Pagina's

zondag 27 november 2011

Sweet krizmez...

Terwijl in 't Brusselse de kerstmarkt 'pas' nu van start gaat worden we hier in 't Frankrijkse al meer dan een maand (!) om de oren geslagen met dat alcoholieke - of was't katholieke? - feest. De fransozen kennen immers geen sperperiode voor Sinterklaas - ze kennen geen Sinterklaas tout court - en dus worden eind oktober de kerstbomen en -ballen en slingers en toeters en bellen al bovengehaald. Moeilijk echter je in kerstsfeer te wanen terwijl je buiten nog in t-shirt kan rondhossen. Tenminste als je nordist bent want les Sètois lopen al sinds eind september in Damart-ondergoed rond.
Hoe ik dat weet? Omdat ik als multiservisser bij heel wat mensen over de vloer kom en m'n ogen soms meer te verduren krijgen dan m'n geest zou willen, daarom. Nooit vergeet ik bijvoorbeeld die twee brunettes die me, slechts gehuld in een nauwelijks gesloten nachthemdje en een minuscuul slipje, alle hoeken van hun studio lieten zien. Letterlijk dan: hier een stopcontact dat niet meer werkt, daar eentje dat gewoon ontbreekt, ginds een schakelaar, hier een verstopte lavabo, daar een loshangend luik, 'koffie?' 'croissant?', 'wil je asjeblieft nog eens naar m'n venster kijken dat we niet meer openkrijgen?', 'en dat licht in de slaapkamer?' etc. Veel langer gebleven dan de bedoeling was. Parkeerboete op de koop toe, maar daar heb ik voor één keertje niet eens voor gevloekt. Uiteraard ben ik braaf gebleven. Uiteraard is er niks onschuldigs gebeurd 'tu vois la bague?' maar als je leuk ontvangen wordt geniet je dubbel en dwars, geloof me. Door de norm word je immers door een hardhorende gepensionneerde binnengelaten die elke seconde over je schouder meekijkt en er niet eens aan denkt je wat te drinken te presenteren... 'Heb je nog lang werk?' 'Je gaat toch tussen twaalf en twee niet beginnen boren zeker?' 'Kan je morgen niet terugkomen?' Soms zou je ze met plezier en toewijding naar de maan schieten, zeker weten.
Doe mij maar die donkerogige brunettes, dus. Zucht, als ik eraan terugdenk...
Soit, kerstmis. 'k Zal 't er nog wel eens over hebben...

zaterdag 26 november 2011

Een film die je gewoon moet zien...

Van een avonturier die het plan opvat om met een kayak een van de ruigste zeeën ter wereld over te steken: van Australië naar Nieuw Zeeland.
Om kippenvel van te krijgen...

Solo - Andrew McAuley - Part 1
Solo - Andrew McAuley - Part 2

donderdag 24 november 2011

Moe haal de was binnen




Gisterochtend rond deze tijd zat ik op een ordinair dak van een ordinaire 'résidence' in het ordinaire Balaruc-Les-Bains. In een hoogst ongewone buurt. De 'quartier', of tenminste z'n parkje met een paar dozijn dennen, is immers uitverkoren tot slaapplaats van een enorme Spreeuwenkolonie - als ik zeg tussen de vijf- à tienduizend dan zal ik er echt niet ver naastzitten. Per toeval ontdekt daar ik in 't gebouw in kwestie een heel appartement aan 't renoveren ben en rond zonsondergang m'n aandacht werd getrokken door 't gekwetter van grote groepen vogels die in 't parkje neerstreken.
's Anderendaags was ik uiteraard extra vroeg ter plaatse om 't uitvliegen mee te maken. Onbeschrijflijk mooi. Spectaculair.
Om 't fimpje te bekijken klik hier. 
Geniet ervan.

dinsdag 22 november 2011

Zie ginds komt de stoomboot

... uit Sète weer aan. Zomaar een - ontzettend prachtige - wolkenhemel boven Sète. Les Sètois worden er moedeloos van, 'tu es vremang le seul qui est contang avec ce tang!' zeggen ze me overal. 'En 't zou gerust nog tien graden minder mogen zijn, puteng!' antwoord ik dan altijd, wat hen nog bleker doet worden.
Groot voordeel: dit volkje zal nooit noordwaarts migreren.
Houwen zo.

zondag 20 november 2011

Jolly Jumper

Zuidoostenwind
Zes Beaufort
Verlaten straten
Steeds kaler wordende platanen
Te water die kayak
Hartje Sète
Richting rotspuntje Rocqueroll
Vervolgens naar Bouzigues
Surfen op de golven
Gat in de golf
Neus uit het water
Dolle pret
Peddelen om de juiste koers te houden
Regenvlagen over de étang
Lekker warm in m'n cocoon
Kayak, 'juppe' en regenjas
Minder dan een halfuurtje
Good vibrations
Vervolgens terug
Tegen de golven in
Een halfuur roeien om
Vijftig meter vooruit te komen
Roeien op een rolband
Zigzaggen dan maar
En bam en bam en bam
Slaat de neus van de kayak in 't water
Amper vooruit komen
Armen die verzuren
Sakkeren op de golven
Op mezelf
Op iedereen
En vooral op les Sètois
Zomaar
Tenslotte
Eindelijk
Anderhalf uur later
't Zal gaan tijd worden
In de luwte van dirty ol' town
Volledig leeggeroeid
Amper nog kracht over om
Jolly Jumper uit 't kanaal te sleuren
Hete douche
Hete koffie
Tien eieren
Een halve kilo spek
Een brood of twee
En we kunnen er weer tegen

zaterdag 19 november 2011

Youplace

Meteofrance heeft - weer eens - gelijk. De vorige dagen hadden ze een 'weekend pluvieux' aangekondigd met 'vigilance rouge pour tout le département' en 't ziet er vanmorgen naar uit dat ze'r allesbehalve naast zitten. Moesson is back, stevige zuid-zuidoostenwind en vlagen waarvan je broek afzakt mocht je zo debiel zijn in jeans een frisse neus te gaan halen en je bretellen te vergeten.
Geen Canigou dus - en dat begint miljaarde stevig m'n 'bonbons te casser' zoals ze 't hier kleurrijk uitdrukken. In plaats van de dag dus te beginnen met een tgv-tempo richting top zit ik hier met een kleine spinner op mijn schoot de redactietips te overlopen om te achterhalen wat ik de voorbije week weer heb gemist.
Nadat gedurende màànden de politiek zowat het enige gespreksonderwerp was, dat en de zeges van Gilbert, heeft Vlaanderenland nu een nieuw konijn gevonden om op te schieten, blijkbaar. Youplace aka 'Uplace' heet dat ding. Eerst was iedereen er voor - of stak iedereen z'n kop in de grond, leerde ik, en nu alle termijnen zowat verstreken zijn is iedereen ertegen. Er hoeft maar één wolf op de grond te liggen of al z'n soortgenoten bijten op hem in. Zo werkt onze maatschappij blijkbaar, dat heb ik indertijd zelfs bij de Vlaamse overheid aan den lijve moge ondervinden.
Soit, een megalomaan winkelcomplex neerpoten op een braakliggend terrein temidden van een hypergeurbaniseerd gebied. Inderdaad een echte schande, niewaar? Waar halen ze't in godsnaam in hun hoofd?
Ik ga me hier niet amuseren om het thema uit te pluizen want in wezen gaat het me geen knijt aan en lig ik er allerminst wakker van, maar weet je hoe 't er in Frankrijk aan toe gaat?
In dit land zijn grote shoppingdingen de gewoonste zaak van de wereld. Ze beslaan tientallen hectaren en alle ketens zijn er vertegenwoordigd: complexamalgamen met kleinere 'boutiques' en errond supermarkten, tuincentra, bricozaken, decoreerwinkels etc. De eerste keer dat je in zo'n omgeving verloren rijdt kijk je je ogen uit en haal je de meest onmogelijke rijmanoeuvers uit. Intussen ben ik als 'urban crocodile dundee' in 't stadium beland waarin ik dat soort gebieden 'braa gemakkelijk' vind want op een hip en een wip zijn je boodschappen gedaan, en heb je niet de helft van je tijd verloren om een geschikte parkeerplaats te vinden want die zijn immers vaak diep in de grond uitgehakt. Braa gemakkelijk dus. Groot minpunt: vermits de fransen nog de luxe hebben om niet om een lapje grond verlegen te zijn worden vaak grote stukken 'semi-natuur' opgeofferd om deze shoppingwalhalla's neer te poten. Voordeel dan weer: ze liggen naast de grote verkeerswegen en ruim buiten de stad. En eens ze'r zijn blijven ze'r en breiden niet uit, of toch niet veel.
In Vlaanderen wil men zo'n gelijkaardig ding neerpoten IN een geurbaniseerd gebied. Geen extra aanslag op de open ruimte dus, in een gebied waar 't sowieso onmogelijk is huisvestingsprojecten te starten want niemand wil wonen onder dat Vilvoords viaduct. En dan maar zagen over 'de aanslag op de kleinhandel' terwijl er voor die andere projecten, om bijvoorbeeld Deinze shoppingcenter en dat ding in Wijnegem niet bij naam te noemen geen haan z'n nek heeft uitgestoken om een potje te kraaien. Wat een hypocriete rommelbak alweer.
Sorry, maar tegen hypocrisie heb ik nooit gekund. Ik kan er niet tegen en 't maakt we witheet van koleire. In zoverre dat ik het zelfs opneem voor een shoppingcenter, stel je voor...

zaterdag 12 november 2011

Country Roads

Je zal 't niet geloven, maar twee dagen terug was de buitentemperatuur hier nog 20°. Twintig celciussers! Half november, hard to believe no? Met al die regen die we de laatste tijd over ons heen krijgen is de lucht bovendien zo schoongespoeld dat de Pyreneeën elke dag dichter lijken te komen. Jammer dat ik m'n fototoestel niet bij had maar vorige donderdag leek het alsof je de Canigou wel kon aanraken, wat m'n koorts om er heen te gaan uiteraard niet ten goede komt maar beloofd: die foto komt er een van de dagen aan. Die van de top ook. Samen met wat beelden van de Spreeuwendans waar we elke avond bij zonsondergang weer van kunnen genieten. Duizenden Spreeuwen die als sardienen in een school de meest zotte capriolen boven de stad maken. Als een escader stuntvliegtuigen zoiets uithaalt zeggen we nog 'waaw' of zoiets, als een groep van vijfduizend Sturnussen dat doet blijven we sprakeloos aan de grond genageld. Buitengewoon. Majestueus. Adembenemend. Miljaardedju.
De Sètois houden echter niet van de diertjes. Ze zouden verantwoordelijk zijn voor wat bombardementjes links en rechts en daarom worden er elke avond 'pétards' afgeschoten om de vogeltjes naar andere oorden te sturen, weg van de platanendreven. Soit, ik heb liever twintig Spreeuwendingesen op onze wagen dan één duivenstront. Of één hondendrol voor de voordeur want zoals ik al vaak heb opgemerkt: hondendrollen zijn in de Franse steden onlosmakelijk verbonden met de trottoirs. Heel smakelijk.
Los van de klassieke ongemakjes is de stad op heel korte tijd geweldig verkalmd. De toeristen zijn de pijp uit, het verkeer weer circuleerbaar, de stad weer leefbaar. Sommige ochtenden lijkt het wel alsof een nucleaire ramp het leven uit de stad heeft gezogen. Heb je 'I'm A Legend' gezien? Met Will Smiz - de Fransen krijgen de 'th' maar niet over hun lippen - wel, op zo'n soort stad lijkt Sète soms. De bomen en de herten uitgezonderd. Hoewel, vorige week waren er wat zoogdieren die je'r anders niet vaak tegenkomt. Tijgers enzo, en buffels, en lama's en olifanten en giraffen en poedels en dat soort dingen. Oktober en november zijn immers niet alleen de maanden van de 'champiniongs' maar ook van de circussen. Telkens er zo'n mobiele zoo in de stad neerstrijkt - op vijftig meter van onze voordeur uiteraard, waar moet ik me weer gaan parkeren gij stelletje verklede klootzakken - waan ik me terug een klein beetje 'op den buiten in mijn gat van pluto'. Rond circussen hangt immers steevast een stevige mestgeur. Vèrse mest uiteraard, niet zo van die oude ultraontvlambare waar je maag drie keer van ronddraait om zich vervolgens door je slokdarm een weg naar je stembanden te worstelen. Nieuwe mest dus, vers van de kontpers. Awel, ik hou van die materie. Verse mest is voor mij Horebeke, de Vlaamsche Ardennen, oude boerenschuren, blozende boerinnekes met diepe decolletés, dobbel flippen, grote pinten, Steenuilkes en Witte Kwikstaarten. Mest is de Vlaamsche boerenbuiten, met z'n mals gras en akkers als wiegende zeeën en dat soort dingen. Mest is mijn heimat, home sweet home. Mest is pure melancholie. Country Roads, where I belong youknoo...
Ik hou dus een beetje van circussen. Circussen brengen Vlaanderen dichterbij, hoe raar 't ook mag klinken. Laat ze dus maar hun tent neerpoten en hun camion met zwembad op mijn plaats parkeren. En mochten ze hun Afrikaanse rommelbeesten vervangen door echte gedomesticeerde merken dan zou ik pas helemaal tevreden zijn...

dinsdag 8 november 2011

Wegdromer 15

Who Can It Be Now - Men At Work
80's FOREVER!!!

Cat At Work

Célia nog niet thuis
Bart al lang
Bart huis vol bakken gezet
Met hout en ijzer en lijm enzo
Bart 'trucs' maken
Ikke Bart meehelpen altijd
Piratenpistool maken
En bier drinken
En met vijsjes spelen
En buskruit enzo
Ikke al uitkijken naar morgen
Morgen Bart vis roken
Ikke extra vroeg opstaan
Visjes vangen in Célia's visbak
Lekker lekker!

zaterdag 5 november 2011

Technology won't save us


Gisteren kondigde Meteofrance de 'Alerte Rouge'-toestand af voor bijna de hele Languedoc-Roussillon, wat zeggen wil: als je niet echt buiten hoeft te zijn blijf je beter binnen. Hevige windstoten en slagregens afgewisseld met bijna windstille periodes zijn de laatste dagen gewone kost geworden. Voor de puristen: uiteraard is dit geen moesson, niets te maken met het fenomeen dat zich rond de Indische Oceaan afspeelt maar de effecten op de grond zijn nagenoeg dezelfde. Op minder dan een minuut is je jeansbroek straal doorweekt en staat het water in je schoenen. I did it, gewoon heel impressionnant! En zalig, want 't is hier nog steeds behoorlijk warm en dus voelt dat beetje regen aan als een verkwikkende Tahiti-douche. Alleen jammer dat al de andere regiobewoners dit soort weerfenomenen hoogst onaangenaam vinden en zich de pijpen van hun broek klagen over die 'temps de merde'. Iedereen depressief. Geen bikinidames dus die zich spontaan douchen in de straat maar Material Girls die hopeloos worstelen met hun paraplu.
Zucht, waar is die 'adventure-spirit' toch heen? De mensen leven niet meer mee met het weer, de aardbevingen, de vulkaanuitbarstingen en de sprinkhanenplagen. We zijn een bende materialistische klagers geworden die in paniek slaat als 't regent en een stukje van ons huis instort, als een stuifmeeltapijt onze wagen geel kleurt, als Boerenzwaluwen onze vensterbank beschilderen, als er mos groeit in ons gazon, of distels en brandnetels, als onze gsm het laat afweten, als er niemand reageert op onze Facebook-pagina, als ons virtueel Gallisch dorp door de Romeinen wordt platgebrand - hoezo nooit van 'Travian' gehoord? - als er bruin water uit de kraan komt, als er eenden in ons zwembad landen of als er enkele duizenden Spreeuwen de platanen in de avenues tot slaapplaats bombarderen. We zijn zo ontzettend afhankelijk geworden van alle materiële rommel dat we ons overlevingsinstinct en dat laatste restje link met de natuur stukje bij beetje aan 't verliezen zijn.
Jammer, maar mij niet gelaten, iedereen doet of laat wat hij wil. Zolang ze maar niet klagen als ik sardienen rook op ons terras, of slangen ontvel, of everzwijnhespen pekel, of met volle teugen geniet van vulkaanuitbarstingen op IJsland en Alertes-Rouge in de Languedoc...
Keep on rocking!

dinsdag 1 november 2011

De Boskakker

Een man stapt binnen in een café en gaat naar de toog. 'Verdorie' zegt hij tegen de cafébaas, 'het ruikt hier alsof er iemand een drol heeft gedraaid!'. De cafébaas schrikt en geeft de man een pint.
De volgende dag komt een nieuwe klant binnen en bestelt een glas. 'Dju man' zegt hij tegen de cafébaas 'hier heeft precies iemand een stevig postpak afgeleverd!'.
De cafébaas zegt bij zichzelf 'nu is 't genoeg, ik moet er echt iets aan doen of ik raak al m'n klanten kwijt...'.
Hij gaat naar de winkel, koopt wat dennengeurverspreiders en 's avonds ledigt hij drie bussen in z'n café.
's Anderendaags komt een klant binnen, bestelt een Palmke en de cafébaas vraagt 'ruik je niets bijzonders?'.
'Ben blij dat je 't opmerkt' zegt de man, 'het ruikt hier alsof er iemand in 't bos heeft gescheten!'

Kronenbourger Bloempot

Weet je wat ik gisteren voor een gemeenschappelijke afvalcontainer vond? Restafval gaat in de franse steden in gemeenschappelijke containers die dagelijks worden leeggemaakt, in Frankrijk betaalt de vervuiler niet... Drie kratten Kronenbourg verdorie! Met september 2006 als vervaldatum, weliswaar. Los van 't gegeven dat het bier vijf jaar na datum misschien eindelijk te drinken is geworden, deed de vondst me meteen denken aan een anecdote uit de tijd dat ik nog 'op 't ministerie zat' aka bij de Vlaamse Overheid werkte als eindverantwoordelijke van de denktank die zich bezighield met de implementatie van het gebruik van beukenbosgeurverspreiders in de damestoiletten van ANB, maar ook dit volledig terzijde. 
Op een dag was een collega het archief aan ’t uitmesten. Na drie weken hoorden we hem plots roepen. Toen we nieuwsgierig een kijkje gingen nemen wees hij ons op z'n nieuwste ontdekking - daags ervoor had hij immers twintig dozen afwasmiddel gevonden: vijf volle bakken bier, Maes en Dobbele Palm en dat soort dingen. Vervaldatum: februari 2004. We waren juli 2007. ’t Zaakje was dus volgens de meesten niet meer drinkbaar en bijgevolg bleven de bakken wekenlang onaangeroerd in de gang staan. Tot er plots flesjes begonnen te verdwijnen. En nog meer. En nog meer. Bovendien begon er een eigenaardige geur in de gangen te waren. Wat was er toch aan de hand? Was er verband tussen beide fenomenen? Zat er een biermol in onze de rangen? Wie zoop er stiekem al dat bier op? De schuldige moest echter niet ver worden gezocht daar deze niet eens de moeite deed de lege flesjes te verbergen.
‘Bart, scheelt er iets?’ vroeg collega Kimmy me toen ze bij ’t nemen van een kopietje - de enige kopieermachine van onze afdeling stond in mijn bureau - alle lege flesjes op mijn vensterbank zag staan. ‘Neen, waarom meiske?’ vroeg ik. ‘Jij zit hier toch niet al dat oud bier op te zuipen?’ vroeg ze onzeker. Ik barstte in lachen uit. ‘Maar neen, ik geef dat aan mijn gember!’ stelde ik haar gerust terwijl ik naar m’n plant wees. 'Je wat?!' Jaren ervoor had ik uit Madeira een gemberknol meegebracht. Dat ding was beginnen groeien maar echt gezond had hij er nooit uitgezien. Ik redeneerde dus als volgt: bier bestaat uit koolhydraten en koolhydraten zijn 'dikmakers'. Van teveel word je dus moddervet. Als zoiets werkt bij mensen moet dat toch ook bij planten werken, niet? Bier was misschien een prima meststof? Het idee leek me geloofwaardig en ik waagde het experiment, met m’n eigen gember als proefkonijn. 
Na één week therapie – a rato van vijf flesjes of één liter bier per dag – gebeurde er niets. De tweede week explodeerde de plant. Gemiddeld maakte hij om de twee dagen een nieuwe scheut! Het resultaat was ronduit spectaculair. Natuurlijk rook ons bureau naar een fuifzaal de dag nadat die Lustige Tiroler Bierfreunde er de intro hadden gegeven van het concert van de Brakelse metalgroep Motörfaust. Natuurlijk was dat slecht voor het imago van ANB, van de minister en van de Vlaamse overheid in het algemeen. Wat gingen de bezoekers immers niet denken? Was ik wel goed bij m'n hoofd? Soit, zoals zovaak hadden m'n superieuren hun apriori's bij m'n experiment maar zoals evensteeds konden ze doodleuk 't beukenbos in. Wat zou het immers, mijn gember floreerde als nooit tevoren en wat goed was voor mijn gember was goed voor iedereen, redeneerde ik. Van heinde en verre kwamen m'n collega's ’t Biermirakel bewonderen. Ons bureau werd een bierversie van de Grot van Lourdes. M'n gember werd een hype, zowaar. 
Back to reality. Toen ik gisteren dus die vracht 'Kro' vond aarzelde ik geen seconde en sleepte de hoeveelheid naar m'n spelonk. We hebben immers een Loquatboom of Japanse Wolmispel op ons terras - ooit als pit meegebracht uit Lissabon, waar hij 'njesjpresj' wordt genoemd - die sinds hij in 't zuiden staat er stukken beter aan toe is dan in de tuin in Horebeke. Hij kan echter wat extra's gebruiken en wat goed was voor mijn gember is goed voor mijn njesjpresj. 
Voilà, sinds gisteren is onze boom dus aan z'n bierkuur begonnen. 'Kro' is zoals Heineken, de enigen die je'r plezier mee doet zijn de planten...