Pagina's

donderdag 19 september 2013

Wind of change

Zolang het trektelseizoen niet achter de rug is heb ik 't recht om over Organby te schrijven. En trouwens, ook nà 15 november ga ik me zeker niet gèneren - je bent de Vlaamse spreekbuis van Organby of je bent het niet, voilà.
Er waait een nieuwe wind op de col. En dat dankzij een nieuwe wind.
Vooraleer me te verduidelijken - als je niet kan wachten ga je maar spelen op andere nuttige sites zoals facebook - moet ik toch 't één en ander kwijt over die vrije bergpas in deep down Baskenland.
In die streek wordt van oudsher gejaagd, dat weet je. De ouden jaagden op de traditionele wijze op trekkende (vooral) Houtduiven (zie m'n artikels over Lizarietta bijvoorbeeld) maar na '45 trok zich een nieuwe tendens op gang, namelijk de jacht met vuurwapens. Na de wereldoorlogen werd alles anders. Vuurwapens werden gedemocratiseerd en men begon er in die streek op los te knallen. De 'grocs' - gros cons de chasseurs - installeerden zich op de cols waar de dieren over trokken en namen ze massaal op de korrel. Geen kloten meer te maken met 'traditie', uiteraard.
Dit leidde tot miserie met de 'palombières' - de traditionele jagers, die meermaals een schot in hun broek kregen door een of andere groc met een paar liter patch in de kraag.
Er moest worden ingegrepen, anders werd het burgeroorlog. Basken hebben de messen scherp, immers.
Het 'Pays de Soule' - een samenwerkingsverband aka intercommunale tussen de 44 gemeenten van de streek - besloot de vuurjacht de gaan kanaliseren én er zich tegelijkertijd mee te gaan bevetten. Er werden circuits aangelegd en officiele schietposities geinstalleerd. Die posten werden verhuurd. Voor grof geld. Om je een idee te geven: 'goede' posten kosten al gauw zo'n 20.000 euro per seizoen. Niet voor gewone burgers, wél voor rijkelui uit Bordeaux en companie.
Er was orde op zaken, maar nu begon de miserie pas echt. De conflicten tussen goede en slechte jagers waren dan misschien geregeld, er kwamen andere katten op de koord en daarop ent zich het ontstaan van Organbidesca Col Libre, een verhaal dat jullie kennen. 

De werking van OCL is sinds een zevental jaren overgenomen door de LPO - de Ligue de Protection des Oiseaux aka Vogelbescherming Frankrijk. De oude protocols zijn nog steeds van kracht, enkel de werking is geofficialiseerd en meer gestroomlijnd. De LPO betaalt dus properkes z'n 20.000 euro per jaar voor het jachtrecht, om er uiteraard geen gebruik van te maken.
Wat blijkt nu? Sinds een tien, twintig jaar trekken er minder duiven over de col, en daarom heeft de intercommunale - die de jacht, boswachterij en toerisme dirigeert - beslist om de col uit de reguliere werking te halen. Je leest het goed, sinds vorig jaar moet de LPO dus niet meer betalen.
De lokale beleidsvoerders hebben ingezien dat het hele gedoe rond de vogeltrek best een hoop volk naar de streeek lokt - birders eten, drinken en slapen zoals iedereen, met dat verschil dat ze niet op de pot gaan, maar een putje graven in 't bos  - en dat levende vogels meer opbrengen dan dode.
Er is een proefproject rond ecotoerisme gelanceerd waarin de werking van de LPO centraal staat.
Geen woord meer over 'traditie' en 'respect voor de oude methoden' en dat soort gezever. Tradities zijn goed zolang ze geld opbrengen, blijkbaar. Van 't ogenblik dat er elders meer te rapen valt gaan ze overboord. Laat me vooral niet lachen.
Waarom er minder duiven over de col trekken? Zou blijkbaar te wijten zijn aan een hogere frequentie van zuidenwinden tijdens de trek, waardoor de dieren elders over trekken. Geen zichtbare effecten op Wouwen en Wespendieven, die trekken immers vroeger door.
Wind of change dus. Er is hoop voor de toekomst.
Zelden zo blij gezind naar huis gereden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten