Pagina's

vrijdag 3 oktober 2014

GTC Hollviken - Lubeck

17 augustus 2000. Omgeving Lubeck.
Stikkapot ben ik. Volledig leeggevlogen. Dat ritme vinden enzo. 't Begin van de trek enzo. Doseren weet je, doséren!
230 kilometer achter de kiezen, waarvan 45 kilometer in actieve vlucht - lees: je vleugels in een schroef bewegen om je voorwaarts te verplaatsen, zoiets. Twee zee-engtes overgestoken, de 25 km brede Oresund tussen Zweden en Denemarken en de 20 km brede Fehmarn Belt tussen Denemarken en Duitsland.
't Is goed het Skandinavische luik achter de rug te hebben. Vanaf nu krijgen we geen zeewater meer te zien tot de volgende oversteek, in Gibraltar.
Het was druk op de baan, niet te geloven! Of wel eigenlijk, iedereen wil zich immers door datzelfde gat persen. Elk jaar weer hetzelfde liedje. Vergelijk het met het begin van de solden - iedereen wil op 't zelfde moment door die éne deur. In dit geval de zebrapaden in Falsterbo en het Deense Rodbyhavn.
Waarom? Omdat wij, Wespendieven - maar ook andere roofvogels zoals Buizerden, Kiekendieven, Arenden enzomeer, soit, àlles wat grote en brede vleugels heeft - het moeten hebben van warme lucht.
Kijk, de zon zorgt ervoor dat het land wordt opgewarmd. Zichtbaar licht wordt door het land geabsorbeerd, infrarood uitgezonden. Vermits het landoppervlak niet overal gelijkmatig opwarmt ontstaan boven de zones die het meest opwarmen zuilen van warme, opstijgende lucht. Dat is thermiek. Dat is de lift, die ons in een enorme kurkentrekker-beweging kilometers opwaarts takelt, waarna we ons doodleuk laten glijden naar de volgende thermiek'bel'. Boven heidevelden, kapvlaktes, akkers en bebouwing is er vaak goede thermiek, boven bossen en moerassen minder. Met andere woorden: bij mooi weer verbruiken we nauwelijks energie om ons te verplaatsen, we laten ons gewoon drijven op de warme luchtstromen. Slim gezien, niet?
Boven water is er geen thermiek. Water doet er een eeuwigheid over om op te warmen. Als we dus zo'n wateroppervlak over moeten, dan doen we dat waar dat voor ons het meest interessant is. Lees: waar we zo weinig mogelijk energie moeten verspillen.
Met honderden tegelijk staken we vanmiddag dus nabij Falsterbo de Oresund over. Het moet een prachtig schouwspel zijn geweest, van beneden gezien. Vervolgens ging het over de Deense regio Sjaeland, met z'n akkers en weiden, kreken en schorren, verspreide bossen en lieflijke dorpjes. Zo vlak als een bevroren meer. Verstand op nul, cruise-control op 'on' en drijven maar tot het Fehmarnzebrapad.
Eens we dat achter de rug hadden wilden we maar één ding: zo snel mogelijk een rustplaats vinden. Die vonden we in het merengebied ten noorden van Lubeck. Sommige collega's vlogen nog verder, voor mij was 't echter welletjes geweest.
Slapen nu. 'k Poets me morgenochtend wel.

Cruisin' over Sjaeland.
Duitse bodem, eindelijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten