Pagina's

zondag 4 december 2011

Running up that hill

Zelden zoveel pijn gehad tijdens iets doodbanaals als het snuiten van m'n reukorgaan. 'k Heb immers een paar gekneusde ribben en 'k zal dus de eerste dagen weer moeten vermijden om te lachen, te hoesten, te niezen, te ademen en dikke toeters te laten.
KloteCanigou. Klotesneeuw.
Allemaal Célia's schuld eigenlijk. Had zij niet een dagje desperate housewiven met haar vriendinnen gepland dan was ik wellicht niet naar Villers-Les-Bains getrokken om nog eens m'n Witte Vriend te gaan groeten. Big Boy Canigou. Deze zomer had ik er immers absoluut geen goesting voor want het gebied is tussen juni en september 'vergeven' van de toeristen. Hopende de eerste diepsneeuw net een spatje voor te zijn trok ik dus gisterochtend te zeven naar boven - vanaf de Col de Millères, voor de geïnteresseerden. Dat het een pijnlijke dag ging worden wist ik toen nog niet, al had ik het kunnen vermoeden mocht ik beter naar m'n omgeving hebben gelet. Voortekenen genoeg: net voor 't vertrek stootte ik m'n hoofd tegen de deur van onze koffer, zag ik zes kattenkakjes in stervorm gegroepeerd in hun bak en brak ik m'n favoriete tandenborstel. Ik had het dus allemaal kunnen voorzien.
Het eerste uurtje kwam de Petzl eraan te pas daar de zon pas tegen acht uur opkwam. Bekend terrein inmiddels, shortcut naar de Col de Voltès er vervolgens via de 4x4-piste naar de Chalet des Cortalets. Onderweg een gems gezien, op dezelfde plaats nota bene waar ik er de laatste keer ook eentje tegen 't lijf liep. Rijk gemzengebied, dat 'Forêt domaniale du Canigou'.
Eens boven had ik meteen door dat ik beter een maandje vroeger was gekomen want de sneeuw had het landschap reeds totaal in haar greep. Prachtig! Probleem: de sneeuw was totaal verijsd. Overdag is 't immers nog een spatje te warm waardoor de toplaag telkens weer ontdooit en weer bevriest. Meer dan een halve meter verijsde sneeuw lag als een immens dekbed over de zone boven de 2000m.
What to do? Toch naar boven? Zonder stijgijzers? Zonder touw? Zonder piolet of sneeuwankers? En vooral, zonder klimcompagnon? Alleen met een paar telescopische skistokken? Gewoon om niet met 't gevoel naar huis te gaan het zelfs niet te hebben geprobeerd wandelde ik dus over 't witte deken richting 'Hillary Step' - de rotsige passage die je over moet om op het topplateau van de Canigou te komen. De eerste zone was zonder ijzers goed te doen, het fijne laagje stuifsneeuw zorgde immers voor voldoende grip om net niet uit te schuiven. Net voor de Hillary Step werd het echter serieuzer. No more grip. Treden hakken dan maar. Twintig dertig keer stampen tegen het ijs om een gaatje van tien centimeter te krijgen waar net je voet in past. Voetje voor voetje klom ik richting rotsen. Honderden gaatjes op een dubbele rij in de bergflank. Gekkenwerk. Zonder fatsoenlijk materiaal was er geen doorkomen aan. Eén verkeerde stap en ik roetsjte naar beneden. Met crampons zou het een fluitje van een cent geweest zijn. En dan nog, in dit soort omstandigheden moet je met twee zijn. Eentje die voorklimt, een andere die zekert. Solo zonder adequaat materiaal is vragen voor miserie, redeneerde ik. Ik keerde terug op m'n stappen.
Alles ging vlot, tot ik op vijftig meter van vlakker terrein een misstap maakte. Ik gleed uit, BAF! languit en zoefde als een zak patatten naar beneden. Eerste reflex, draai je op je buik en probeer grip te krijgen met handen en voeten. Op ijs? Forget it, ik schuurde m'n nagels eraf. Er 't beste van maken dus. Roetsjen met stijl. M'n val remmen. Plots zag ik een boompje. Ik worstelde erheen - terwijl je tegen 50km/u naar beneden sjeest - en in plaats van tot stilstand te komen werd ik twee meter de lucht in gekatapulteerd. Een harde smak terug, nog een twintigtal meter verder geschoven over hobbelig ijs - terwijl m'n drinkbus me als een torpedo voorbijflitste - en vervolgens kwam ik eindelijk, naar adem snakkend, tot stilstand. Het rottige dennetje had immers alle lucht uit m'n longen geperst. Niks met de armen, niks met de benen, alles functionneerde nog. Ik kon tenmiste blijven rechtopstaand plassen en hoefde geen bier te drinken met een rietje. Alleen wat opengehaalde handen en een stevige pijn in m'n flank. M'n eerste reactie was: gelukkig ben ik teruggekeerd. Als zoiets je hogerop overkomt dan mogen ze je bijeen vegen. Op voorwaarde dat je gevonden wordt, überhaupt...
Ik voelde me echt opgelucht dat ik niet als een ezel was blijven doorklimmen. Goed, 't ware nog verstandiger geweest hoegenaamd niet te beginnen klimmen maar dan had ik er toch een wrang gevoel aan overgehouden 'het niet eens geprobeerd' te hebben. Eind goed al goed dus. De Canigou is geen speeltuin in de winter.
Opgelucht en blij dat ik 't er goed vanaf had gebracht installeerde ik me even later voor de - gesloten - chalet in 't zonnetje en vulde m'n reserves aan met alles waar je in lagere zones voor oplet: zout en vet. 'Rilletes de porc' aka varkensvlees in 't vet, chips en notenbrood. Alleen 't Palmke - 'van Palm wedde kalm' - ontbrak.
De terugweg verliep trager dan gewoonlijk, 'k had immers een paar gekneusde ribben en elke beweging herinnerde me hieraan. Als 't dat maar was. Onderweg kruiste ik alweer een gems en deze keer had ik de tijd m'n gloednieuw fotoapparaatje boven te halen en het zoompje eens vol te gebruiken. Onvoorstelbaar wat je met dat piepkleine toestel kan doen!
In de lagere zone wachtte me nog een verrassing. 'k Had immers een andere terugweg genomen dan gewoonlijk - verandering van spijs doet eten niewaar. Reeds maanden ben ik immers op zoek naar Struikheide. Deze plant komt voor op zure gronden en telkens ik naar de Pyreneeën kom speur ik de vegetatie af. Pyreneeën is gelijk aan zure grond is gelijk aan Struikheide. De plant moest hier gewoon voorkomen. Maar niet vinden miljaarde. Tot gisteravond. Waarom ik die plant wil? Wist je dat van de wortelkluiten aka ribozomen pijpekoppen worden gedraaid? Het wortelhout is immers bijzonder hard, vuurbestendig en prachtig van tekening. Ideaal voor pijpekoppen dus. En mesheften! Yak-proof stuff!
Weg was de vermoeidheid, weg was de ribstukpijn. Ik begon de graven aan de voet van een klein struikje. Kleine struikheides hebben echter enorme wortelkluiten, leerde ik. Aan het equivalent van een doorsnee hortensia zit een compacte kluit die niet eens in een emmer past en meer dan tien kilo weegt, leerde ik ook. Onvoorstelbaar!
Soit, 'k ben er met m'n licht overlevingsmes niet in geslaagd de kluit vrij te krijgen - de C4 was ik thuis vergeten, nog een restant van ANB trouwens. Of beter, ik zou er wel in geslaagd zijn maar 'k had me voorgenomen om klokslag zes weer te vertrekken. Er wachtte immers nog een pittige afdaling. Die kluit kom ik over enkele weken wel ophalen, no problem.
Een uurtje later kwam ik in Petzl-licht terug bij de wagen aan. Opgelucht, blij en voldaan na een dag 'full of real adventure'.
De eindbestemming is niet belangrijk, alleen de weg erheen telt...






Geen opmerkingen:

Een reactie posten