Pagina's

donderdag 18 februari 2010

Rondekoorts

En nu even serieus. 'k Heb zonet m'n eerste sportieve voornemen van dit jaar volbracht, zijnde de Mont St. Clair bedwingen met de fiets. Weet je, Sète is niet meer of minder dan een kalksteenbult die uit de zee steekt en in 't noordoosten en zuidwesten met de rest van 'l'hexagone' aka 't vasteland is verbonden. Vanop afstand heeft de stad veel weg van een schildpad, maar sommigen menen er de rug van een walvis in te zien. Vandaar ook dat de naam van de stad volgens één van de mogelijke etymologische verklaringen zoveel betekent als 'walvis'- de Cetacea zijn immers de walvisachtigen.
De klare bult bedwingt dus het panorama van de stad en met zijn slordige 180 meter te beginnen vanaf zeeniveau vormt hij een onweerstaanbaar sportief doelwit dat erom vraagt met alle mogelijke wapens bestookt te worden. Marcheren, lopen of fietsen, eraan moet hij. Vandaag was 't dus fietsen. Uiteraard koos ik de no-nonsens-benadering: zo weinig mogelijk kilometers, zo snel mogelijk stijgen. Kleine plateau vooraan en flirten met de grootste achteraan.
Nu goed, na afloop moet ik concluderen dat die hoop kalksteen goed te doen is. Piece of cake. Liever de Mont St. Clair dan de Muur. En liever de Muur dan de Koppenberg. En liever de Koppenberg dan de Patersberg. Dus, liever de Mont St. Clair dan de Patersberg. Deze laatste is immers een stuk korter in afstand, maar bekleed met de meest onregelmatige kinderkopjes van de Vlaamse Ardennen. De Patersberg, dàt is afzien. Eigenlijk is de Mont St. Clair zoals de Berendries - mooi geasfalteerd, alleen een keer of drie, vier langer. Het enige wat je moet doen is gewoon blijven trappen. En doseren, vooral doseren.
't Is voorjaar, de klassiekers komen eraan. Zelfs in Zuid-Frankrijk heeft de Rondekoorts me reeds te pakken gekregen...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten