker. Ik kreeg m'n derde hartaanval en had maar één goesting: op de vloer plassen en me erin rollen van miserie.
Terug naar la fourrière, handschoenkastje geplunderd, terug naar 't politiekantoor, gewacht, papieren afgegeven, nog meer gewacht en toen kreeg ik eindelijk het Bewijs van Bevrijding.
Bevrijd terug naar la fourrière - 'k had die ochtend zeker al 50km gefietst - en daar eindelijk Mr Mazda teruggekregen. Om elf uur, vier uur later dan gepland, zat ik eindelijk druiven te snoeien. Wetende dat ik me twee dagen, 24 uur, had afgebeuld voor niks. Om enkel de wegsleepkosten en boete te betalen... Het leven kan soms gruwelijk wreed zijn...
Blijkbaar hinderde m'n wagen gisteren de doorgang van de marktkramers en was hij daarom opnieuw weggesleept. Vreemd, want ik sta reeds weken op die plaats en 't is de eerste keer dat ik dat ronde blauw-rood-bord opmerk... Mijn fout, uiteraard.
'Vivre en ville!' zei m'n collega gisteren nadat hij me had laten uitrazen.
Yeah right...

vrijdag 21 januari 2011

Justice!

Vrijdagmorgen, Avenue Victor Hugo, Sète. Stevig friskes, koude tramontane. Vrijdag is marktdag. De straat wordt zoals elke week in gereedheid gebracht en om dit mogelijk te maken wordt ze vanaf 5 uur 's ochtends afgesloten voor alle verkeer. Wee diegene die z'n wagen niet tijdig elders heeft geparkeerd. Happened to me once, car gone, me very angry. Me volcanic. Wagen teruggevonden in 'la fourrière' aka het prison voor in beslag genomen voertuigen. Onnodig te vertellen in welke toestand ik toen was. Voor een on-no-ze-le boerenmarkt hadden ze MIJN otto weggesleept! Sindsdien ga ik er nooit meer heen, naar die markt. Ik boycot François die 's morgens bijna onze voordeur blokkeert met z'n plastieken fantasiejuwelen. Ik gruwel van Jean-Pierre die momenteel z'n socissen aan z'n charcuteriekraam drapeert. Ik moet niet hebben van Abdulah en Abdelbenazir die momenteel hun groenten in plastieken mandjes gieten en je moet me zwijgen van Yolande en Claude die hun kiekens aan lange spiesen zitten te rijgen om ze later te roosteren. En spreek me vooral niet van die paar dozijn anderen: de wijnboer, de oesterverkopers, de specerijen- en kruidenheks, de schoenenverkopers, de visgeriever, de synthetisch-mannenondergoedleurder, de schoensmeeroplichter, de artisanale bakker etc. Bulldozeren, die handel!
Allemaal verdienen ze een plaats onder de zon, eigenlijk. Ook ik besef dat wel. Maar laat speciaal vandaag, onder die zon, die tramontane maar lekker ijskoude wind door onze straat persen. Laat hun tenen, neuzen en vingertoppen maar bevriezen, zo heb ik tenminste een beetje het gevoel dat ik m'n boete niet voor niets heb betaald.
Er bestaat nog rechtvaardigheid in deze wereld...

donderdag 13 januari 2011

Un truc de fou

Stampedevol waren de terrasjes vanmiddag en vanavond. Zestien graden in de lommer en 22 in 't zonneke en dat midden januari, 't was 'un truc de fou'! Opnieuw in t-shirt door de straten lopen - bedolven onder de niet-begrijpende blikken van de nog steeds stevig ingeduffelde Sètois - wat een verademing!
Ik popel inmiddels van ongeduld om m'n zo goed als afgewerkte 'Waza' te gaan uittesten. Enkel nog een gepast zitmeubel erin monteren, een boordmitrailleur installeren voorin, een stuk luchtafweer achterin, twee torpedobuizen onderaan, enkele stukken metaal op 't dak van onze wagen lassen om de boot getransporteerd te krijgen en 't ding kan eindelijk het wijde sop in. En dan kunnen we eindelijk een Frans vliegdekschip tot zinken gaan brengen, 't zal hun leren de Rainbow Warrior te laten ontploffen...
'k Ben uiteraard zwaar teleurgesteld dat het fabricageproces achter de rug is, snif... maar daar komt hopelijk snel weer verandering in. Als Waza zich immers kranig houdt begin ik aan 'Dolldrum', z'n houten tegenhanger. In 'contreplaqué marin', ze real stuff. Andere - een meer klassieke - invalshoek, andere manier van werken, ander materiaal, maar zeker evenveel leute. Juist iets meer stof. No stuff without dust, zeg ik steeds. En geen beter middel tegen de dust dan fris bier, zeg ik altijd tegen Célia...
Haar aquarium krijgt intussen steeds meer vorm. Sinds dit weekend wordt hij bewoond door een koppel Costa-Ricaanse Cicliden - baarsachtige vissen die als koppel door 't leven gaan. Zware bricoleurs ook - ze hebben immers de reputatie altijd iets van 't allerhoogste belang te doen te hebben en hun leefomgeving totaal naar hun eigen goesting in te richten. Voor de moment lijkt hun prioriteit kuilen graven. Bergen zand verplaatsen die beesten. En stoutmoedige Appelslakken die in de buurt van hun chantier komen worden doodleuk weggebowlingd. Wie kuilen zegt zegt echter nageslacht, alweer.
Niet alleen buiten is 't precies al lente...

woensdag 5 januari 2011

Back in the USSR

Terug in Sète, dus. Terug in dat havenstadje met z'n kleine rammelige wagens, z'n dronken daklozen, z'n dronken vissers, z'n bibberende inwoners, z'n dronken bibberende nietsdoeners, z'n drollen op 't voetpad, z'n drollen onder je schoenen, z'n krijsende meeuwen, z'n vuilbakken-plunderende meeuwen, z'n krijsende plunderende en op je wagen schijtende meeuwen, z'n op je terras schijtende duiven, z'n afwezige parkeerplaatsen, z'n doodse en dus heerlijke zeepromenade, z'n vijf-gradige-en-dus-in-vergelijking-met-'t noorden warmzoete-wintertemperaturen, z'n geur van kunstmest als je de stad die in 't donker en van ver op een enorme mesthoop lijkt binnenrijdt, z'n kale platanen en z'n doodsverlaten toeristenvallen.
Sète is een schijtstad.
Terug, ook, bij de wijdse horizonten, de Bassin de Thau, de vulkaan van Agde en daarachter, blauwig in de verte, de witbesneeuwde Pyreneeën, terug binnen onze kleine uit-alle-hoeken-van-Frankrijk-samengestelde intimikring, terug bij kletsen bij een pint of pastis, bij escargots met aïoli en oesters met wijnazijn, bij look en gratin, bij de beste pizza's ter wereld geleverd aan huis, bij wandelen over verlaten stranden, bij fietsen op de moerasdijken, bij zonsopgangen boven de Middellandse Zee, bij IJsvogels in de haven, Grote sternen in de staalblauwe lucht en goudbaarzen in de pan, bij zonnende poezen op de vensterbanken, bij om vier uur reeds thuiskomen van de werkdag, bij lange avonden vrije tijd...
Sète is Leven als een God in Frankrijk, ook.
Terug, dus. Blij om onze tijdens-onze-afwezigheid-vetgemeste-en-dus-ronde poezenpark terug te zien, met pijn in 't hart te moeten vaststellen dat die twee lawaaimakende zeeratten nog steeds alive 'n kicking zijn en met nog meer pijn in die spier die me voor hart doorgaat moeten constateren dat Sifillis - de cavia van een collega van Célia waar we een tijdje op hebben gezeten (guinea-pig-sitting) en die eigenlijk totaal anders noemt maar die ik meteen na z'n aankomst een andere naam heb gegeven - terug was opgehaald door z'n baasje, 't was immers een levendig beestje.
En blij ook om m'n onafgewerkte Wazawidu terug te vinden, evenals een hoop ideeën voor nieuwe artikels, een berg lekker gedroogde takken om deze winter wat boemerangs uit te maken, en duizend andere projecten waar ik dit jaar beslist eens aan zal moeten beginnen.
't Gaat een druk jaar worden...