Pagina's

vrijdag 4 juni 2010

Turistus ordinarus

De zomer blijkt hier dan toch eindelijk begonnen, althans volgens de autochtone bevolking. 't Gaat stevig rond de dertig graden landinwaarts en vaak iets minder hier aan 't zeetje dankzij de nog steeds aangenaam frisse zeebries. Uit de wind is 't echter stevig bakken. De aborigines aka sètois zeggen dat ze nog nooit zo lang op mooi stabiel weer hebben moeten wachten en 'k hoop dat ze'r nog een tijdje over zullen doen eer ze ontdekken wat ik met hun arme klaren heb uitgestoken... Zomeren dus! Je merkt het aan 't weer, aan de toeristen, 't verkeer, de boten en de bosbranden.
Die toeristen toch. De eerste exemplaren arriveerden reeds begin mei, meestal in campingcars en mobile-homes maar nu begint Sète echt wel te krioelen van dat korte-broek-waaruit-witte-benen-steken-dragende volkje. De soort turistus ordinarus is zeer makkelijk te herkennen. Ze is meestal gehuld in typische decathlonstijl: korte en middellange shorts - in alle kleuren, kleur is dus niet meteen een goed veldkenmerk - en de mannelijke exemplaren dragen vaak een korte olijfgroene of kakkleurige gevechtsjas met zeer veel zakken - om al die geheugenkaarten in kwijt te kunnen, een zomerpet - niet te verwarren met de base-ballpet en de onafscheidelijke zonnebril. Vrouwelijke exemplaren zijn door de band iets discreter, al zijn er steeds weer die uitzonderingen die door een bepaald accessoire - een fabiolahoed bijvoorbeeld - vaak lichamelijke letsels veroorzaken aan de andere soortgenoten. De manier van voortbewegen van turistus in een geldig veldkenmerk: traag, doelloos, de blik links, rechts of omhoog gewend maar nooit recht voor zich uitkijkend. De soort knalt dus zeer vaak met z'n hoofd tegen lantaarnpalen of verliest tijdelijk de motoriek van z'n geslachtsdelen door de schuld van paaltjes die in wezen zijn bedoeld om 't voetpad te scheiden van de rijweg. Toeristen stoppen zeer vaak om met een veel te klein foto-apparaatje beelden te schieten van een stoere sètois in z'n roeiboot - in realiteit niet meer dan een uitgeweken vlaming met een surplus aan energie. Eens turistus zich in z'n vervoermiddel bevindt is de situatie hopeloos. Hij onderscheidt zich door zijn domme manoeuvers, fout parkeergedrag en trage rijstijl van de kordatere lokale bevolking, wat hem tot een geliefd doelwit maakt van fijne toeterpartijen en kletsende scheldtirades. I like tourists, tourists are fun!
Het zou handig zijn te vermelden wanneer turistus het meest actief is - 's morgens, 's middags, 's avonds of tijdens de nachtelijke uren - maar 't probleem is dat deze soort in z'n zomerkwartier bijna nooit actief is. Als ze niet slenteren dan zitten ze op een terras heineken te slabberen of goedkope oesters uit te lepelen die vaak rechtstreeks in de haven werden opgedoken (echt waar!) en enkel aan toeristen kunnen worden geserveerd. Turistus kan bijgevolg als een echte aaseter worden beschouwd. Op z'n menu staan oesters en mossels waarvan ik zeker ben dat ze 's nachts licht geven, echte Middellandse-Zee-vis en schaaldieren die diepgevroren uit de Atlantische Oceaan of Indonesië komen en keukenafval waarmee de goedkope pizza's doorgaans worden beladen. Turistus laat zich graag belazeren, tuurlijk zijn de menu's hier prijslijk!
De soort is ook zeer brandbaar: niet zelden zie je roodgeschroeide exemplaren van schaduwplek naar schaduwplek dolen om vooral niet nog meer verbrand te worden. In Sète worden tot nu toe drie ondersoorten gespot: turistus ordinarus franci (fransen op vakantie in eigen land), holandi en germani. Andere ondersoorten zijn eerder zeldzaam, maar zullen evenzeer met open armen worden ontvangen.
Over de boten en de bosbranden zal ik 't een andere keer wel hebben want ik moet me stillekesaan klaarmaken om naar 't werk te gaan. Werk ze ginder in 't noorden en fijn weka!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten