Pagina's

vrijdag 22 augustus 2014

Schrik van de duitsers

Duitse M 08 stelling.
Prachtig zomerweer, vandaag - een strakke noordenwind en zeker 20 graden - en dus uitgelezen omstandigheden om komaf te maken met die twintig kubieke meter meidoornsnoeisel die sinds april onze graasweide sieren. De vlam erin, dus. I know 'gemoogtanidoen' maar één onze vuurhaard is meer dan 100m verwijderd van onze kortste buur, twéé er is weinig ecologischer dan laten groeien, verbranden, laten groeien, verbranden - een gesloten koolstofcyclus, weetjewel, drie moeiterunimee en vier de combi van de plaatselijke brandweer is gepasseerd en het spuitvolk heeft vriendelijk gewuifd zoals ze dat elke keer doen. 
Vuurtje maken, dus. In onze graasweide, dus.
Op zich niets bijzonders, ware het niet dat ik toch de hele namiddag met een volle zak erwten in mijn achtersteven rondliep. 'Wat als?' Je herinnert je nog wel dat onze buur - de 100m-buur, niet de 140m-buur - me tijdens m'n snoeiwerkzaamheden vertelde dat ergens tussen '14 en '18 in onze weide een duitse geschutstelling of mitrailleurnest stond. Of lag. Of was ingegraven. Soit.
'Stel nu' dacht ik onwillekeurig toen de vuurhaard langzaam naar de vier meter diameter kroop, 'Stel nu dat er in onze tuin nog wat granaten liggen?' Nu goed, 't ging wellicht maar om een mitrailleurstelling, en dus was er geen reden voor de aanwezigheid van obussen - tenzij de onzen erop hadden gevuurd met zware kalibers, uiteraard, en er nog wat blindgangers in de grond zouden steken. Stel dat het echter nièt om een mitrailleurnest ging, maar om 'iets anders'? 'k Stelde mezelf gerust dat granaten meestal diep in de grond steken, dat het oppervlaktespul er wellicht de vorige generaties reeds uit is gevist en dat bij het stoken van een vuurtje de grond wellicht niet heet genoeg wordt om zo'n springtuig tot ontploffing te brengen.
Meestal, reeds, wellicht. Een heleboel veronderstellingen, toch. Ook al vielen een hoop erwten eruit - eet geen erwten uit onze tuin, je weet waar die moederplant vandaan komt - m'n troostende redeneringen konden niet verhinderen dat er toch nog een paar bleven steken.
Nu goed, no risk no fun en dus zorgden m'n efficient werk - ook al bleef ik de hele tijd gebukt 'in dekking' - en de strakke wind ervoor dat het doornige snoeisel er in een paar uur door vloog. En de knal uitbleef - al zorgde het snoeiharde gefluit van brandend-nog-niet-helemaal-droog hout ervoor dat ik me een paar keer plat op m'n buik liet vallen. Dom, uiteraard, want het fluiten wordt veroorzaakt door een granaat die naar je toe vliegt, niet van een die in de grond zit te roesten. Maar goed, 'k ontdekte dat een mens heel snel paranoia wordt. Zeker met potentieel zwaar geschut in de grond.
't Had nochtans een prachtige poel gegeven, zo'n bomkrater in de achtertuin.
'k Beklaag trouwens die kraanman die binnen een tijdje die hondenzwempoel zal mogen uitgraven.
Zullen we 't hem vertellen? Dat van die obussen?

2 opmerkingen:

  1. Weer tranen in de ogen bij het lezen van bovenstaande tekst! Ik zie het allemaal zo voor mij...

    BeantwoordenVerwijderen