Pagina's

zondag 27 februari 2011

Water warm op!

Sinds m'n terugkeer uit 'le plat pays' is 't hier semi-lente. Overal lentebloesems - vraag me niet welke want de meeste planten zijn me onbekend, ik ben immers opgegroeid met Meidoorns, Sleedoorns, Lijsterbessen, Kornoeljes, Vlier, Viburnums en dat soort dingen, en een stralend zonnetje met temperaturen tot 18 graden uit de wind vorige week. Aan die wind is 't verdorie moeilijk wennen, als die uit 't noorden komt tenminste. Bega je de fout met een 'masjersgat' te werken dan loop je gegarandeerd een verkoudheid op. 'k Zit dus weer te snotteren als een Stormvogel, ondanks alle pollen, honing, fruit, soep, vis en trappist die ik binnenwerk ten spijt... en ook al doe ik nog zo m'n best, 'k slaag er maar niet in om Célia één microbe over te dragen. Ik draag m'n ziektekiemen dus weer eenzaam en alleen, snifsnof...
Vorige donderdag heb ik trouwens de eerste Tjiftjaf gehoord. Kammeniet schelen Svenneman dat die beesten hier in hun overwinteringskwartier zitten en je ze dus 't hele jaar door kan zien - ook ginds in 't noorden migreren ze nog nauwelijks, trouwens - maar dat wil daarom nog niet zeggen dat ze ook 't hele jaar door zingen, niewaar? De eerste 'tjiftjaftjiftjaftjiftjiftjiftjaf etc.' is en blijft dus toch nog steeds een blijde gebeurtenis en net zoals vorig jaar ben ik jou weer een eeuwigheid voor. En kom niet zagen dat ik vals speel. Het doel heiligt de middelen. In een oorlog zijn geen regels. Ik heb hem 't eerst gehoord, basta. 'k geef jou wel een seintje als de eerste zwaluwen eraan komen. En de eerste Gele Kwikstaarten. En Wespendieven. Smile!!! ;-)
Soit, voor de rest is 't hier afwachten tot het zeewater en 't water van de étangs wat warmer wordt om m'n kayaks te gaan testen en wat watertochtjes te gaan maken. KayakS, inderdaad. 'k Heb immers enkele weken terug een echte zeekayak op de kop getikt - beter geschikt voor ruigere omstandigheden dan m'n Wazawidoo - en ik kan nauwelijks wachten om 't ruime sop in te gaan. En in 't water te gaan plonsen. En vissen te gaan vangen. Als 't met een vislijn niet lukt - 'k heb er eigenlijk gewoon 't geduld niet voor - zal 't misschien met een onderwaterkruisboog alias harpoen wel lukken. Eerste schieten, dan roken, dat binnensmikkelen.
Dat 't maar gauw echt lente wordt...

dinsdag 15 februari 2011

So far so good

't Leven gaat hier opnieuw z'n gewone gangetje - naar Sètoise normen althans. Het enige wat echt anders is dan een weekje geleden is 't gegeven dat sommigen je als 'ex-molenaar' aanspreken. Of 'ex-propriétaire d'un moulin'. Juist ja.
Willen jullie er nu eindelijk eens over zwijgen, beste fransozen? Ik heb dat hoofdstuk al lang, lang, afgesloten. Gedaan, streep eronder.
Vroeger, toen ik de molen net had gekocht - en eigenlijk ook al die jaren erna - werd en was ik 'die gast van die molen'. 'Da's zeker speciaal, in een molen wonen?' en 'Hoe is dat eigenlijk, in een molen wonen?' - hoe vaak heb ik die vragen niet gehoord. Na vijftien keer datzelfde vraagteken vervalt een mens in stereotiepe antwoorden. Degenen die me dierbaar waren stelden me de vraag niet meer, en met die vijfduizend anderen wou ik er gewoon niet over praten. 'Eens je je draai gevonden hebt is er helemaal niets speciaals meer aan' antwoordde ik dus meestal. De beeldspraak ontging de meesten, zelfs. Ik wou niet 'die gast van die molen' zijn. Ik was 'den bart'. Die 'ambrasmaker'. Die 'smeerlap'. Die 'koppigaard'. Niemand anders. Ik was dat voor ik de molen kocht en ik was dat allemaal nog steeds toen ik de molen had. Dus zweeg ik meestal over onze molen. Eens de mensen wisten dat ik in een molen woonde veranderde immers hun houding. Wel, ik had er een grondige hekel aan, aan hun - al dan niet goed bedoelde - interesse. Een welgemeende fuck you kregen ze'r gratis bij.
Célia wist in den beginne niet eens dat ik een molen had. In een molen geïnteresseerde deernen waren er immers genoeg. Om dus 't risico te vermijden dat ik een vrouwmens aan de haak sloeg dat meer interesse had voor die reusachtige penis die de molen eigenlijk was, in plaats van in de lul die hem bewoonde, had ik Célia dus wijsgemaakt dat ik in 'in een klein cabanneke ergens in les collines de Flandre' woonde. Dat moest maar volstaan. De verrassing was uiteraard compleet, toen ik vrouwlief op zekere dag moest tonen wat ik onder een 'cabanneke' verstond...
Soit, tot daar. En nu begint dat spelletje opnieuw. Dus, beste franstalige-in-een-molen-geïnteresseerden: zoek een boom met van die kromme gele dingen en ga meer eens lekker jullie buikje vullen. Ik heb er de mijne meer dan vol van. 't Is mooi geweest, maar 't is voorbij. We kunnen ons eindelijk met andere zaken gaan bezighouden...

woensdag 9 februari 2011

Schone schijn

Vandaag m'n derde hoestfles leeggemaakt. Sinds eind december vorig jaar. 'k Heb het helaas niet over donkerbruine trappist maar over dat slechtsmakend spul dat een mens inneemt om niet langer te hoesten als een aalscholver. Vorige week immers kou gevat, ik, die 'flamang' die zogezegd nooit kou heeft. Vorige vrijdag was 't immers zalig lenteweer, zo'n vijftien graden in 't zonneke en dus ging bibi lekker lopen. 't Was alweer enkele maanden geleden dat ik m'n loopschoenen nog eens had aangetrokken en zo'n lentezon geeft een mens goesting in een hele hoop dingen, waaronder lopen in mijn geval. Lopen is gezond. Lopen is plezant. Lopen is nodig. Lopen en laten lopen zeg ik altijd. Soit, met de mp3 tussen m'n billen geknepen en de headfoonz in m'n oren was 't geweldig zweten langs de kant van de Middellandse Zee. Altijd fijn om oude menskes en ander nietsvermoedend grut de daver op de ribben te jagen door tussen hen door te stuiven... Op de terugweg langs de Bassin de Thau, uit de zon en in de wind, zong ik echter al snel een paar octaven lager. Geen jas bij uiteraard en dus kou gevat als een echte bleu. Resultaat: de zoveelste verkoudheid.
't Schijnt dat de microben en andere smeerlapperijen in 't zuiden agressiever zijn dan in 't noorden. Hier zouden ze immers makkelijker overleven daar de koude hen minder parten speelt. Ze zijn dus resistenter. 't Is dus niet omdat je in le nord makkelijk overleeft dat je ook in 't zuiden de grote Jan moet uithangen. Een goede les: schijn bedriegt, hier in de Languedoc. Vertrouw vooral dat zonneke niet in de winter want voor je 't weet kan je die loopschoenen voor twee weken in de kast laten...
Volgende keer beter dus. Fijn om eindelijk weer min of meer de oude te zijn.

woensdag 2 februari 2011

On the road again

Maandagmiddag was 't zover: Britannia III verliet de kade in Gran Canaria. Vijftien roeiers hard op weg om de Atlantische Oceaan over te steken richting Barbados... Wellicht te vergelijken met de Nacht van Vlaanderen, maar dan met de zeeziekte erbij. En gevriesdroogde maaltijden in plaats van rijsttaartjes. En rum op 't einde in plaats van Hommelbier. En de geur van zwetende en ongewassen mederoeiers, slecht uitgespoelde toiletemmers, uierzalf aka kontcrème en zonnecrème in plaats van de varkens van Flanders Fields...
Ze schieten goed op, blijkbaar. Je moet maar even naar de site van de 'Allum Cup' gaan piepen.
De Middellandse Zee oversteken in een kayak lijkt ineens zo spectakulair niet meer...