Pagina's

donderdag 28 april 2011

YAK-PROOF

Bricoleren zit me in 't bloed, blijkbaar. Eigenlijk is 't een uitgesproken familietrek. M'n vader bricoleert - met een voorliefde voor staalconstructies, m'n nonkel aka grote broer bricoleert - hij doet het graag met aluminium en epoxy, hun vader en dus m'n grootvader had het meer voor het fijnere handwerk - horloges enzo - en ik doe het graag met hout. En vijzen en bouten en lijm en chemische ankers en 'tige-filletées' enzo - zolang 't maar stevig is.
De Goemaeres zijn een stam van handwerkslieden, dus. Vermits m'n nonkel echter enkel dochters heeft geproduceerd ben ik dus verplicht me voort te planten en mannelijke nakomelingen te bricoleren wil onze familietak voor uitsterven worden behoed. De meesten zullen dit wellicht een bijzonder slecht idee vinden maar daar ga ik me nu eens geen knijt van aantrekken. Als 't een jongen is dan eindigt die wellicht in 't prison - met een vader die niets liever doet dan wapens en explosieven maken en uitwijden over de inpalming van 't wilde westen en de tweede wereldoorlog kan dat onmogelijk anders, en als 't een wijfje zou worden dan eindigt die gegarandeerd in dezelfde instelling. Door die vader, uiteraard.
Soit, ik maak graag stevige dingen. En om die boemerangs, boten, messen, kruisbogen en kruisraketten onder één grote noemer te plaatsen heb ik 'Yak-Proof' opgericht, een soort artistiek project - engelstalig, kwestie van een zo groot mogelijk bereik te hebben - voor iemand met een rijke fantasie en bezige handjes. 'Yak-Proof' dekt die lading volledig. Als een product Yak-Proof is dan wil dat zeggen dat 't tegen een stootje kan. Politiek correct is dit niet helemaal, want om het label 'Yak-Proof' te krijgen ben ik verplicht het ding in kwestie op een of meerdere yaks te testen maar kom, ook daar gaan we geen spel van maken. Mijn yak vindt het prima, trouwens. 'Zeker getest op dieren' zal er op de bijsluiter staan. En 'buiten het bereik van kinderen houden'.
Klik hier om naar de site te gaan.

woensdag 27 april 2011

Reservoir Cats


Aanvetten maar, dat jonge grut. Namen hebben ze uiteraard nog niet, dus spreken we over Mr. Blue, Mr. Red, Miss Green en Agent Orange.

maandag 25 april 2011

Zomaar een Paasmaandag...

Vanmorgen een prachtig wandelingetje gemaakt door het achterland, door onze ouwe getrouwe 'Collines de la Moure'. Garrigue in bloei, tientallen Nachtegalen, enkele Grasmussen, een mannetje Grauwe kiekendief en een koppel Roodkopklauwieren. 't Mannetje heeft trouwens een vinnige imitatiezang die nog 't meeste lijkt op een Bosrietzanger na een joint of twee. Prachtige morgen, we hebben al voor minder geklaagd...
Intussen stellen onze tien (10) poezen 't wonderwel. De jongen hebben hun oogjes reeds lang wijdopen en groeien sneller dan brandnetels na een plensbui. Célia weegt ze iedere avond en haar statistieken leren ons dat alles goed gaat. 'Ze zitten boven 't gemiddelde!' zegt ze elke dag. Lees: ze vreten ons de oren van onze kop en er hangt al genoeg vlees aan om de gemiddelde Sint-Bernard van een vieruurtje te voorzien. Ze beginnen trouwens stilaan over wat meer motoriek te beschikken en beginnen elkaar heel zoetjesaan af te rammelen - ook al waggelen ze nog steeds als zatte pinguins met een blaasontsteking...
Intussen dondert en klettert het hier buiten dat het een lieve lust is, goed nieuws dus voor onze Boerenzwaluwen die hun modderpoeltjes de eerste dagen nog niet opgedroogd zullen zien. Laat modder al schaars zijn in de regio - in een stad als Sète is het goedje practisch onvindbaar. Laat het dus maar stevig drasjen, zo blijft de garrigue nog een tijdje op haar mooist. En blijven de Sètois binnen. En kunnen we nog een beetje met de poppetjes spelen...



















zondag 24 april 2011

Woodstock






't Heeft de vorige dagen fel geregend en dus zijn er voor de Boertjes plots heel waardevolle modderpoeltjes ontstaan - een ongekende rijkdom in een streek waar het al wekenlang zomert.
Bouwen maar, dat nest...

zondag 17 april 2011

Mijn cirkelzaag

Grote sternen scheren krijsend
over het oliegladde water
van de jachthaven
Boten van alle slag
liggen roerloos
Alsof ze hun adem inhouden
voor de storm
Het oord lijkt
verlaten en dood
Plots
verkracht een ijzingwekkend gekrijs
de frele maagdelijkheid
van de ochtend
Goeiemorgen
Frontignan Plage
In de betonnen buik
van de vakantiewoningen
bruist het leven

donderdag 14 april 2011

Kannigoe...

Reeds half april en alweer tien dagen geleden dat ik nog eens naar m'n blog heb omgekeken. Nuyens en Vansummeren wonnen hun klassieker, Amigo kwam aan in Barbados, hoenoemdedieookalweer-reactor bleef maar lekken en 't werd hoogzomer in de Languedoc-Roussillon - nog nooit zo gebronzeerd geweest in 't voorjaar. En de eerste Nachtegalen kwamen aan...
De weken rijgen zich de laatste tijd aan elkaar, verschil tussen week en weekend is er nauwelijks. In de week werk je voor klant A en klant B en voor de bankrekening van je patron, en in 't weekend doe je je vrienden een plezier. Komt ervan als je 'multiservice' bent geworden. Bart kan je dit en Bart kan je dat? 'k Lijk m'n grootvader wel, die stond erom bekend ook steeds in de weer te zijn voor een ander...
Bricoleren is leuk, plezant, uitdagend en al wat je wil, maar de laatste tijd ligt 't tempo zo hoog dat ik stilaan begin te verzadigen. Soms komt het me gruwelijk de keel uit, ben ik het kotsemoe te hollen van hot naar her en weer terug, van die telefoon die steeds rinkelt, die vertraging op een hoop 'chantiers', die harde woorden en af en toe net geen mot op een of ander bakkes. 'De Mediterraanse leefstijl' noemen ze dat dan. Juist ja.
Vorige vrijdag ben ik uit m'n vel gesprongen en heb aan Célia gezegd dat ik alle voornemens, engagementen en beloftes voor zaterdag aan een raket bond en zinnens was die heel ver weg te schieten. Hier en nu. 't Speelde immers reeds wekenlang door m'n gedachten om eindelijk komaf te maken met de Pic du Canigou, een bult van net geen 2.800m die de oostelijke begrenzing vomt van de Pyreneeën. Een hoop schist die me bijna elke dag de ogen uit 't lijf treitert, zoiets als een zeemermin met een zeeman. Met dat verschil dat ik niet bepaald goesting heb die daadwerkelijk te bespringen, uiteraard. Bovendien was ik de beklimming, nou ja, van de Canigou nog aan die andere Bart verschuldigd, de rotzak - hij deed hem immers reeds en ik nog niet - en ik kon het niet langer aan elke dag die schuldlast mee te moeten zeulen. Zeker niet nu we'r op een fel opgehouden plas naast wonen.
Ik dus vorige zaterdag om 4.30 in onze wagen gesprongen - eindelijk met Franse nummerplaat - om een forse twee uur later aan de wandeling te beginnen. Prachtig vogelconcert in de bergen, bijna net zo'n hard gekwetter als in Halle - Kool- en Pimpelmezen, Merels en Zangijsters, Heggenmussen en Winterkoningen, 't was lang geleden dat ik zo'n weelde nog had gehoord. In Sète hoor je 's ochtends immers alleen Zwarte Roodstaarten en Schijtmeeuwen. Op weg naar 't werk hoor ik alleen Cetti's zangers, Roodborsttapuiten en Schijtmeeuwen. Op 't werk alweer Zwarte Roodstaarten, eerstejaars Torenvalken, Nachtegalen sinds vandaag, en niet te vergeten: Schijtmeeuwen. Soit, de tocht richting Chalet des Cortalets was stevig en prachtig zoals een zwoele lentemorgen in de bergen hoort te zijn. Alleen, me myself and I in ze mountains, daar had ik echt behoefte aan. Vanaf 1.500m liep het echter fout: de eerste sneeuw. Nu goed, vanuit Sète had ik wel reeds gemerkt dat de topzone van de Canigou er 'wat wit uitzag', maar als je een heel eind onder de berghut reeds naar je knieën moet zoeken is er toch iets mis, half april. Geef toe, dat ik m'n zonnebril was vergeten was één zaak. Dat ik geen zonnecrème bij had een tweede. Maar dat ik mezelf zou vervloeken omdat ik m'n sneeuwraketten was vergeten had ik me daags ervoor nooit kunnen inbeelden. Zonder raketten dan maar, eindeloos ploeteren door smeltende diepsneeuw. Soppende voeten in soppende schoenen, een drijfnatte broek, een iets minder natte slip en bevroren genitaliën, wat is 't toch fijn om terug in de bergen te zijn. De 'kannigoe' deed z'n naam alle eer aan: kannigoe vooruit komen in die soep...
Het tussenpunt, Les Cortalets op 2150m,  lag er verlaten bij. De hut gaat immers pas open begin juni om uitgeputte stappers van de GR10 van een brok in de keel en een slapeloze nacht tussen de snurkers te voorzien.
Na een stevig middagmaal - notenbrood met pensen van de beste beenhouwer uit Halle, 'een witte en een zwette' en een Palmke uit Steenhuffel - heb ik maar wijselijk besloten rechtsomkeer te maken. Van de hut naar de top is 't immers anderhalf uur, in optimale omstandigheden. In de sneeuw mag je die tijd gerust verdubbelen. En dan de lange weg weer terug, 't zou gewoon onverstandig geweest zijn, debiel, gevaarlijk, stom, om het zelfs maar te proberen. Volgende keer beter maar, mét raketten. Wellicht wordt die 'volgende keer' hartje winter. Me vrijdags'avonds aan de voet van de berg parkeren, een paar uurtjes slapen en 's morgens rond vier uur met de hoofdlamp aan the long way up & way back beginnen. Twee hoogtekilometers op en twee af, 't is te doen. Met raketten, uiteraard...
Soit bis: op de weg terug heb ik 't maar van de mooie kant bekeken. Nog nooit zo'n lentepracht in de bergen kunnen meemaken: fris groen overal, spetterend groen van pas ontloken berken en lorken, wilde kerselaars in bloei, een hoop voorjaarsbloeiers en, hoog in de lucht, een koppel buizerden. Zalig, zo'n dagje de batterijen opladen...






















maandag 4 april 2011

We're A Happy Family

Hoe verdubbel je je dosis katten in één ruk?
Je begint met een vriendin te helpen verhuizen naar een gloednieuwe woonwijk. Vervolgens werk je tot een stuk in de nacht door om een nieuwe keuken zo rap als 't maar kan zijn af te krijgen - je hebt er geen idee van hoe hard een cirkelzaag kan galmen tussen nauwelijks afgewerkte appartementsblokconstructies, moet je beslist eens proberen, zet je vooral op 't terras om 't effect zo groot mogelijk te maken en 't stof binnen zoveel mogelijk te beperken. Vervolgens ga je pinten drinken om de geleverde prestaties boerend en schouderkloppend in te wijden. Dan neem je aanstalten om naar huis te gaan en blijft nog even natateren voor de ingang van 't gebouw. Je ziet een ordinaire straatkat, nog een, nog een en nog een. Een van die katten ziet jou en zet het op een miauwen. 'Miaoumiaoumiaou!' - 't zijn immers franse katten hier. Je begeeft je naar de bleiter, neemt haar in je armen 'RRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRR
RRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRR' en inspecteert haar anatomie: vier poten met elk vijf kussentjes waaruit als je'r op duwt telkens vijf kromvormige en vlijmscherpe nageltjes tevoorschijn komen, een staart die zowat driekwart van de lichaamslengte meet, twee driehoekige oortjes, een snuit met lange taaie snorharen, de afwezigheid van tandenparen boven- en onderaan, boos kijkende ogen, geen natte-honden-geur of geur van hondachtige excrementen, een kale anus en een zachte pels elders op het lenige lijfje: 't is dus geen konijn, hamster, cavia of hond maar wel degelijk een poes, felis noctua. En nog een kenmerk: noch honden, konijnen, cavia's of hamsters hebben de gewoonte het vreemde 'R'-geluid te produceren.
Vervolgens wrijf je over hem of haars buik en voel je aan hem of haars flanken: tepels zo groot als een pink en een flankbreedte die in de buurt komt van de halve staartlengte. Verdict: 't is een wijfjespoes en meer bepaald een zwàngere wijfjespoes! Wat zeg ik? Dat beest staat op ontploffen!
Vervolgens tast je naar de wijfjespoeshals om de hartslag te controleren en je ervan te vergewissen dat haar eigenaar er geen souvenir onder de vorm van een lang lederen attribuut met daaraan gekoppeld een aluminium busje heeft achtergelaten. Niet dus. Miljaardeu!!! Je zet de tijdbom in kwestie dus als de weerlicht neer. 'Miaoumiaoumiaoumiaou!!!'. Je neemt haar opnieuw in je armen 'RRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRR'. Je zet haar weer neer 'Miaoumiaoumiaou!!!'. Je neemt haar dus opnieuw in je armen 'RRRRRRRR' en neemt haar mee naar huis. Je laat immers geen totaal verdwaalde en ontredderde zwangere poesvrouw zomaar in een onveilige buurt achter waar 't wemelt van bronstige katers die er niet voor zouden terugdeinzen haar voor de bevalling nog zesendertig keer te verkrachten, de smerige bloempotkakkers.
Thuis aangekomen sluit je vrouwlief op in de badkamer om contact met de vijf lokale bewoners nog een tijdje te vermijden. Je voorziet haar van kattenbak, voedsel, water en een droog nest en gaat eindelijk wel te rusten. Tot daar het enige wat je hoeft te doen, vanaf nu gaat alles vanzelf. Als je 's ochtends immers wakker wordt ga je in de badkamer niet één maar zes poezen vinden: de madam en haar vier donzige kattenjongen. Er rekening mee houdende dat je reeds vijf poezen hebt mag je dus concluderen dat je met één verkeerde beslissing als gevolg van een verkeerde ontmoeting op het verkeerde moment je effectief hebt verdubbeld.
Zo simpel als wat. Met de groeten van de fiere mama, de onbekende papa en de twee dommeriken die met een stevig probleem zitten genoemd 'Wat gaan we met al die katten doen?!'.



















Me mama daddy!!!