Pagina's

woensdag 1 oktober 2014

GTC - prelude quater

21 juli 2000.
Miljààrdeuh! 'k Heb me laten vangen. Letterlijk. Als een beginneling!
Stel je voor. Vanmorgen werd ik wakker, kakje en kuisje, wat snoezen in de ochtendzon en plots hoorde ik een hels kabaal in een kapzone wat verderop. Boompiepers, Graspiepers, Gele kwikken en Boerenzwaluwen, luid roepend over iets.
Ik vloog erheen, en weet je wat er stoicijns op de grond zat? Een Havik! 
Piepers en Kwikstaarten kan ik hebben. Zelfs een Boomvalk laat me Laplands. Maar een Havik, zal 't gaan ja?! Dus zonder ook maar één seconde na te denken - hàd ik maar - stoof ik af op dat rotbeest, en raakte hopeloos verward in een mistnet.
Een hoop geroep, een drietal mensen die uit het niets opdoken en zes handen die me bepotelden en me bevrijdden uit m'n weinig sierlijke situatie. Wat volgde was één grote vernedering. Ik werd in een zak gestoken, gewogen, volledig opgemeten - zelfs m'n kleine teen moest eraan geloven, onderzocht, gefotografeerd en vervolgens werd er een plastic doosje met een kleine antenne op m'n rug geplakt. Een zender verdorie, 20 gram op m'n rug. 'Die raak je pas kwijt wanneer je in de rui gaat!' vertelde een van de mensen me. Ook dat nog.
'Om je te kunnen volgen tijdens je trek naar Afrika!' voegde ze eraan toe.
Oef, 'k vreesde al dat het om een krachtig springtuig ging en dat ze me wilden gebruiken als vliegende bom, je weet maar nooit. Soit, zolang het m'n aerodynamica maar niet in de soep stuurt.
Toen ik dacht dat de operatie eindelijk achter de rug was kreeg ik ook nog een ring om m'n poot - ook dàt nog - en lieten ze me terug vrij. Zij blij, ik een stuk minder.
En die Havik? Een oud dood opgevuld exemplaar nota bene - het watten pluisde uit z'n gat. Gewoon gebruikt om mij in de val te lokken.
Hij jeukt, die zender.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten